Onderzoeken:
Onderzoeksdesign en steekproeven:
Het is belangrijk dat fysiotherapeuten een onderzoekende houding hebben
omdat, als je problemen wilt oplossen van een
patiënt/praktijk/maatschappij. Dan wordt er een open, kritische en
creatieve houding gevraagd. Dat houdt in dat je nieuwgierig moet zijn,
vragen moet stellen, vragen moet beantwoorden, verbanden ziet en de
verbanden wil begrijpen en onderbouwen.
Populatie: de doelgroep, voorbeeld: tweedejaars fysiotherapiestudenten.
Interventie: een actieve handeling om problemen op te lossen,
voorbeeld: mondkapjes.
Comparison: de vergelijking, voorbeeld: geen mondkapjes
Outcome: het resultaat, voorbeeld: het verspreiden of niet verspreiden
van het virus.
Een onderzoek cyclus begint meestal met een vraag. Binnen deze vraag
zijn er een aantal centrale begrippen variabel. PICO/PECO acroniem is een
methode om de vraag duidelijk en concreet te formuleren. De PICO-
elementen zijn de centrale begrippen in de onderzoeksvraag. Het vergroot
vaak de efficiëntie naar een goed antwoord. PICO zegt meer over een
interventie en PECO over een risicofactor.
Onderzoek variabelen:
- Baselinevariabelen: kenmerken van de onderzoekspopulatie:
geslacht, leeftijd, aandoening enz. Deze beschrijft de P (patiënt,
probleem, populatie)
- Onafhankelijke variabele: de variabele die iets veroorzaakt, de
oorzaakvariabele. Dit noem je ook wel de determinant. Dit zijn vaak
de I (E) en C binnen de onderzoeksvraag.
- Afhankelijke variabele: dit wordt veroorzaakt door de onafhankelijke
variabele, dus de gevolgvariabele of uikomstvariabele. De
uitkomstmaat is de O binnen de onderzoeksvraag.
Level of evidence:
Als je kijkt of er een relatie is tussen een afhankelijke en onafhankelijke
variabele. Dan wil je weten hoe groot de bewijskracht is dat er een causale
relatie is (oorzaak-gevolg relatie) tussen de onafhankelijke en afhankelijke
variabele. De bewijskracht is gebaseerd op het studiedesign
(=onderzoeksopzet).
Primaire studies:
Op heel veel wat we nu weten is gebaseerd op wetenschappelijk
onderzoek. Er zijn verschillende soorten studies. Primaire studies zijn
onderzoeken die ook echt bij patiënten worden uitgevoerd. Hierdoor krijg
,je kennis en kun je hypotheses toetsen. Bij primaire studies heb je
onderscheid tussen experimenteel en observationeel onderzoek. d
Experimenteel onderzoek:
Het onderzoek waarbij de onderzoeker iets oplegt bij de
onderzoekspopulatie. De onderzoeker bepaalt of jij de ene behandeling of
de andere behandeling krijgt. De onderzoeker legt echt gedragsregels op.
Hier zitten soms wel ethische aspecten aan vast. Niet ieder onderzoek is
geschikt om bij patiënten gedragsregels op te leggen. Randomized control
trial kan in de praktijk vaak niet uitgevoerd worden, omdat het niet ethisch
is.
Je hebt ook control trials waarbij de onderzoeken wel invloed hebben op de
behandeling. Hierbij is er geen randomisatie. Waarbij de onderzoeker de
groepen in twee verdeelt dit noem je een quasi- experimenteel onderzoek.
Observationeel onderzoek:
De onderzoeker gaat wel meten in de praktijk, hij/zij gaat dingen
observeren en meten, maar er worden geen gedragsregels opgelegd. Dit
is vaak ethisch minder beladen. Mensen laat je vrij om zelf te kiezen dat ze
A of B doen. De onderzoeker wil wel graag weten welke verschillen er
optreden bij de twee groepen. Er zijn drie soorten observationeel
onderzoek
- Cohort onderzoek:
- Patiënt-controle onderzoek:
- Patiëntenseries:
Secundaire studies:
Dit zijn overzichtsartikelen. Er wordt gekeken naar welke primaire
onderzoeken er uitgevoerd zijn om een bepaalde onderzoeksvraag te
beantwoorden. Hierover wordt dan een review over geschreven. Dit noem
je een systematic review. Er zijn systematic reviews van RCT en van
observationeel onderzoek. Hoe meer onderzoek je op een ‘stapel gooit’,
hoe meer bewijs dat levert. Daarom staan de systematic reviews altijd iets
boven de primaire studies.
Oefenopdracht:
‘Vermindert het dragen van een mondkapje tijdens praktijklessen het
aantal coronabesmetting onder fysiotherapie?’
P = studenten fysiotherapie
I = mondkapje tijdens praktijklessen
C = niet dragen van mondkapjes tijdens praktijklessen
O= vermindert van het aantal coronabesmettingen
‘Vergroot het niet dragen van een mondkapje tijdens praktijklessen de
kans op een coronabesmetting onder studenten fysiotherapie?’
, P = studenten fysiotherapie
E = het niet dragen van het mondkapje
C = het dragen van het mondkapje
O= vergroten het aantal coronabesmettingen
De mening van een influencer is geen bewijskracht. De
#ikdoenietmeermee is gebaseerd op een mening, maar niet op een
mening van een deskundige.
De level of evidence:
5. Begint eigenlijk met de mening van een expert. Maar omdat het een
mening is van expert en er andere wetenschappers zijn met andere
theorieën. Een mening van een expert heeft bewijskracht.
4. Patiëntenseries (case- serie): klas EFY2VE heeft in kwartiel 1 geen
mondkapjes gedragen en er zijn geen besmettingen tijdens de
praktijklessen ontstaan. De docent zegt dat die dit goed heeft
geregistreerd. Het probleem met een case-serie is, dat er geen
controlegroep is. Dus je weet niet hoe het is gegaan in andere groepen.
Het kan ook zo zijn dat de andere klassen ook geen mondkapje hebben
gedragen en daar wel besmettingen zijn.
Om een controlegroep te kunnen creëren, zal je een steekproef moeten
nemen. De personen in het rondje moet je als klassen zien binnen de
opleiding fysiotherapie. Als je 4 klassen neemt, at random. Dan heb je een
steekproef.
3. Het
eerste
gecontroleerde
observationeel onderzoek is
de case control studie. Je
begint het onderzoek bij de vier klassen. Aan het eind van kwartiel 1 ga je
bij de vier klassen kijken. Bij welke klas er wel besmettingen zijn en bij
welke klassen niet. Dan vraag je aan de klassen of ze een mondkapje
gedragen hebben of niet. Je vraagt dus terug in de tijd.
Hierna ga je kijken in de klassen waar besmettingen waren, of daar vaker
het mondkapje werd gedragen dan in klassen waar geen besmettingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nejaspersfaijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.