100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Beeldend tekenen $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Beeldend tekenen

 379 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 38 pagina's voor het vak Beeldend tekenen aan de HR

Last document update: 9 year ago

Preview 3 out of 38  pages

  • February 16, 2015
  • March 30, 2015
  • 38
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 Beeldendonderwijs
Cultuur
Cultuur is datgene wat in het bewustzijn van mensen is opgeslagen.

Beeldcultuur
In de westerse maatschappij bedoelen we visuele beelden die buiten gewoon opdringend
aanwezig zijn.

Beelden of vormen
Hier gaat beeldend onderwijs over.
Beelden: alle vormgevingen die door mensen zijn gemaakt en die ergens naar verwijzen.
Een tekening van een appel is een beeld omdat het verwijst naar een
appel.
Een standbeeld is een beeld omdat het verwijst naar een persoon.
Vormen: Reële dingen, iets wat er is.
Vaas, fiets
Alles wat een mens ziet, daar maakt een mens een innerlijk beeld, een innerlijke voorstelling
van.
Omdat dit in je geest ontstaat heet het: mentaal beeld.
Een materiële weergave daarvan heet ook een beeld. Een beeldje van een hond, een
tekening van een molen.
Wat je werkelijk ziet is reëel.

Een vormgeving zonder verwijsfunctie is een vorm (design). Vaas

Vormgeving: autonoom en toegepast
Beelden: verwijzen
Vormen: verwijzen niet
Toegepaste vormgeving: Vormen met een functie. Asbak, fiets, hoed, stenen om op
te lopen.
Autonome vormgeving: zonder direct aanwijsbaar gebruiksdoel. Stapeling kubussen in
het midden van een rotonde als kunst.

Reëel en mentaal
Visuele beelden: die je kunt zien.
Maar geluidsbeelden kun je ook visualiseren (iets omzetten zodat het visueel wordt).
Een reëel beeld of vorm is wat je werkelijk ziet.
Dat wordt als mentaal beeld in je geheugen opgeslagen.
Er zijn 2 soorten beelden:
* Mentale/ innerlijke. Immateriële beelden: verbeeldingen, fantasiebeelden, innerlijke
voorstellingen.
* Reële/ werkelijke/ materiële beelden: afbeeldingen, voorstellingen, beelden op papier of
ergens anders op, voorstellingen in klei etc.

Voorstelling
Zolang je het beeld kunt herkennen.
Figuratief beeld: je hebt een goede scan gemaakt van wat je zag, je hebt een goed visueel
geheugen dus een week later kan je van jouw voorstelling alsnog een beeldje kleien.

1

,De inhoud: wat de kunstenaar erin stopt. Dit kan zijn een bos bloemen in een vaas maar kan
ook emotie zijn. Bijvoorbeeld door vrolijke kleuren te gebruiken. Het is natuurlijk de vraag of
iemand anders dat ook zo opvat.
De betekenis: kunnen zeggen wat je ziet of wat je er bij voelt. Een betekenis hoeft niet aan
het beeld vast te zitten, het is maar net hoe iemand het op vat.

Beeldaspecten
Vorm en kleur: aspecten
Aspecten van beelden en vormen.

Beeldtaal
Een taal is een symboolsysteem dat ideeën overbrengt.
Muziek, boek, dans, schilder, tekenaar.

Woordtaal
Teksten en auditieve elementen. Hoe breng je het over? (intonatie)


Hoofdstuk 3 Geschiedenis en zijn
uitingen
Cizek en Rothe
Frans Cizek was docent aan de kunstgewerbeschule.
Vanaf 1897 gaf hij buiten schooltijd kunstklassen.
Tijdens en na het tekenen werd het resultaat besproken en in 1923 vond er een
tentoonstelling plaats in Amsterdam met het werk van de kunstklas.
Richart Rothe was een Oostenrijkse docent.
Zijn methoden en boeken werden in verschillende talen uitgebracht.
De vernieuwing komt in Nederland niet echt van de grond, leraren waren er niet aan toe en
er waren geen geschikte methodes.

Altera
Jan Altera heeft handleidingen geschreven voor het tekenonderwjs (1935).
Zijn doelstellingen:
* Motorische oefeningen, speciaal voor de hand
* Leren omgaan met tekenmateriaal
* Grafisch realiseren van de voorstelling.
Hij onderscheidde ook 2 didactische werkvormen:
* Het leergesprek
* Opmerkingen van de leerkracht als de leerlingen bezig zijn

Handvaardigheid
 Arbeid
* Standpunt: leren omgaan met gereedschap
 Kennis
* Kennis verbreden door zelf actief bezig te zijn




2

, Theorie van Groen
Hij publiceerde in 1940 de handleiding van handenarbeid. Maar handenarbeid werd door de
politiek niet als schoolvak gezien.

Vrije expressie: de Werkschuit
Herbert Read en Victor Löwenfeld publiceerde handvaardigheid en tekenen als expressie-
vakken.
Vrije expressie en zelfontplooiing was na de 2e wereldoorlog erg welkom maar in de praktijk
niet makkelijk te realiseren.
In Amsterdam was er een groep die ermee aan de slag ging. Ze vonden uit in hoever je
leerlingen vrij kon laten en waarbij ze hulp nodig hadden. De groep heette de werkschuit.

Geleide expressie
Deze term ontstond doordat leerkrachten het niet vonden kunnen/ tegenstrijdig vonden dat je
onderwijs moest geven en tegelijk leerlinge vrije expressie moest laten beoefenen.
Geleide expressie is dus vrije expressie beoefenen maar wel met begeleiding.

Bauhaus
Dit was een didactiek.
Kenmerkend: de gedachte dat kunst met alle aspecten van het leven te maken heeft. En het
teruggaan naar grondvormen zoals kubus, kegel, bol en cilinder en afwijzen van ornamenten
(versiering).
Voor deze didactiek was vooral op voortgezet onderwijs aandacht.

Fenomenologie
Van Lennep baseerde zijn visie op fenomenologie.
Dit is een waarnemingstheorie die streeft naar exacte beschrijvingen.

Hermeneutische fenomenologie
Tekendocent Wouter van Ringelestein heet met zijn boek beeld en werkelijkheid grote
invloed gehad om beeldendonderwijs.
Hermeneutiek: interpreteren en het leren daarvan.
De hermeneutische fenomenologie interpreteert het fenomenologisch (objectieve) ervaren
verschijnsel in relatie tot zijn omgeving, in relatie tot cultuur waarin het zich bevindt dus ook
tot degene die het zelf ervaart.

Dialectische didactiek
Didactiek: een leerkracht moet ondersteunen, helpen en stimuleren.
Dialectisch: de filosofie achter de didactiek.
Het gaat vooral om het zelf maken met aandacht voor de beeldaspecten.
Creëren van een eigen wereld door zelf waar te nemen.


Hoofdstuk 4 Doelen en
doelstellingen
Waarom onderwijs
* Draagt bij aan persoonlijke ontwikkeling
* Zorgt voor overdracht van verworvenheden
* Helpt bij deelname in de samenleving


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anouk_. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35
  • (0)
  Add to cart