100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst Biologie nectar Havo 4 + Havo 5 $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Begrippenlijst Biologie nectar Havo 4 + Havo 5

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Begrippenlijst van alle begrippen in nectar H5 t/m H14. (paragraaf 10.1 ontbreekt). Met deze begrippenlijst heb ik o.a. mijn eindexamen gehaald.

Preview 2 out of 13  pages

  • No
  • H5 t/m h14 (+4.3)
  • October 25, 2021
  • 13
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Begrippenlijst biologie
Hoofdstuk 4
4.3
hypofyse: Een hormoonklier dat tussen beide hersenhelften ligt.
FSH: Hormoon dat de zaadballen stimuleert zaadcellen te maken.
LH: Hormoon dat de productie van testosteron stimuleert.
follikel: Blaasje van een aantal cellen, waaronder toekomstige eicel.
oestrogenen: Vrouwelijk geslachtshormoon.
ovulatie: Door toename LH barst eicel uit follikel en belandt in de eileiders.
geel lichaam: Restant van follikel dat vetachtige stoffen opneemt.
menstruatie: Afsterven baarmoederslijmvlies door geen innesteling.

primaire geslachtsorganen: Aanwezig bij geboorte.
secundaire geslachtsorganen: Ontstaan in de puberteit.
tertiaire geslachtsorganen: Mentale kenmerken.



Hoofdstuk 5
5.1
dissimilatie: Stapsgewijze afbraak van eiwitten, vetten en koolhydraten.
glycogeen: Aan elkaar gekoppelde glucosemoleculen.
ruststofwisseling: Levert energie voor processen zoals ademhaling, hartslag en vertering.
ADH: Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid, duidt op vitamines/mineralen.
ATP: Geeft energie wanneer het nodig is.

5.2
cellulose: Moeilijk verteerbare koolhydraten in planten.
voedingsvezels: De onverteerbare delen van een plant (lignine, pectine).
lignine: Houtstof.
pectine: Tussencelstof die cellen aan elkaar plakt.
houtvaten: Vervoert water + mineralen van de wortels naar boven.
bastvaten: Water + suikers van de bladeren naar de rest van de plant.
glycerol: Samen met vetzuren zijn het de bouwstenen van voedingsvetten.
assimilatieproces: Opbouwen van kleine moleculen naar grote moleculen.
essentiële aminozuren: De lever kan deze aminozuren niet zelf maken.

5.3
CP: Creatinefosfaat, draagt fosfaatgroep over aan ADP.
anaerobe dissimilatie: Energie door glucose afbraak zonder zuurstof.
aerobe dissimilatie: Verbranden van glucose met zuurstof.


1

, 5.4
fotosynthese: Proces waarbij H2O en CO2 met zonlicht wordt omgezet in O2 en glucose.
cuticula: Waslaag aan de buitenkant van een blad.
huidmondjes: Openingen in opperhuid planten, dienen voor de gaswisseling.
palissade: (Spons parenchym) vulweefsel in een plant.
chlorofyl: Groene kleurstof, ook wel bladgroen.
beperkende factor: Factor die de snelheid van een proces laag houdt.
bruto productie: De totale hoeveelheid glucose die fotosynthese oplevert.
netto productie: Verschil tussen de bruto productie en de verbruik door de plant.
droge stof: Alle stoffen die geen water bevatten.
drooggewicht: Gewicht van de droge stof.

voortgezette assimilatie: Omzetting van glucose in andere organische stoffen.
compensatiepunt: Punt waarop de zuurstofproductie van de fotosynthese exact gelijk is aan
het zuurstofgebruik door dissimilatie.
5.5
lactose: Melksuiker.
melkzuurgisting: Glucose → melkzuur + energie.
alcohol gisting: Glucose → ethanol + CO2 + energie.
klassieke biotechnologie: Gebruik van bacteriën en schimmels voor bereiden voedsel.


Hoofdstuk 6
6.1
bouwstoffen: Voedingsstoffen met als functie opbouw, herstel en groei.
brandstof: Energiedrager.
beschermende stoffen: Antistoffen, vitamines en mineralen.
darmflora: Bacteriën in de dikke darm.
gezonde voeding: Wanneer je voedsel precies aan de behoefte van je lichaam voldoet.
welvaartsziekten: Deze ziektes hangen samen met te veel eten en te weinig bewegen.

6.2
melkgebit: De tanden en kiezen van een kind.
volwassen gebit: Alle tanden en kiezen van een volwassen mens.
verteringsenzymen: Maken voedingstoffen kleiner.
additieven: Kleur-, geur- en smaakstoffen die zijn toegevoegd aan voedsel.
ADI-waarde: Aanvaardbare dagelijkse inname (van additieven).
6.3
substraat: De stof waar een verteringsenzym op inwerkt.
optimum temperatuur: Temperatuur waarbij een enzym de hoogste hoeveelheid substraat
omzet.
optimum pH: Zuurgraad waarbij een enzym de hoogste hoeveelheid substraat omzet.



2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Cornelia13. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart