Structuur & Financiering In De Gezondheidszorg (GW5632PM)
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
louisewensing
Reviews received
Content preview
Colleges structuur en
financiering – Pre Master 20/21
Lecture 1 – 20/11/20
Drie fasen in de ontwikkeling van zorgstelsels
Drie fasen in de ordening van zorgstelsels
- Cutler (2002): overheidsingrijpen in zorgstelsels in OECD landen vertoont hetzelfde
patroon
o Journal of economic liturature
o De ontwikkeling van de zorgstelsels in een groot aantal landen van de OECD
heeft vergeleken.
o OECD organisation of economic cooperation of development
- De fasen in de organisatie en ontwikkeling van zorgstelsels die te identificeren zijn.
- Cutler komt in zijn analyse tot de conclusie dat de ontwikkeling van de zorgstelsels en
de rol van de zorgstelsels in grote mate eenzelfde patroon volgt. Het patroon bestaat
uit 3 fasen/ golven.
o Eerste fase gericht op universele en gelijke toegang tot belangrijke
zorgvoorziening. De overheid grijpt in het stelsel van gezondheidzorg om het
voor iedereen mogelijk te maken om zorg te kunnen krijgen.
o De tweede fase gericht op kostenbeheersing. Het is een logisch gevolg op de
eerste fase aangezien zorgt dat zowel zorgaanbieders als zorgvragers geen
prikkel meer hebben om kosten te verminderen of bewust om te gaan met
kosten. Hierdoor namen de kosten van de gezondheidszorg dus heel erg toe,
zo erg dat de het de vraag was of het wel in stand kon worden gehouden en
of het niet andere overheidsplichten zoals onderwijs en infrastructuur in de
weg zou gaan zitten.
o De derde fase gericht op verbetering van efficiëntie door versterking van de
prikkels voor kwaliteit en kostenbewust gedrag bij zorgvragers, zorg
aanbieders en betalers van zorg.
o Het artikel en de analyse van Cutler had betrekking op de 7 grote economieën
binnen de OECD, maar de vraag is nog wel of dit patroon ook op Nederland
past.
Drie fasen in ordening Nederlandse zorgstelsel
- De analyse van Cutler is in het algemeen ook toepasbaar op Nederland en de drie
fasen zijn dus ook in Nederland zichtbaar.
- Fase 1 – invoering en uitbouw sociale ziektekostenverzekering (1941-1970)
o Hierin kregen alle Nederlanders geleidelijk aan toegang tot betaalbare
gezondheidszorgvoorzieningen.
- Fase 2 – Kostenbeheersing (1971-2005)
o Aanbodregulering en budgettering
, o De overheid grijpt steeds verder in omtrent het aanbod, de prijs en het
budget van de gezondheidszorg. Ze legt budgetten op.
- Fase 3 – Gereguleerde concurrentie (2006-…)
o Men gaat nadenken over hoe ze andere partijen ook kustenbewust kunnen
maken en gericht op het verbeteren van kwaliteit en het verbeteren van de
organisatie van gezondheidszorg.
o Hoe kunnen we met markt prikkels het systeem efficiënter maken.
Zorg van privilege van recht (1900-1940)
Veranderende maatschappelijke opvattingen in het begin van de twintigste eeuw waarin de
zorg steeds meer wordt gezien als een recht in plaats van een privilege voor degene die het
kunnen betalen.
Van privilege naar recht op zorg: 1900-1940
- De verandering vond onder andere plaats door de ontwikkeling in de geneeskunde,
vanaf de jaren 10-20 van de twintigste eeuw zie je dat de prestaties van de
geneeskunde enorm toenemen.
- Eerste helft 20ste eeuw
o Toenemende medische prestaties
o Toenemende kosten medische behandeling
o Er komen steriele operatiekamers die mensen daadwerkelijk beter kunnen
maken. De focus verschuift dan ook van de huisarts naar het ziekenhuis en
nemen de kosten van de medische behandeling toe.
o Het werd ook steeds minder geaccepteerd als mensen geen toegang zouden
hebben tot de gezondheidszorg omdat het ziekenhuis nu daadwerkelijk een
verschil kon maken tussen leven en dood. Het werd als een maatschappelijk
waarde gezien.
o Gevolg:
Gezondheidszorg wordt in toenemende mate beschouwd als “recht”
in plaats van een privilege voor degene die het kan betalen
(marktgoed).
- Tot 1940: particulier initiatief dominant
o Rond 1900: zorg door de meeste mensen grotendeels betaald uit eigen zak,
ongeveer 10% van de bevolking viel onder de armenzorg.
o Armenzorg voor de allerarmsten door gemeenten (armenwet 1954/ 1912),
kerkelijke en liefdadigheidsinstellingen.
o De overige mensen waren toegewezen op hun eigen portemonnee of het
groeiend aantal ziekenfondsen.
o Vanaf 1900: steeds meer ziekenfondsen voor lagere-inkomensgroepen
Doktersfondsen, arbeidersfondsen, gildefondsen,
ondernemingsfondsen, coöperaties en dergelijke
Huisartsen in loondienst of betaald via abonnementshonorarium (vast
bedrag per periode).
o Particuliere ziektekostenverzekeringen voor middenstand en hogere-
inkomensgroepen.
, Vanaf 1910 omdat het toen ook voor de mensen met hogere
inkomens aantrekkelijk werd om zich te verzekeren door de stijgende
ziektekosten.
Scheiding ziekenfonds – particuliere verzekering (1907-2006)
- Scheiding afgedwongen door bindend besluit (1912) over de welstandsgrens van de
NMG (Nederlandse Maatschappij tot bevordering de Geneeskunst)
Ziekenfonds Particulier
Beneden welstandsgrens Boven welstandsgrens
Naturavergoeding Restitutievergoeding
Contracten met zorgverleners Geen contractuele relatie
Abonnementstarief huisartsen Verrichtingentarief huisartsen
- De scheiding werd afgedwongen door de artsen zelf door middel van een bindend
besluit in 1912 over de zogenaamde welstandgrens. Dit bepaalde dat artsen zich
alleen bij een ziekenfonds mochten aansluiten en zorg mochten verlenen als dit
ziekenfonds een welstandsgrens hanteerde die werd bepaald door de NNG.
o Mensen die onder de welstandsgrens zaten werden dus alleen geaccepteerd
bij een ziekenfonds, de mensen die daarboven zaten moesten zich particulier
verzekeren.
- Waarom onderscheidt
o De wijze van betaling en vergoeding van medische zorg. De ziekenfondsen
hanteerden een abonnementstarief, vast bedrag per periode, hierbij werd het
risico neer gelegd bij huisartsen. Bij particulieren verzekeraars was sprake van
een verrichtingen tarief, elke keer als iemand langs kwam kreeg de huisarts
daarvoor betaald.
- De positie van de arts was ook verschillend bij een ziekenfonds en particulier, dat had
te maken met het type vergoeding en de consequenties daarvan. Bij ziekenfondsen is
de vergoeding in naturavergoeding, je betaald een premie dus je hebt automatisch
recht op zorg. Bij particuliere verzekering gold een restitutievergoeding, dat de
verzekeraar eigenlijk de kosten van de zorg vergoedde en niet zo zeer recht gaf op de
verlening van zorg.
o Deze vormen en kenmerken zijn nog steeds terug te vinden in de huidige
status van de gezondheidszorg in vormen van naturapolissen en
restitutiepolissen.
- Alle verzekeringen waren vrijwillig, het was niet verplicht om je te verzekeren.
1900-1940: geen universele en gelijke toegang tot zorg
- Omvang en financiële draagkracht ziekenfondsen te klein om grotere risico’s
(ziekenhuisopname) te dekken.
- Ongelijke toegang door premiedifferentiatie en selectief acceptatie door
verzekeraars.
o Ze hadden niet de plicht om iedereen te accepteren
o Het was heel gebruikelijk om mensen boven een bepaalde leeftijd al geen
verzekering meer af te sluiten.
o Verzekering werd vaak opgezegd als er sprake was van hoge kosten
- Grote lokale/ regionale verschillen in de prijs en beschikbaarheid van zorg
- Er ontstond maatschappelijke druk voor algemene toegang tot ziektekosten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisewensing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.