SAMENVATTINGEN COLLEGES C&I
Inhoud
College 1 .................................................................................................................................................. 2
College 2 .................................................................................................................................................. 4
College 3 .................................................................................................................................................. 6
Artikel Pettiglieri .................................................................................................................................. 6
Artikel Ashfort en grinder .................................................................................................................... 7
Artikel tost et al ................................................................................................................................... 8
College 4 .................................................................................................................................................. 8
Artikel Esposo, Shooting the messenger: outsiders cirtical of your group is rejected........................ 9
Artikel Smidts Perceived External Prestige ......................................................................................... 9
Artikel Dutton Image and identity in organizational adaption ........................................................... 9
Artikel Gopinath ................................................................................................................................ 10
College 5 ................................................................................................................................................ 10
Artikel Haslow en Platow .................................................................................................................. 11
Artikel Ellemers, Queen Bee .............................................................................................................. 11
Artikel Glass gliff, bruckmuller .......................................................................................................... 11
College 6 ................................................................................................................................................ 12
Artikel isaakyan ................................................................................................................................. 12
Artikel Burris ...................................................................................................................................... 12
Artikel Wu .......................................................................................................................................... 13
College 7. Moraliteit .............................................................................................................................. 14
Artikel: Ellemers & van Nunspeet ..................................................................................................... 15
Artikel: Ellemers et al. – CSR.............................................................................................................. 16
Artikel Conroy: over identificatie ...................................................................................................... 16
College 8. Taalgebruik en identiteit....................................................................................................... 16
Artikel Roberson & Stevens ............................................................................................................... 18
Artikel Porter et al. ............................................................................................................................ 19
College 9 Diversiteit en bias in organisaties .......................................................................................... 19
Gender stereotypering – Heilman ..................................................................................................... 21
Artikel Stout et al............................................................................................................................... 22
Artikel moscatelli ............................................................................................................................... 23
College 10. Diversiteitsinterventies....................................................................................................... 23
Artikel Gundemir ............................................................................................................................... 24
, Artikel Ely & Thomas ......................................................................................................................... 25
College 11. Pesten op het werk ............................................................................................................. 27
Artikel Barlett & Bartlett ................................................................................................................... 28
College 12. Science scepticism & science communication ................................................................... 31
College 13. Responsiecollege ................................................................................................................ 35
College 1
Gedrag is meer bepaald door situatie dan door persoonlijkheid. Vb; tandarts bekertje (door die
persoon doe je het, maar als iemand het op straat stelt doe je het niet).
Identiteit is geheel aan kenmerken dat een persoon of andere entiteit uniek en herkenbaar maakt. Is
iets anders dan sociale identiteit! (voorbeeld: kenmerk vu is griffioen, vrije komt van particuliere
school, merchandise voor waar je bij hoort en waar je trots op bent) (BNN is begrip geworden in
plaats afkorting)
Communicatie = uitwisselen van informatie
Organisationele communicatie = gaat voordurend door, process by which individuals stimutlate
meaning in minds (riddeltjes reclama, die moet in je hoofd blijven hangen).
Het proces van communiceren
- Laat zien hoe lastig het is om boodschap (goed) aankomt.
- Er ontstaan misverstanden als je geen feedback krijgt
- Voorbeelden: persco en cursushandleiding
- Zelfde info andere conclusie (want maatregelen verschuiven)
- Voorbeeld: verzonden- dansen met janssen / begrepen – we mogen los /bedoeld – laat je
vaccineren is maar een prikje
Inspanningen zender
- Goede medium kiezen
- Boodschap goed coderen
o KISS principe – Keep It Short en Simple
o Dialect spreken (verdienen minder)
o Mondeling of schriftelijk – hoe meer twijfelachtig de situatie is hoe meer mondeling
▪ Mondeling krijg je meer feedback
▪ Schriftelijk duidelijk in een keer voor meer mensen
, ▪ Hybride is beste
o Voorbeeld SIRE: sarcastische boodschap, ironie in boodschap
▪ Bedoeld – wees heer in verkeer / verzonden – slecht voorbeeld en ironie /
ruis – dick bruna is voor kinderen dus niet lezen / ontvangen – henk is suffe
lul / begrepen – ik gedraag me zoals kees (asociaal)
- Controleren of boodschap is aangekomen
- Feedback vragen
- Ruis reduceren
De ontvanger nader geanalyseerd
- Voorbeeld viruswappie of zwarte piet, je hebt al positie ingenomen, dus boodschap wordt
beinvloed door je sociale identiteit
- Voorbeeld vaccineren vs republikein/democraat
- Iedereen heeft zelfde info maar toch andere beslissing door identiteit
- Informatie verwerking = gericht op manier waarop individuen informatie verwerken
- Cognitive miser = mensen die minimaal informatie verwerken, ene oor in andere oor uit.
o Voorbeeld voetbalwedstrijd en reclame
o Stereotyperen meer dan normaal want hebben op basis van een oogopslag
(hoofddoek, huidskleur) al mening klaar van dit is zo’n persoon.
o Heel zuinig omgaan met informatieverwerking, beetje lui, veel dingen langs je heen
o Cognitie = kenvermogen, mentale activiteit van proces van kennisverwerving.
Elaboration-likelihood model
- Verklaart wanneer mensen heel grondig informatie verwerken of heel beperkt
- Voorbeeld: reclame kijk je niet echt naar maar werkt wel, riedeltje blijft hangen
- Voorbeeld: viruswappie noemen, verlaagt de kans dat hij naar je argumenten voor vaccinatie
luistert – gebeurt toch om positieve eigen sociale identiteit te ontwikkelen.
- Voorbeeld: demonstreren geeft goed gevoel, want je hebt het idee bij een groep te horen
Communicatie binnen organisaties/ door organisaties is niet neutraal, gericht om gedrag te
manipuleren.
- voorbeeld slogans Brexit – taking back control, dit manipuleert gedrag
- Voorbeeld rutte: ik heb hier geen actieve herrinering aan).
- Voorbeeld: fake news – alternative facts/ truth isn’t truth.
- Voorbeeld CSR: vooral shell praat erover (logo’s worden misbruikt door tegenhangers)
, Kenmerkend onderzoek communicatie in organisaties
- Effecten communicatie op attitudes
o Commitment/identiteit
o Organisatieveranderen (hoe toch overtuigen en positieve beleving)
- Effecten communicatie op gedrag medewerkers
o Organization citizenship behavior (voorbeeld: inwerken nieuwe college, overwerken)
o Prestaties/effectiviteit
o Vertrek (hoe communiceer je ontslag het beste, maar ook naar buiten toe)
Nonverbale communicatie
- Communiceren hoge/lage status
o Kleding (voorbeeld: klm en ryan air), ruimte(zitplaats vergadering), tijd (voorbeeld
zelf tijd bepalen bij hogere status).
College 2
Vorige keer identiteit, maar deze week sociale identiteit
Social identity benadrukt verhoudingen tot groep(en) en gevoelens die daarbij horen. A persons
sense of who they are based on their group. Dynamisch begrip
Sociale psychologie: veel hangt af van omgeving
- Kenmerken van de situatie
- Gedrag van anderen
Het experimenten
- Veel experimenten worden gedaan
- Net iets andere situatie dan in het echt
- Manipulaties =ingreep van experimentnator, twee groepen twee situaties/teksten.
- Waarom? Experimenten laten causaliteit zien door twee groepen en dus manipulaties
Cruciaal: random toewijzing
Sociale identiteitstheorie
- Het belang van groepslidmaatschappen
- Realistische conflict theorie – bij schaarste doen mensen wreed tegen elkaar
- Oke maar wat zijn minimale voorwaarden om wreed tegen elkaar te doen? – experiment
minimale groepen paradigma
- Minimale groepen paradigma
o Ingroup vs outgroup
o Random toewijzing (klee en kandinsky)
o Punten toekennen aan eigen groep en andere groep
o In algemeen: eigen groep bevoordelen (ingroup favoritism)
o Categorisatie (random indeling in groepen) is voldoende voor optreden discriminatie
tussen groepen, ook als ze geen geschiedenis, interactie is geweest.
- Experiment in organisatie
o Wat moet verdeling salaris zijn tussen top, management en werkvloer.
o Top geeft zichzelf het meest, management stuk minder
o Management geeft top ook meer maar wel stuk gelijker
o Werkvloer geeft top ook meer maar stuk gelijker en zelf bijna gelijk met
management
Minimale groepen voorbeeld: ATEAM
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dewilubbes2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.