Dit is een samenvatting van het vak Storytelling Beeld en Kunst. Het vak wordt gegeven in het eerste jaar op de Hogeschool Saxion. Het is een overzichtelijk en duidelijke samenvatting van de hoorcolleges, reader, kennisclips. Ook zit er een oefententamen bij om de geleerde stof te toetsen.
Storytelling: Beeld en Kunst
Deze samenvatting bevat:
- Hoorcolleges
- Reader
- Kennisclips
- Oefententamen
Onderstaand de informatie uit de reader
Dramaturgie
Dit is voor het eerst beschreven in Aristoteles’, werk ‘Poëtica’ (vierde eeuw voor Christus uit
Griekenland). Omdat het meer een puntsgewijze opsomming is, is het niet lekker leesbaar.
Een groot deel van het werk is helaas verloren gegaan. Bronnen (waaronder Aristoteles)
zeggen dat er twee boeken waren. Eén boek zou gaan over tragedie en het epos en de
andere over komedie (dit laatste boek bestaat niet meer).
Vaak worden de begrippen ‘drama’ en ‘tragedie’ door elkaar gehaald. Deze twee hebben
verschillende betekenissen. Drama betreft een verhalend verloop. Tragedie is een genre.
Kenmerken van de plot van een tragedie
- Gaat om 1 enkele handelingsverloop met 1 afloop (geen dubbele handeling).
- Gaat om verandering van geluk naar ongeluk (niet omgekeerd).
- Deze verandering is niet veroorzaakt door verdorvenheid (slechtheid) van een karakter,
maar doordat er een grote fout is gemaakt door iemand van gemiddelde goedheid of beter
(maar niet minder).
Dramaturgie en verloopplan
Hiermee wordt bedoeld hoe een drama of het verhalende verloop is opgebouwd. Aristoteles
omschreef dat het tragische plot een geheel moest zijn, maar ook te overzien moest zijn:
begin, midden en eind (proloog, episode, exodus). Ook mogen er geen losse eindjes aan
zitten. Aristoteles deelde het tragische drama op in drie onderdelen:
Proloog
- Sfeer wordt neergezet
- Expositie: introductie hoofdpersonen, hun rollen en de omgeving van het verhaal.
- Motorisch moment: gebeurtenis dat het echte verhaal in gang zet.
Episode
- Opbouw spanning
- Catastrofe: dramatische ontwikkelingen (climaxen of crisis) leiden tot een hoogtepunt.
- Afwikkeling catastrofe
Epiloog (resolutie)
- Ontknoping: hoofdrolspeler (en publiek) komen achter de waarheid.
- Catharsis (loutering): opwekken van emoties.
- Afbouw: alle uitgezette lijnen komen bij elkaar.
, Aristoteles in 5 fasen
- Expositie (uiteenzetting voorafgaande om wat volgt te kunnen begrijpen).
- Intrige (de verwikkeling, ontwikkeling probleem wordt geschetst).
- Climax (spanning wordt opgevoerd).
- Catastrofe (spanning komt tot ontlading, begin van ontknoping).
- Peripetie (afwikkeling of plotse ommekeer).
Verschillende karakters
Protagonist (hoofdpersoon)
- Hoofdpersoon is goed, maar niet perfect of juist slecht.
- Heeft bepaalde fout gemaakt en valt naar ongelukkige situatie.
- Lijden van de hoofdpersoon kan worden bewerkstelligd (vooral binnen vriendschap) door:
- De daad laten plegen door iemand die het slachtoffer kent.
- De daad laten plpegen zonder kennis van het slachtoffer, gevolgd door herkenning.
- De voorgenomen daad niet uit laten voren door tijdige herkenning.
Antagonist (tegenspeler)
- Tegenspeler (bad guy) van het verhaal.
- Veroorzaakt obstakels voor protagonist (hoofdpersoon).
Tritagonist (derde persoon)
- Kan allerlei functie hebben in het verhaal.
- Belangrijkste functie van de tritagonist:
- Veroorzaker of aanstichter van het conflict.
- Werktuig in handen van de protagonist of antagonist.
- Het betwiste object tussen de protagonist en de antagonist.
- Verzoener tussen de beide partijen.
- Afweerder van de aanval van de antagonist, de bevrijder.
- Vertrouweling van de protagonist (of antagonist).
Ontstaan van deze 3 rollen
In de aanloop naar de 5e eeuw voor Christus, werden in grote feesten de Griekse God
Dionysus (god van de wijn) bezongen (in de vorm van koorzang). Op een gegeven moment
waren hier drie grote Griekse toneelschrijvers:
- Aeschylus: stapte uit koor, introduceerde antagonist en er ontstond dialoog (vertelvorm).
- Sofokles introduceerde de tritagonist.
- Euripides: zijn werk lijkt het meest op moderne drama..
Drama in de 20e eeuw
Drama verplaatst zich voor een groot deel naar de bioscoop en televisie. Men ging hierdoor
meer nadenken over verhaalstructuren. De 3-aktenstructuur vormt de basis voor het
hedendaagse drama (niet het genre, maar de verhaalstructuur). Eén van de mensen die zich
bezig hield met dramatische structuren was de Russische Vladimir Propp:
- Bestudeerde uitingen van volkscultuur (vooral verhaalstructuur sprookjes).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentDouwe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.
