Deze samenvatting gaat over recht in de creatieve industrie. H1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8 zijn samengevat. BSN: 978 90 469 0819 8. Het is een samenvatting van het boek en de hoorcolleges.
Leerdoelen voor hoofdstuk 1:
- Je kent de verschillende rechtsbronnen en rangorde
- Je kan de invloed van internationaal recht op nationaal recht uitleggen
- Je kent de volgorde van rechtsgang
- Je weet hoe jurisprudentie tot stand komt en hoe de rechter interpreteert
Functies van het recht:
1. normatieve functie: Wat ons als kind al is aangeleerd, normen. Sommige ethische fatsoennomen
zijn rechtsnormen.
2. Instrumentele functie: Recht is ook een instrument. We doen het omdat de wet het bepaald
heeft. Zoals rechts rijden en stoppen voor een stoplicht.
3. Aanvullende functie: Als er geen duidelijke afspraak is gemaakt, kun je terugvallen op het recht.
Als een rockgroep geen afspraken heeft gemaakt over het verdelen van geld, staat in de wet dat het
evenredig verdeelt moet worden.
4. Geschil oplossende functie: Als twee partijen hun conflict niet kunnen oplossen. Zal een
onafhankelijke derde partij een besluit nemen, de rechter.
Rechtsbronnen:
1. De wet:
- Geschreven gedragsregel
- Nationale wetten worden gemaakt door de regering (Koning & ministers) en Staten-Generaal
(Eerste & tweede kamer).
Onderscheid tussen wetten: De formele wetten en materiële wetten.
Formele wetten: Deze wetten zijn opgesteld door De regering en Staten-Generaal. Voorbeeld:
Grondwet – verbod op discriminatie
Materiële wetten: Een wet die algemeen verbindende voorschriften bevat voor alle Nederlanders. De
wet is niet opgesteld door formele wetgevers (Koning, ministers, Staten-Generaal). Voorbeeld:
vinciale en gemeentelijke vorderingen; Als de gemeente Amsterdam bepaald dat er in het
Vondelpark geen alcohol meer gedronken mag worden, geld dat voor iedereen die in het vondelpark
komt, maar het is geen formele wet.
Trias politica -> basis van de democratie
Scheiding of verdeling der machten. Als er één persoon aan de macht is gaat het fout, daarom werd
de macht in drieën verdeeld.
1: Wetgevende -> Parlement maakt de wetten
2: Besturende -> Regering/ het kabinet
3: Rechtssprekende macht -> Rechters
2. De jurisprudentie:
- De wet komt voor uit de rechtspraak.
- Het recht ontwikkeld zich door de uitspraken van de rechters. Rechters passen simpelweg de wet
toe, maar als er geen passende wet voor het verschil is, dan formuleert hij zelf een nieuwe regel die
geldt in dat geschil.
, Recht voor de creatieve media industrie
De rechtsgang:
Wat wordt er bedoelt met een wet?
Grammaticaal: De grammaticaal wordt een zaak bekeken. Wat
betekend het nou eigenlijk wat er in de wet staat.
Historische interpretatie: Je bekijkt de geschiedenis van de wet. Hoe
is dit tot stand gekomen?
Anticiperende interpretatie: Zorgt voor rechtsonzekerheid. Voordat
de wet nog gepubliceerd is
Teleologisch interpretatie: Wat is de bedoeling van de wet: Wat is
het doel? Waarom is de wet er en wat is de aanleiding.
Redeneervormen: Analogie: De wet uitbreiden naar een situatie die
niet in de wet beschreven staat.
Redeneervormen: A-contrario: Tegenovergestelde beredeneren dan
wat er in de wet staat. Bij een bord verboden honden uit te laten,
zou je dus wel een olifant mogen uitlaten, volgens deze
redeneervorm.
Het verdrag:
- Een afspraak gesloten door staten en/of volkenrechtelijke organisaties (zoals VN Verenigde Naties)
- Je kan een verdrag zien als een contract. Als twee staten/organisaties een internationale
samenwerking aangaan, leggen ze dat vast in een verdrag.
Wat kan er in het verdrag staan?
1. Rechten en plichten vastleggen. (UNESCO-verdrag heeft Nederland gesloten met honderdtwintig
andere landen. Het verdrag bepaalt dat kunst die behoort tot het cultureel erfgoed van een land niet
zomaar verkocht mag worden aan een ander land. (voorbeeld: De nachtwacht is en blijft Nederlands
kunstbezit)
2. Rechten voor burgers. (verdrag waarin staat dat kinderarbeid verboden is)
3. Verdragen kunnen internationale organisaties of tribunalen in het leven roepen
- Voorbeeld van een internationale organisatie zijn de Verenigde Naties. Dit zijn 193 landen die
samenwerken op het gebied van internationale recht: Veiligheid, mensenrechten, ontwikkeling
wereldeconomie.
- Voorbeeld Internationale tribunalen (Tijdelijke of permanente internationale gerechtshoven) is het
International Criminal Court.
Het gewoonterecht
- Regels die niet in de wet zijn vastgelegd, maar rechters mogen de regels wel
- De wetten worden ruim opgeschreven, zodat ze op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen
worden. Zo hoeft de wet niet bij elke innovatie aangepast te worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmee0211groot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.