100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide Samenvatting (boek + colleges!) Methoden en Technieken van Politicologisch Onderzoek $7.00   Add to cart

Summary

Uitgebreide Samenvatting (boek + colleges!) Methoden en Technieken van Politicologisch Onderzoek

 76 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het tweedejaars IP vak MTPO. Het bestand combineert de opgegeven literatuur (2740) met aantekeningen van de colleges van dr. Mickler. In deze samenvatting staat dus praktisch alles wat je moet weten voor het tentamen.

Preview 3 out of 29  pages

  • No
  • 1-5, 7-9, 11-13, 15
  • October 25, 2021
  • 29
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Methoden en Technieken van Politicologisch Onderzoek

1 Political research
De benadering van politiek onderzoek bestaat uit drie basisposities:
1. Voorstander van pluralisme in methodologische benaderingen;
2. Onderzoek moet ‘problem-driven’ zijn;
3. Onderzoek moet relevant zijn voor belangrijke politieke vragen en beleidskwesties.
Dit boek houdt zich bezig met het formuleren van belangrijke vragen en het ontwikkelen van
betekenisvolle en overtuigende antwoorden. Er bestaat niet altijd overeenstemming over wat zo’n
antwoord vormt. Welke onderzoekspraktijken en -methoden politieke onderzoekers in staat stellen
geloofwaardige antwoorden te bieden op belangrijke vragen levert veel onenigheid, deels vanwege
de diversiteit van de discipline. Een aantal controversies:
 Politiek en Internationale Betrekkingen
Afgelopen jaren zijn mensen geneigd deze als aparte vakgebieden de behandelen, maar nu
erkennen geleerden steeds meer dat deze verdeling fundamentele interdependenties van
interstatelijke en nationale systemen verduistert. Dit boek beschouwt deze twee als één
onderzoeksgebied.
 Empirisch vs. Normatief onderzoek
We moeten duidelijk zijn over het verschil tussen normatieve (wat zou moeten zijn) en
empirische (wat ís) vragen en uitspraken, maar we moeten erkennen dat ze niet
onafhankelijk zijn van elkaar.
 Positivisme vs. Interpretivisme
Ze hebben verschillende ontologische en epistemologische standpunten, maar in het
algemeen gebruiken onderzoekers in beide tradities dezelfde methodologische conventies.
Uiteindelijk wordt elk onderzoek beoordeeld o.b.v. een aantal algemeen geaccepteerde
standaarden van onderzoek.
 Kwantitatief vs. Kwalitatief onderzoek
De verschillende methodologische posities zijn niet verbonden aan bepaalde ontologische of
epistemologische posities, of aan bepaalde onderzoeksvragen of -ontwerpen. Het draait
uiteindelijk om de manier waarop de methode wordt gebruikt, niet welke methode. Elke
methode heeft plus- en minpunten en geen enkele methode is perfect.
De empirische cyclus: probleem/vraag/puzzel -> conceptualisering en operationalisatie ->
onderzoeksontwerp -> observatie/dataverzameling -> data-analyse -> interpretatie/evaluatie
Wetenschap is het systematisch verwerven van kennis. Politicologie verschilt niet qua methoden niet
van andere sociale wetenschappen, maar er ligt wel meer nadruk op bepaalde methoden en
strategieën. De status van kennis is afhankelijk van de aanpak:
Niet wetenschappelijk o.a. Wetenschappelijk o.a.
Op basis van persoonlijke ervaring, intuïtie Systematisch
Systematische immunisering tegen kritiek Gerelateerd aan theorie
Ongerechtvaardigde selectiecriteria (gevallen, Herhaalbaar, falsifieerbaar, intersubjectieve
eenheden van observatie) controleerbaarheid
Theorie/resultaten niet kritisch evalueren in Reflectief, (zelf)kritisch, correctie
relatie tot andere theorieën/verklaringen
Bovennatuurlijke verklaringen: (bij)geloof, Cumulatief proces, vooruitgang
magie
Verzinnen van bronnen Transparante, controleerbare aanpak




1

,2 Forms of knowledge
Ontologie = zijnsleer: Wat bestaat? Wat is de aard van de sociale wereld? Twee opvattingen:
1. Objectivisme
2. Constructivisme
 Deze posities kunnen niet empirisch onderzocht worden, maar vormen basisassumpties van
hoe de wereld in elkaar zit.
Epistemologie = kennisleer: Wat kunnen we weten over de wereld en hoe? Twee extremen:
1. Positivisme
2. Interpretivisme
 Je moet deze ideaaltypen zien als de twee extremen aan de uiteinden van een schaal,
waarop alle onderzoekers zich bevinden.
Methodologie: Welke strategieën kunnen we gebruiken om die kennis te vergaren?
Behaviorisme wordt gebruikt voor de toepassing van positivisme en empirisme op politiek
onderzoek. Behavioristen richten zich op het onderzoeken en verklaren van observeerbaar gedrag
van (groepen) individuen; wat doen politieke actoren en waarom? Critici vonden dat de stroming,
door zich te focussen op eenvoudig meetbare fenomenen, te veel bezig was met techniek i.p.v.
inhoud en geen significante problemen aanpakte. Dit leidde tot de post-behaviorist revolutie, die de
politieke wetenschap in nieuwe richtingen duwde (rationele keuze theorie en interpretivisme).

Positivisme
Het positivisme begon als een beweging om een stevige basis voor sociaalwetenschappelijk
onderzoek te leggen. De Franse filosoof Comte wordt gezien als de grondlegger. De basisprincipes:
1. Naturalisme: er zijn geen fundamentele verschillen tussen de natuurwetenschap en de
sociale wetenschap
2. Empirisme: wat we weten over de wereld is beperkt tot wat kan worden waargenomen
3. Het doel van de sociale wetenschap is het verklaren en voorspellen van sociale fenomenen
d.m.v. wetten. Deze wetten kunnen worden ontdekt d.m.v. systematisch onderzoek van
observeerbare gebeurtenissen en d.m.v. inductie. Volgens positivisten bestaat de wereld uit
fenomenen die causaal met elkaar verbonden zijn, dus zijn ze altijd op zoek naar oorzaak-
gevolg relaties. Deze causaliteit is subjectief: het draait om empirische regelmatigheden, niet
om causale noodzaak/mechanismen.
4. Het is mogelijk om feiten en waarden van elkaar te scheiden
5. Inductie: o.b.v. een aantal observaties/cases ontwikkelt men generalisaties. Observatie ->
patroon -> theorie
6. Verificatiebeginsel: onderzoekers beperken zich tot uitspraken die empirisch verifieerbaar
zijn, de rest is onwetenschappelijk (zoals ethiek en metafysica)
7. Objectivistisch
De Weense Cirkel, een groep filosofen, beroept zich grotendeels op de ideeën van Comte. Hun boek
vormt de basis voor de twee generatie van het positivisme: het logisch positivisme. Tussen de 1 e en
2e generatie zijn geen grote verschillen. Comte had alleen grote abstracte ideeën, en de Weense
Cirkel heeft deze omgezet in een specifiek manifest over hoe de wetenschap zou moeten werken.
Volgens Popper moest de sociale wetenschap zich alleen richten op deductie, vanwege het
‘probleem van inductie’ (David Hume): het maakt niet uit hoe veel observaties een theorie
bevestigen, er hoeft maar één contra-observatie te zijn om deze onderuit te halen -> bijvoorbeeld
zwarte zwaan of inductieve kalkoen. En omdat één uitzondering een inductief gegenereerde theorie
neerhaalt, is definitieve verificatie van een hypothese onmogelijk. Daarom moeten we ons richten op
het falsifiëren van hypothesen. Alles wat niet falsifieerbaar is, ligt buiten de wetenschap. Maar hoe
kunnen we deductie gebruiken voor het verklaren van sociale fenomenen? -> hypothetico-
deductieve methode van Hempel: het fenomeen dat moet worden verklaard (explanandum) is
logisch af te leiden uit datgene wat het verklaart (explanans), en de explanans bevat minstens één



2

, wet (nomos). Een voorbeeld van wat wordt beschouwd als een wet is Duverger’s Law. Deze kritiek
leidde tot de 3e generatie: standaard positivisme, dat anders was in twee opzichten:
1. Falisificatie als demarcatiecriterium voor onwetenschappelijkheid
2. Deductie als primaire benadering om kennis te vergaren. Theorie -> hypothese (moet
falsifieerbaar zijn) -> data (moet empirisch waarneembaar zijn). Data kan de theorie
ondersteunen, maar kan deze nooit bewijzen.

Interpretivisme
Aantal basisprincipes:
1. De sociale wereld verschilt fundamenteel van de natuurlijke wereld. De realiteit is niet ‘mind-
independent’, maar wordt subjectief gecreëerd. De sociale werkelijkheden bestaan niet
onafhankelijk van onze interpretatie ervan.
2. Wetenschappelijke kennis kan worden vergaard d.m.v. de interpretatie van de betekenissen,
geloven en ideeën die actoren reden geven tot handelen. We kunnen zo menselijk gedrag
begrijpen (verstehen), maar niet verklaren of voorspellen o.b.v. law-like generalisaties en het
vaststellen van causale relaties.
3. Hermeneutische benadering: We vergaren kennis d.m.v. interpretatie en tekstuele
strategieën. De sociale wereld is als een tekst en moet worden geïnterpreteerd om
verborgen betekenissen en sub-teksten te ontdekken.
4. Individuen en gebeurtenissen zijn uniek -> gedetailleerd, interpretatief, specifiek onderzoek
5. Constructivistisch
De ontologische en epistemologische posities zijn van belang, omdat er binnen sub-disciplines
bepaalde posities dominant zijn. Daarnaast hebben ze methodologische implicaties. Meestal wordt
positivisme gekoppeld aan een kwantitatieve en interpretivisme aan kwalitatieve
onderzoeksstrategie. Een kwantitatieve onderzoeker legt de nadruk op cijfers, deductie etc., terwijl
een kwalitatieve onderzoeker de nadruk legt op inductie, woorden en empathie,
context/detail/proces. Hierdoor is er geen statistische generalisatie mogelijk + gevaar voor
impressionisme/subjectivisme. Een bepaalde onderzoeksstrategie leidt tot een voorkeur voor
bepaalde methoden van data-verzameling: kwantitatieve methoden zijn o.a. survey-onderzoek, grote
N, gestructureerde interviews; kwalitatieve methoden zijn o.a. diepte-interviews, kleine N. We
moeten het onderscheid echter niet overdrijven, omdat beiden dezelfde wetenschappelijke ambitie
hebben. Bovendien is een onderzoek nooit puur inductief of deductief, maar is het vaak een
combinatie. Het verschil vervaagt ook steeds meer door de ‘mixed methods’.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brechtjem. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$7.00  9x  sold
  • (0)
  Add to cart