Test Bank for Essential Cell Biology: with Norton Illumine Ebook, Smartwork, and Animations, 5th Edition by Alberts, 9780393680362, Covering Chapters 1-20 | Includes Rationales
Test Bank - Essential Cell Biology, 5th Edition (Alberts, 2020), Chapter 1-20 | All Chapters
All for this textbook (6)
Written for
Universiteit Twente (UT)
Biomedische Technologie
Celbiologie
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
jcgroos
Content preview
Samenvatting Celbiologie
HC 1 Chapter 1
Een levend organisme voldoet aan: Georganiseerd, Homeostase,
Reageren op prikkels, Adaptatie aan omgeving, Groei & ontwikkeling,
Voortplanting, Beweging en Stofwisseling.
Cellen variëren in → grootte, vorm, functie en samenstelling
Gemeenschappelijke eigenschappen van cellen → de bouwstenen
(koolhydraten, vetzuren, nucleotiden, eiwitten) en informatie doorgifte
door middel van DNA (DNA ->RNA ->eiwit)
Microscopische technieken:
- Lichtmicroscoop: licht gaat door een condensor lens door het
preparaat. Vervolgens gaat het door verschillende lenzen naar je
oog.
▪ weefsel wordt eerst gefixeerd en in dunne secties gesneden
- Fluorescentie microscoop: fluorescerende stoffen zetten licht van een
korte golflengte om in licht van een langere golflengte. De lichtbundel passeert eerst
het excitatiefilter, dat het licht beperkt tot een bepaalde golflengte. Het emissielicht,
dat door het preparaat wordt uitgezonden gaat door een sperfilter dat de rest van het
excitatielicht uit de bundel verwijdert.
▪ fluorescente probes kunnen bepaalde delen (bv DNA) van cellen aantonen
- Transmissie-elektronenmicroscoop: elektronen worden door een preparaat heen
geschoten en vervolgens op een fluorescerende plaat geprojecteerd. Op plaatsen waar
het preparaat het dikst is (veel massa) treedt de meeste verstrooiing van de
elektronen op, zodat het aantal elektronen dat uiteindelijk vastgelegd wordt kleiner is.
Het gevormde beeld is dan donkerder in vergelijking met de dunnere plaatsen van het
preparaat.
▪ weefsel wordt eerst in dunne plakjes gesneden, gefixeerd en met zware metalen
behandeld
- Scanning Electron Microscope: een elektronenstraal wordt op het materiaal
geprojecteerd en tast het oppervlak volgens een raster af. De teruggekaatste of de
door secundaire emissie vrijkomende elektronen worden
gedetecteerd en punt voor punt vastgelegd in een beeld. De
hoogte en helling van de oppervlakte zijn bepalend voor het aantal
gegenereerde secundaire elektronen.
Prokaryoten (bacteriën en archaea) → cel zonder organellen of kern, DNA
los in de cel.
Eukaryoten → cel met organellen en het DNA in de celkern.
,Endosymbiose van mitochondria: mitochondria waren eerst vrije prokaryoten die later door
fagocytose in gastcellen zijn gekomen en in symbiose verder zijn gaan leven.
Organellen in de cel:
- Mitochondria: oxidatie van voedingstoffen en produceert ATP.
- ER: maakt complexe moleculen voor in de cel, in het celmembraan of buiten de cel.
- Golgi apparaat: modificeert en verpakt moleculen gemaakt in het ER, ze worden door de cel
vervoert of buiten de cel gebracht.
- Lysosomen: verteren (afval)stoffen
- Peroxisomen: inactiveren giftige moleculen met waterstofperoxide
Het cytosol is de vloeistof in de cel waarin de organellen drijven. De organellen zelf horen niet bij het
cytosol. Het cytoplasma is het cytosol en de organellen die erin zitten.
Cytoskelet → voor beweging van cellen (actine, intermediaire filamenten, microtubuli)
HC2 Chapter 5
Celkern → bevat chromosomen met DNA
- nuclear envelope: kernmembraan
- nucleolus: structuur in de celkern; bestaat uit RNA, DNA en
eiwitten en zorgt voor de vorming van ribosomen
- nuclear pores: kleine moleculen diffunderen hier doorheen
in en uit de kern
Griffith experiment → Griffith’s experiment liet zien dat het
destijds gangbare idee dat een bepaalde stam bacteriën altijd
dezelfde eigenschappen heeft niet klopt. Hij toonde aan dat eigenschappen van bacterie op bacterie
kunnen worden overgegeven door DNA.
DNA molecuul → Bestaat uit 2 complementaire nucleotideketens die verbonden worden door H-
bruggen. De nucleotiden bestaan uit een suikergroep, fosfaatgroep en base (A,C,T,G). Een
fosfordiesterbinding verbindt de suiker en fosfaatgroepen.
,Structuur DNA:
- Suiker-fosfaat keten
- Anti-parallel
- Dubbele helix
- Grote en kleine groeve
- DNA = negatief geladen
- Baseparen G:C & A:T
- Volledig complementair
Genoom → totaal aan genetische informatie opgeslagen in chromosomen
Gen → segment van DNA dat codeert voor een eiwit of RNA molecuul
De grootte van het genoom varieert enorm. Complexere organismen hebben vaak een groter
genoom, maar er zijn veel uitzonderingen.
Het menselijk genoom bestaat uit 22 paar autosomen en 2 geslachtschromosomen. Totaal 23 paar.
Prokaryotisch DNA: circulair, 1 chromosoom
Eukaryotisch DNA: lineair, meer dan 1 chromosoom
In situ hybridisatie → genen aankleuren om bv genen voor kanker te vinden
2 delen van de celcylus:
- Interfase: chromosomen worden gedupliceerd
- Mitose: chromosomen worden verdeeld over de dochtercellen, tijdens de cytokinese deelt
de cel
3 DNA sequenties zijn nodig voor replicatie en verdeling van chromosomen:
- Replication origin: nucleotide sequentie waar de DNA replicatie begint
- Telomeren: aan de uiteinden van elk chromosoom, 'protective cap'
- Centromeren: hier hecht de mitotic spindle aan tijdens M-fase, gedupliceerde chromosomen
worden zo uit elkaar getrokken
, Nucleolus → bevat rRNA genen (ribosomaal RNA)
Voor de mitose condenseren de chromosomen en worden ze compacter. Tijdens de interfase is het
DNA minder compact. De chromosoom structuur is dynamisch, het is in- & uitpakbaar afhankelijk
celcyclus (“on demand access”).
Chromatine = DNA + geassocieerde eiwitten (histoneiwitten en niet-
histoneiwitten)
DNA zit rond histonen gewikkeld. De histonen bestaan uit 8 delen. DNA en
histonen zijn bij elkaar gepakt tot chromatine fibers. Dit proces heet chromosome
coiling.
Nucleosomen → 'kralen' in een chromatineketen, de plaatsen waar de DNA-
streng zich om de histonen windt
Chromatin remodelling complex → gebruiken energie van ATP hydrolyse voor het afwikkelen van
DNA dat rond de nucleosomen zit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jcgroos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.