100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting premaster COM/BCO P1 KBO (Kernthema's Bestuur & Organisatiewetenschappen) $5.89
Add to cart

Summary

Samenvatting premaster COM/BCO P1 KBO (Kernthema's Bestuur & Organisatiewetenschappen)

 119 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de colleges KBO voor premasterstudenten van COM/BCO van de VU. Samenvatting met afbeeldingen, begripsomschrijvingen en oefenvragen incl antwoorden.

Preview 4 out of 39  pages

  • No
  • 1 t/m 4
  • October 27, 2021
  • 39
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Kernthema’s Bestuurs- en organisatiewetenschap

Inhoud
Tentamenfocus
Introductie Interview docent
In het kort
College 1 Introductie B&O in tegeltjeswijsheden
College 2 Opkomst van de organisatiesamenleving en ‘de bureaucratie’
College 3 Bureaucratisch en Humanistisch management
College 4 Bureaucratie vs. informele organisatie
College 5 Frontstage en backstage
College 6 Restjes college 4
College 7+8 Organisatie en omgeving
College 9 Cultuurmanagement & zelfsturing
College 10 Postbureaucratie & verandermanagement
College 11 Cultuur, macht & symboliek
Oefententamen vragen met antwoorden

Tentamenfocus
Tentamen bestaat uit +/- 6 open vragen die je schriftelijk moet beantwoorden. Het gaat erom dat jij
de theorie direct kunt toepassen op een casus. Vooral belangrijk om te weten wie welke
wetenschapper is en waar hij/zij voor staat en ook in staat zijn om de verschillende theorieën met
elkaar te vergelijken.

Introductie interview docent docent
Theorieën zijn een instrument wat je kunt gebruiken om bepaalde inzichten te krijgen, maar tegelijk
moet je er ook op bedacht zijn dat theorieën zich op een bepaald iets richten waardoor je andere
dingen niet ziet (haas-eend tekening). Die kritische noot is belangrijk en hoopt hij ons bij te leren.
Voorbeeld: theorie zorgt ervoor dat een manager heel effectief is maar de medewerkers opeens
veel harder moeten werken. Je moet theorie dus niet overschatten, het is enkel een hulpmiddel om
iets te begrijpen. Dus schrijf ook wat jij ervan vindt, lees niet alleen maar alsof het de waarheid is.
Ontwikkel je oordeelsvermogen door dit te doen.
Doel van dit vak is om B (van Bestuur) en O (van Organisatie) te verbinden en inzichtelijk te maken.




1

,In het kort

Kern van 10 tegeltjeswijsheden is dat je theorieën als hulpmiddel moet zien om het
grotere geheel te begrijpen.

Thema’s/debatten nemen je mee in de historie en spelen vandaag de dag ook nog grote
rol:
1. Rationele vs. humanistische sturing ’00-’40 en
‘60
2. Formele vs. informele organisatie ’50 en ‘60
3. Organisatie en omgeving ’60 en ‘70
4. Structuur vs. cultuur ’80 en ‘90
a. Rationeel-bureaucratische vs. culturele sturing
b. Organisatie als structuur vs. organisatie als cultuur/sociale constructie

5. Bureaucratie vs. postbureaucratie ’90 en nu

In deze debatten duidelijk onderscheid tussen bestuur/managementlijn (B) en mens &
organisatie lijn (O).
 B = Scientific Management, Humanistisch management, cultuurmanagement en
zelfsturing, postbureaucratie en verandermanagement (Taylor + Mayo en
literatuur: Grey)
 O = Bureaucratiestudies en besluitvormingsstudies, contingentietheorie,
institutionele/enactmenttheorie, organisatiecultuur, macht en politiek, politiek van
identiteit (Weber, Merton, Mintzberg en Weick en literatuur: Goffmann, Mintzberg,
Morgan, Young)

Belangrijkste strijders en hun visie
 Taylor (rationeel-bureaucratische sturing) met standaardisatie/formalisatie van
werkprocessen, horizontale taakverdeling (deeltaken) en verticale taakverdeling
(hiërarchie). Alles voor efficiëntie, vanuit managementperspectief bekeken.
Scientific management, organisatie als machine.
 Mayo (humanistische sturing) n.a.v. Hawthorne experimenten zijn informeel
overleg over het werk, taakverbreding/taakverrijking en zachte sturing met
inspraak belangrijk in het werk. Organisatie als sociaal verband. Human relations
school.
 McGregor (humanistische sturing) eens met Mayo. Revisionisme: Theorie X en Y.
Mensen moeten meer te zeggen hebben over hoe ze het werk willen doen.
Organisatie als sociaal verband.
 Weber (ideaaltype bureaucratie) met standaardisatie, horizontale en verticale
taakverdeling, nepotisme (geen vriendjespolitiek) en meritocratie (eerlijkheid).
Weber was enerzijds fan van bureaucratie (snel, eerlijk) en anderzijds sceptisch
(ijzeren kooi die dehumaniseerd)
 Merton (bureaucratiestudies, informele organisatie) met onbedoelde gevolgen,
doel verschuiving en bureaucratische persoonlijkheid. Praktijk heel anders dan het
ontwerp.
 Goffmann (bureaucratiestudies, informele organisatie) met theatermetafoor met
frontstage en backstage. Praktijk anders dan het ontwerp: achter de gouden muur.
 March/Simon (bounded rationality), Cohen/March/Olsen (vuilnisvatmodel),
Starbuck (organisaties zijn probleemopwerpers) en Janis (groupthink) in de
besluitvormingsstudies.
 Burns & Stalker (contingentietheorie) niet 1 beste manier van organiseren;
organisatievorm (en gewenste bureaucratiseringsgraad) bepaald door
omstandigheden. Onderscheid tussen mechanisch en organisch regime in een
eenvoudige/stabiele of complex/dynamische omgeving.
 Mintzberg (organisatievormen): eenvoudige structuur (start-up), machine
bureaucratie (fabriek), divisiestructuur (Ahold), professionele bureaucratie
(advocatenkantoor, uni), adhocratie (netwerkorganisatie, Al Qaida). Afhankelijk




2

, van situationele factoren zoals leeftijd en grootte, technisch systeem, omgeving
(dynamisch, complex), interne/externe macht.
 Selznick (normen en waarden uit omgeving overnemen ter overleving), Meyer &
Rowan (gerationaliseerde mythen om isomorfisme/vormgelijkheid met de
omgeving na te streven voor legitimiteit) en DiMaggio & Powell (verklaringen
voor isomorfisme: imitatiedrang, normatieve druk en dwang door regelgeving)
met hun institutionele theorie.
 Weick (enactment theorie) bekritiseerde andere theorieën door te zeggen dat
mensen hun eigen werkelijkheidsbeeld creëren en hiernaar gaan handelen. Dus
kan je als organisatie je wel aanpassen aan de omgeving als iedereen in de
organisatie een ander beeld heeft van die omgeving? Alles is dus subjectief.
 Ouchi (Theorie Z) waarin mensen en organisatie zich aan elkaar moeten
committeren d.m.v. gezamenlijke gedachte. Dus: cultuurmanagement.
 Peters & Waterman (7S model) waarin shared values als bindende factor gezien
worden. Shared values was de succesformule. Dus: cultuurmanagement.
 Timmers (Phillips), Steve Jobs, Zuckerberg (cultuurmanagement) wilden mensen
intrinsiek motiveren en laten geloven in de bijzonderheid van het bedrijf.
 Foucault (kritiek op macht van zelfmanagement) door 3 soorten macht:
soevereine, hiërarchische en disciplinaire (panopticum van gevangenis) macht.
 Schein (ijsbergmodel, organisatiecultuur) onderscheidt gelaagdheid van cultuur
en symboliek en linkt dit ook aan de basisaannames: ieders werkelijkheidsbeeld.
 Young (cultuur/symbolische analyse a.d.h.v. identiteitsuitspraken). Eenheid en
verscheidenheid als gevolg van de roos.

Al deze verschillende visies en ideeën lijken voort te komen vanuit een pendelbeweging
tussen de economische omstandigheid (groei of neergang) en de reacties daarop vanuit
management ideeën. Groei leidt tot meer bureaucratische beheersing waarin productie
belangrijkste is. Neergang leidt tot humanische beheersing door besef van menselijke
krachten.

Ook zorgen ze voor paradigmastrijd in organisatiewetenschappen. Paradigma is het
denkkader van waaruit de werkelijkheid geanalyseerd en beschreven wordt.
 Managerialistisch vs. kritisch-afstandelijk: vóór managers schrijven vs. óver
managers en organisaties schrijven.
 Objectivisme/positivistisch vs. interpretatief/constructivistisch: organisatie als
objectief rationeel systeem zien dat je kunt meten vs. organisatie als sociale
constructie zien die je kwalitatief kunt onderzoeken.




3

, College 1 B&O in tegeltjeswijsheden
B&O als aanvullende perspectieven. Dit vak gaat over de combinatie van beide perspectieven.

Bestuur Organisatie
Dicht op bestuurders, beleidsmakers, overheid Dicht op managers, professionals, uitvoerders
Macro: het systeem, het grotere plaatje Meso/micro: interne organisatie, mens en zijn
sores
Richting: wat we willen Inrichting: hoe we het doen
Voorschrijvend en normatief: hoe het zou Beschrijvend en begrijpend: hoe het feitelijk
moeten werken werkt

Tegeltjeswijsheden geven de kern weer ter introductie van het vak B&O.

Tegeltjeswijsheid Toelichting
1. Organisaties zijn knooppunten in de Organisaties zijn overal. Ze ordenen onze contacten, reguleren
samenleving en in ons leven onze dag, regeren ons leven. Geboorte (ziekenhuis) tot dood
(begrafenisondernemer). Elke keer weer nieuwe omgeving waar
je gedrag vertoont dat bij die omgeving past (uni = luisteren in
college).
2. De rol als spil in de samenleving Het aantal organisaties is in de afgelopen eeuw alleen maar
neemt alsmaar toe, wij leven in een toegenomen.
‘organisatiesamenleving’
3. Wij weten over het algemeen geen We hebben niet door dat alles zo verregaand georganiseerd is,
moer van organisaties en hun het is vanzelfsprekend geworden of verborgen achter een gouden
werking muur.
4. Organisaties zijn overal, maar wij Als je op B&O gebied specialist wilt worden moet je ervanuit gaan
zien ze niet of krijgen ze niet te zien dat niets vanzelfsprekend is en dus actief op zoek naar de info
achter de schermen.
5. Werk kan saai zijn, maar werkende Geïnteresseerd in mensen? Mensen komen elkaar tegen in
mensen bestuderen is juist niet saai organisaties, dus daarom interessant om dit te studeren. Wie je
ook maar spreekt, ‘werk’ doet wat met mensen en is dus boeiend
om te bestuderen. B&O’ers worden vrolijk van mensen die
problemen op hun werk hebben, dat geroddel kan je
onderzoeken.
6. Nederlanders denken dat het om je Werk of privé voorop? Leuker, lekker en gezellig is typisch
privéleven draait, maar in de Nederlands. Sociaal vangnet in NL maakt werk minder belangrijk
praktijk draait het (minstens t.o.v. mensen in andere landen. Werk wordt alleen maar ‘drukker’
evenzeer) om je werk omdat we continu aan het besturen en organiseren zijn.
7. Het fenomeen ‘organisatie’ is (net Het definiëren van het begrip ‘organisatie’ is lastig omdat het
als ‘bestuur’) niet eenduidig. Het is zoveel is. Veelal komt terug:
van alles tegelijk, orde en wanorde,  Samenwerken
proces en product  Een gewenst doel
 Gecoördineerde actie
B&O had dus net W&D kunnen heten (Wanbestuur- en
Disorganisatiewetenschap).
Organisatie is een soort rivier; een groot proces dat ervoor zorgt
dat de rivier (bv. VU) blijft stromen/bestaan. Allerlei mensen die
denken en doen alsof er zoiets als Phillips bestaat.
8. Elke ordening (historisch, Er is geen ultieme indeling/overzicht, daarom mag je ook je eigen
theoretisch, thematisch) van B&O is overzicht en antwoorden creëren. Verschillende ordeningen door
per definitie onvolmaakt en de historie heen door verschillende wetenschappers:
onvolledig en dus een tikje rationeel/humanische sturing, formele/informele organisatie,
willekeurig organisatie/omgeving, structuur/cultuur,
bureaucratie/postbureaucratie. (onder de tabel wordt dit verder
toegelicht)
9. Theorie is de landkaart, niet het Theorie is niet meer dan een hulpmiddel om het landschap te
landschap bekijken. 6 blinden en 1 olifant, jij moet je afvragen ‘’is er wel een
olifant?’’ – dat radicale perspectief wil Sierk je leren. Je eigen
waarnemingen dus ter discussie stellen.
10. Wees verschillig! Onthoud welke dingen/onderwerpen je enthousiast of juist boos
maken. Door het je eigen te maken begint het pas echt te leven.

Ordening van B&O in grote lijnen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annie15. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  15x  sold
  • (0)
Add to cart
Added