H1: De geschiedenis van de Europese samenwerking
1.1
In de logica van het machtsevenwicht wilden staten voorkomen dat 1 staat
oppermachtig zou worden. Uit angst voor dit scenario probeerde staten
voortduren allianties te sluiten. De staten werden hierdoor geconfronteerd met
het veiligheidsdilemma: telkens als zij hun eigen veiligheid probeerde te
vergroten, bijvoorbeeld door zich beter te bewapenen, voelden omringende
staten zich bedreigd en voerden op hun beurt hun bewapening op. Het was
deze logica die tot en met de tweede wereldoorlog de Europese politiek
domineerde.
Jean Monnet schreef in een privénotitie in 1943 dat Europa er alles aan moest
doen om een volgende oorlog te voorkomen. Dat kon volgens Monnet door te
streven naar Europese betrekkingen, die al eeuwenlang beheerst werden door
de politiek van het ‘machtsevenwicht’ en de ‘logica’ van het
veiligheidsdilemma, een ander fundament geven. Om dit te bereiken moesten
de Europese landen besluiten om supranationale instituties op te richten. Dat
was de kern van Monnets functionele logica: duurzame samenwerking door
toenemende sectorintegratie. Pas in 1950 kwam er een mogelijkheid om zijn
idee naar een plan om te zetten: Het Schumanplan.
In februari 1945 maakten ‘de grote drie’ – Roosevelt, Churchill en Stalin –
tijdens de conferentie van Jalta een besluit over de grenzen van de
bezettingszones van Duitsland. Elke bezettingsmacht zou het hoogste gezag
vertegenwoordigen in zijn eigen zone. Het land werd verdeeld in 4
bezettingszones. Later in dat jaar tijdens de conferentie van Potsdam werden
de stand van zaken duidelijk gemaakt. In 1946 herhaalde Churchill het idee van
‘een verenigde staten van Europa’ waarbij Frankrijk en West-Duitsland
hoofdrollen zouden spelen.
In 1947 werd Churchills angst realiteit, Het ijzeren gordijn ging dicht. De VS
zette het Marshallplan op, voor de wederopbouw van Europa. Stalin wees het
aanbod om te participeren in het Marshallplan af. Daardoor werd het
gezamenlijke bestuur van Duitsland door de 4 bezettingszones onmogelijk. In
1949 werd de Duitse Bondsrepubliek (DBR) opgericht. De Sovjet-Unie
beantwoordde dit door de Duitse Democratische Republiek (DDR). De koude
oorlog was beginnen.
, 1.2
de VS streefde ernaar om een West-Europese eenheid te maken als
tegenstander tegen de communistische dreiging vanuit de Sovjet-Unie. Dit
lukte niet in de eerste jaren na de oorlog. Zo sloten Frankrijk, het Verenigd
Koninkrijk en de Benelux-landen in 1948 het zogenaamde Pact van Brussel. Dit
samenwerkingsverband was puur gericht op collectieve verdediging. Ook de
raad van Europa was zuiver intergouvernementeel van aard. Supranationale
samenwerking was niet de eerste prioriteit van West-Europa, ze wilden graag
zorgen voor een dubbele veiligheidsgarantie tegen de Sovjet-Russische en
Duitse dreiging. In 1950 werd de Noord-Atlantische verdragsorganisatie (NAVO)
opgericht. Frankrijk was nu bereid om het initiatief te nemen in een
supranationaal integratieproject.
Op 9 mei 1950 lanceerde de Franse minister van buitenlandse zaken, Robert
Schuman, een plan voor supranationale samenwerking: het Schumanplan. Dit
plan hield in dat de West-Europese staten bevoegdheden op het gebied van de
kolen- en staalproductie overdragen aan een orgaan ‘boven’ de deelnemende
staten. Controle door samenwerking dus.
De BRD stemde enthousiast mee met het Schumanplan, dit pastte namelijk
perfect bij het idee van Konrad Adenauer (bondskanselier) van een West-
Duitsland dat verenigd was met de rest van Europa. Voor de rest waren
Frankrijk, Italië, België, Nederland en Luxemburg enthousiast. Deze landen
tekende op 18 april 1951 het verdrag van Parijs, ter oprichting van de Europese
Gemeenschap voor kolen en staal (EGKS). Het supranationale centrum werd
gevormd door een negenkoppige hoge autoriteit, die werd gecontroleerd door
een algemene vergadering. De besluitmacht lag echter niet bij de hoge
autoriteit maar bij de raad van ministers.
In dezelfde periode als de EGKS lanceerde Monnet een ander plan, dit was
gericht op het maken van een Europees defensiegemeenschap. Dit liep op een
mislukking uit omdat Frankrijk weigerde het verdrag te ratificeren. Het Franse
parlement wou niet dat hun defensie zou worden ondergebracht aan een
supranationale instelling. Hierna probeerde de Britse premier Anthony Eden
nog een keer om toch tot een akkoord te komen. Na moeizame
onderhandelingen kwam er het akkoord van Parijs, dit verdrag zorgde ervoor
dat het NAVO-lidmaatschap en de herbewapening van de BRD alsnog kon
doorgaan. Dit akkoord was echter puur intergouvermenteel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leandra-kingma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.