Sturen = Het regelen van bedrijfsprocessen. Belangrijk managementactiviteit. Doelstellingen moeten
behaald worden
Redenen besturing
1. Aanpassen van gewijzigde omstandigheden
- Interne (bv. bezettingsgraad) en externe (bv. wensen van de klant) metingen
- Om te reageren op gewijzigde bedrijfsomstandigheden
2. Verminderen van fouten en het voorkomen van een opeenstapeling van fouten
- Bv. strenge controle op het geld dat het bedrijf nog moet ontvangen
3. Kunnen omgaan met complexiteit
4. Minimaliseren van kosten
Vormen van sturing
1. Corrigerende/curatieve sturing
- Achteraf bijsturen
- Bv. meten van foutenpercentage van een productieafdeling
2. Preventieve sturing
- Bv. het personeel goed trainen
Criteria voor de effectiviteit van sturing
- Is er een duidelijk verband tussen de sturingsmethode en het gewenste resultaat?
- Wordt de juiste sturingsmethode gebruikt?
- Is de methode objectief?
- Is de methode compleet?
- Is de methode snel genoeg?
- Is de methode accuraat?
- Wordt de methode door iedereen aanvaardt?
- Ziet iedereen het nut van de methode in?
Redelijke criteria, flexibel, corrigerende actie, nadruk op uitzonderingen, efficiënt, accuraat,
strategische positionering, helder, op het juiste moment, diverse criteria
6.2 Sturing via een systeembenadering
Systeemkunde
Normstelling = het kiezen van een doel
- Gelijklopende sturing vindt tijdens het proces plaats en leidt meteen tot aanpassing
Voorwaartskoppelende sturing
- Vooraf meten zal de procesgang goed verlopen (bv. ingaande stroom van
grondstoffen en informatie)
- Regelactie = direct ingrijpen wanneer de norm niet te halen is
- Meet- en regelsysteem
- Feedforward = andere benadering van dit preventieve meet(control) - en regelproces
- Mislukt de sturing? nieuwe planning
, Achterwaartskoppelende sturing
- Uitvoer gemeten en vergeleken met de planningsnorm
- Feedbackproces kwaliteitscontrole
- Terugkoppelend sturingsproces
- Curatieve sturingsvorm
6.3 Sturing volgens Merchant
1. Resultatensturing
- Terugkoppelend sturingsproces
- Vergeleken met de productiedoelstelling
2. Activiteitensturing
- Sturen op het bevorderen van positieve acties
- Medewerkers duidelijk laten weten dat ze verantwoordelijk worden gehouden voor hun
prestaties bv. promotiemogelijkheden aan koppelen
3. Personeelssturing
- Bevorderen dat werknemers de gewenste houding aannemen en het gewenste gedrag
vertonen
- Verhogen van sociale controle en zelfcontrole
- Bv. door juiste werving, groepswijze beloning, etc.
6.4 Sturing volgens de Leeuw
- Besturend orgaan = degene die invloed wil uitoefenen BO
- Bestuurd systeem = een deel van de organisatie dat bestuurt wordt BS
- Om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de besturing
1. Heeft het BO een idee over de gewenste richting?
2. Heeft het BO voldoende en adequate informatie over de omgevingsinvloeden op BS?
3. Heeft het BO informatie over de toestand van het BS?
4. Heeft het BO inzicht in de werking van het systeem?
5. Heeft het BO zelf voldoende besturende maatregelen?
6. Heeft het BO voldoende capaciteiten om informatie te verwerken?
Voorwaarden voor effectieve besturing
,6.5 Financiële sturing
Begroting
- Geeft de herkomst en besteding van de verwachte middelen weer
- Interne begroting voor mensen binnen het bedrijf
- Externe begroting voor belanghebbenden buiten het bedrijf
- Liquiditeitsbegroting = een overzicht van de geldstromen binnen een bedrijf
- Meerjarenbegroting = geeft het management inzicht in de gevolgen van het gevoerde en
voorgenomen beleid over een reeks van jaren
- Functies begroting:
Budgetteringsfunctie middel om geld toe te wijzen aan verschillende onderdelen
of processen in het bedrijf
Financieringsfunctie
Beleidsfunctie
Beheersfunctie kaders voor het te voeren beleid
Autorisatiefunctie wie mag voor welk bedrag welke uitgaven doen
Informatiefunctie
Financiële planning- en controlcyclus
- Meting wordt vergeleken met de norm
1. Begroting
- Verwachte middelen (inkomsten) afgezet tegen verwachte opbrengsten
2. Goedkeuring begroting
3. Realisatie
- Begrote inkomsten en uitgaven worden vergelijken met werkelijke inkomsten en
uitgaven
- Eventueel bijsturen
4. Nacalculatie en jaarverslag
- Jaarrekening
5. De volgende ronde in de cyclus
- Kern van besturen: voortdurend meten en bij afwijkingen van de planning ingrijpen
- Ook planning- en controlcyclus voor bv. personeelsplanning, volgen van verkoopcijfers
De financiële balans
Balans = overzicht van de bezittingen en schulden in een bedrijf
- Activa & passiva
- Vaste activa, Vlottende activa, debiteuren, liquide middelen, EV, Vreemd vermogen op
lange termijn, vreemd vermogen op kort termijn (vlottende passiva), crediteuren
- Beoordeling balans:
Vermogensstructuur = verhouding tussen passiva
Kapitaalstructuur = verhouding tussen activa
Verhouding van bepaalde bestanddelen van het kapitaal tot het vermogen
, Winst- en verliesrekening
= Om inzichtelijk te maken hoe een bedrijf kostenpost voor kostenpost afwerkend van de
omzet tot de uiteindelijke nettowinst komt
- Netto-omzet = opbrengsten die we overhielden aan der verkopen van goederen en
diensten (eventuele verleende handelskortingen verrekend)
- Bruto-omzet = netto-omzet na aftrek kosten
- Operationele kosten = Betreffen de verkoop- en algemene beheerskosten
- Bedrijfsresultaat = Omzet – kosten
- Bijzondere baten en lasten komen bij het bedrijfsresultaat
- Winst voor interest en belastingen = brutowinst
- Interest
- Winst voor belasting
- Vennootschapsbelasting
- Nettowinst toegevoegd aan eigen vermogen of in dividend uitgekeerd
- Beoordeling bank:
Kasstromen van een bedrijf
Balans van een bedrijf
Winstgevendheid van een bedrijf
Balanced Scorecard
- Sturingsmethode ontwikkeld door Kaplan en Norton
- Prestatiemaatstaven worden in onderling samenhangend verband en toekomstgericht
samengevat
- 4 invalshoeken:
Financiële perspectief
Interne perspectief
Perspectief van de klant
Innovatieve perspectief
- Vormt een minicockpit van het bedrijf
Managementkengetallen
Kengetallen = getallen die een aantal gemeten grootheden met elkaar in vooraf gedefinieerd
verband leggen
Managementkengetallen = de kengetallen die managers gebruiken voor het meten van de
prestaties van het bedrijf en de sturing van die organisatie
- Verschillende soorten kengetallen
Key Result Indicators (KRI’s) indicator voor belangrijke resultaten (bv. uitkomsten
van klanttevredenheid)
Performance indicators indicator voor belangrijke prestaties richtinggevend
(bv. winstgevendheid belangrijkste klant, winst op belangrijkste productgroepen)
Key Performance Indicators indicator van kritieke prestaties
- PI geven meer stuurinformatie dan alleen de procesuitkomsten van de KRI
- Kunnen gevoed worden door KRI’s
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariaidadj45. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.18. You're not tied to anything after your purchase.