100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie zenuwstelsel en ecologie $7.48
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie zenuwstelsel en ecologie

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

In dit document van maar liefst 26 kantjes wordt precies uitgelegd hoe het zenuwstelsel in elkaar zit en de gehele werking hiervan. Ook wordt in dit document het onderwerp ecologie behandeld, met daarin a/biotische factoren tot aan voedselrelaties en voedselketens met trofische niveau's

Preview 3 out of 26  pages

  • October 26, 2021
  • 26
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Hoofdstuk 18

18.1 het zenuwstelsel
Functies:
1. Regeling van de homeostase; organen en weefsel
worden aangestuurd
2. Coördinatie van de activiteiten van organen; Ze
moeten goed afgestemd zijn op elkaar als er
meerdere werken.
3. Coördinatie van de contacten met de buitenwereld;
Waarnemen en reageren is noodzakelijk
4. Coördinatie van psychische functies; de werking van
het zenuwstelstel heeft te maken met bewustzijn en
zaken als leren en herinneren, stemmingen en
emoties, denken, muzikaliteit en creativiteit

Het zenuwstelsel is qua anatomie (bouw) verdeeld in het
centrale en perifere deel.
Centrale zenuwstelsel hersenen en ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel zenuwen die de organen met de hersenen en ruggenmerg
verbinden

Animale zenuwstelsel= regelt de wisselwerking tussen individu en omgeving. Het speelt een
hoofdrol in je gedrag. Het bestuurt de dwarsgestreepte skeletspieren doelwitorganen.
Autonome zenuwstelsel= coördineert de organen die te maken hebben met het
levensonderhoud van cellen (hartwerking, spijsvertering, uitscheiding).
Doelwitorganen de gladde spieren, de klieren en de hartspier. Het stelsel werkt samen
met het hormoonstelsel.

18.1.1 steuncellen
Het zenuwstelsel bestaat uit geordend en herkenbaar zenuwweefsel. Je hebt neuronen
(zenuwcellen) en steuncellen (1:1). Neuronen zijn Impuls geleidende cellen waarop de
werking van het zenuwstelsel gebaseerd is. Steuncellen dienen voor het onderhoud en
bescherming van de neuronen en spelen een rol bij het verhogen van de snelheid van de
impulsgeleiding.
Steuncellen hebben de naam gliacellen;
1. Astrocyten; even groot als neutronen en voorzien hun van voedingstoffen en voeren
afvalstoffen af. Ze zijn belangrijk voor het bewaken van de homeostase.
2. Oliogodendrocyten; zijn vrij klein. Elke cel heeft 50 uitlopers die
rond de neuronuitloper gewikkeld zijn. Zo ontstaat een dikke
koker, gevuld met myeline myelineschede. De onderbrekingen
worden de insnoeringen van Ranvier genoemd.
3. Microglyocyten (lijken op witte bloedcellen) zijn spinachtige
cellen die zich verplaatsen tussen het zenuwweefsel. Ze ruimen
lichaamsvreemde en aangetaste cellen op. Ze vormen het
immuunsysteem van het znw.st.

,In het perifere zenuwstelsel zijn de axonen ontwikkeld tot steuncellen cellen van schwann.
Die bevatten myeline en de cellen zijn meerder keren om het axon gerold myelineschede
(schede van schwann). Elk segmentjes tussen 2 insnoeringen is een cel. De schede van
schwann heeft een isolerende, verzorgende en ondersteunende functieoliogodendrocyten
van het perifere stelsel. Het geleid de inpulsen sneller.

18.1.2 neuronen
Een neuron heeft een groot cellichaam, dendrieten (uitlopers die impulsen weg geleiden
naar het cellichaam.) en een lange celuitloper die impulsen wegvoert naar een
neuro/spier/klier axon. De langste axonen zijn omhuld met een myelineschede met
insnoeringen. Het axon eindigt in vertakkingen of verbredingen die een overdrachtsplaats
vormen voor een neuron/kliercel/spiercel. Er is sprake van eenrichtingsverkeer
Soorten;
 Sensorische neuronen; vervoeren inpulsen van de sensoren in het lichaam naar het
centraal zenuwstelsel. Ze hebben 1 dendriet die ook een
myelineschede bevat. De axon en de dendriet verschillen
in dat de axon de impulsen naar het centrale stelsel stuurt
en de dendriet van het periferie naar cellichaam.
 Motorische neuronen; ze vervoeren impulsen van het
centraal zenuwstelsel naar de rest van het lichaam en
verbinden het centrale stelsel met de uitvoerders (spieren
en klieren). Ze hebben een groot cellichaam, korte
dendrieten en een lang axon.
 Schakelneuronen; ze dragen impulsen over van het ene op
het andere neuron. De dendrieten en axon zijn kort. In de
ruggenmerg en hersen zijn dit de meeste neuronen.

18.1.3 zenuwen
je hebt motorische zenuwcellen; lopen van het ruggenmerg naar
de spieren. Bestaan uit alleen axonen. De zenuwen en hun
axonen zijn omgegeven door een laagje myeline met een
bindweefsellaagje. Honderden axonen vormen een
zenuwbundel. Meerdere zenuwbundels vormen een zenuw.
Sensorische zenuwen lopen vanuit de zintuigen naar de
ruggenmerg. Ze bevatten alleen dendrieten. Sommige zenuwen
hebben beide gemengde zenuwen (veel).

18.2 Algemene werking
De werking bestaat uit drie functionele fasen; sensorische input – verwerking – motorische
output.

Veranderingen worden door de sensoren waargenomen. Een sensor is een gespecialiseerde
cel verwant aan en neuron, die gevoelig is voor bepaalde veranderingen. Hij vertaalt de
prikkels in impulsen en stuurt ze via zenuwen naar het centrale zenuwstelsel. Het opvangen
van prikkels is sensorische input.

, In het centrale zenuwstelsel vindt verwerking
plaats. Het stelsel ontvangt de informatie en
beoordeeld de betekenis. Vervolgens bepaalt
het centrale zenuwstelsel of en hoe het lichaam
moet reageren.

Als er gereageerd wordt op een inwendige of
uitwendige verandering, worden er remmende
of stimulerende impulsen naar het
doelwitorgaan of weefsel (effectoren
spieren/klieren) gestuurd. Het aansturen noem
je motorische output.

18.2.1 membraanpotentiaal
Bij levende cellen bestaat een meetbaar potentiaalverschil tussen de binnenkant en
buitenkant van het celmembraan membraanpotentiaal. Binnen de cel is de lading
negatiever dan erbuiten (-50 en -100 mV). Er zijn meer negatieve deeltjes in de oplossing
dan buiten de cel.

De opwekking en voortgeleiding van elektrische signalen zijn de
gevolgen van veranderingen van de membraanpotentiaal en
treden op wanneer de ionenconcentraties binnen en buiten het
celmembraan veranderd zijn.

In een neuron in rust is de concentratie K +¿ ¿-ionen binnen de cel
+¿ ¿
hoger. Voor N a -ionen geldt het omgekeerde. Binnen de cel
bevinden zich veel negatieve eiwitmoleculen. Buiten de cel zijn er
juist veel Cl — ionen concentratiegradiënten. De negatieve
binnenkant en positieve buitenkant resulteert is een
potentiaalverschil.

De ionen willen van kant wisselen door de aantrekkingskracht. Op den duur verdwijnt het
rustpotentiaal. Dat wordt verhinderd door:
 Doorlaatbaarheid van de celmembraan. Die is niet voor alle ionen gelijk
 Een enzymatische pomp. Zo blijft de verhouding constant. De Na/K pomp verplaatst
de ionen weer naar de goede plek. Als energiebron word ATP gebruikt.

18.2.2 depolarisatie, actiepotentiaal en repolarisatie

Depolarisatie
Een chemische of elektrische prikkel kan de rustportaal veranderen. Een prikkeling van het
celmembraan blijkt de mebraanpermeabiliteit voor Na-ionen te vergroten. Er komt een
instroom op gang. De ionen komen binnen via een kanaaltje waarin (tijdelijk) een sluisje
opengaat. Zo neemt het potentiaalverschil af depolisatie (de verkleining van het
potentiaalverschil). De drempelwaarde voor het zekere doorgaan van de depolarisatie ligt
ongeveer bij de -50mV.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gijsdekoning23. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.48
  • (0)
Add to cart
Added