100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literatuur Week 3 (Externaliserend) - 4.2C Behandeling $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Literatuur Week 3 (Externaliserend) - 4.2C Behandeling

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Nederlandse samenvatting van alle literatuur van week 3 (aan de hand van de leerdoelen), inclusief tabellen met daarin de uitgewerkte interventies.

Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 42  pages

  • October 27, 2021
  • October 27, 2021
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Week 3 - Externaliserend
Wat is externaliserende problematiek?

Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (2016); Nederlands Jeugdinstituut (2021);
Richtlijn ernstige gedragsproblemen voor jeugdhulp en jeugdbescherming (NVO, 2018);
DSM-5 (APA, 2013)
Externaliserende problematiek = gedragsproblemen, zoals agressief gedrag,
onrustig gedrag en delinquentie (NCJ, 2016).
Iemand heeft gedragsproblemen als hij/zij regelmatig ongewenst gedrag
vertoont dat voor anderen storend is (NJI, 2021). Voorbeelden van
gedragsproblemen = driftbuien en woedeaanvallen, agressief gedrag, pesten en
delinquent gedrag. Gedrag dat anderen opzettelijk schaadt of kwetst.
Storend gedrag = zorgwekkend wanneer het duidelijke nadelige gevolgen heeft
voor het kind zelf of de omgeving – wanneer het de cognitieve, emotionele en
sociale ontwikkeling van het kind belemmert (NJI, 2021; NVO, 2018). 5 typen
storend gedrag:
1) Dwars en opstandig gedrag = zich verzetten tegen volwassenen of
weigeren te voldoen aan regels/verzoeken, en ruziemaken met
volwassenen.
2) Prikkelbaar, boos of woedend gedrag = lichtgeraakt of snel geërgerd
zijn, boos en ontevreden en/of driftig zijn.
3) Anderen ergeren = anderen met opzet ergeren of de schuld geven van
eigen fouten.
4) Antisociaal gedrag = liegen, stelen, spijbelen.
5) Agressief gedrag = pesten, bedreigen, vechten, of iemand tot seksuele
handelingen dwingen.
Sprake van gedragsproblemen als:
 Een kind dwars en opstandig gedrag vertoont, snel geprikkeld is en
driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen
of stelen) of zich agressief gedraagt.
 Het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van
ondervinden.
 Het gedrag minstens enkele maanden duurt
 Kan verschillende oorzaken hebben = boosheid, frustratie of juist
ongevoeligheid en emotieloosheid.
Inschatting van de ernst (NVO, 2018):
 Duur van de problematiek.
- Hoe langer het gedrag voorkomt, hoe ernstiger het is.
 Frequentie van het gedrag.
- Hoe vaker het gedrag voorkomt, hoe ernstiger het is.
 Het aantal situaties waarin het gedrag voorkomt.
- Als het gedrag in meerdere situaties voorkomt (thuis, school, vrienden,
sportclub), is het ernstiger.
 Het aantal verschillende typen storend gedrag.


1

, - Hoe meer typen, des te ernstiger.
 Het samen vóórkomen van het storende gedrag met andere problemen.
 Het aantal en ernst van de nadelige gevolgen en hoe deze worden
ervaren door de jeugdige, zijn gezin en zijn bredere omgeving.
Sprake van gedragsstoornis als:
 Gedrag is heel problematisch.
 Gedrag houdt langer dan een jaar aan.
 Gedrag belemmert het kind in naar school gaan, vrienden maken en
contact met familie.
Gedragsproblemen (DSM-5):
 Oppositioneel gedrag of regelovertredend = wanneer een kind zich
verzet tegen de regels of leiding die door volwassenen worden gegeven.
- Het kind kan dit weigeren of driftig/boos reageren op de correcties.
o Meest typerend voor ODD, niet hetzelfde als delinquent gedrag
want hierbij wordt expliciet de wet overtreden.
 Antisociaal gedrag = wanneer de fundamentele normen of rechten van
anderen geweld wordt aangedaan.
- Sprake van vechten of stelen, of belangrijke bij leeftijd horende sociale
normen en regels worden overtreden (e.g., liegen, spijbelen).
o Meest typerend voor CD.

2 soorten gedragsstoornissen:
1) Oppositionele-opstandige stoornis = een patroon bestaand uit een
boze/prikkelbare stemming, ruziezoekend/ongehoorzaam gedrag of
ontevredenheid/wraakzucht, dat minstens 6 maanden duurt.
- Kan voor het 5e levensjaar worden vastgesteld.
2) Normoverschrijdend-gedragsstoornis = een repetitief en persisterend
gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen of belangrijke bij de
leeftijd passende maatschappelijke normen of regels worden geschonden,
- Agressie jegens mensen en dieren.
- Vernieling van eigendommen.
- Bedrog of diefstal.
- Ernstige overtredingen van regels.
Verloop gedragsstoornissen:
 ODD kan later in de ontwikkeling overgaan in een CD.
- Ook vaak voorafgaand aan andere stoornissen, zoals angst en
depressie.
 Zowel ODD als CD kunnen uiteindelijk leiden tot delinquentie.




Agressie bij kinderen (Ploeg, 2014).

Agressie = gedrag dat (niet) opzettelijk bij de ander immateriële en/of materiële
schade veroorzaakt, waarbij (in)formele regels worden geschonden.


2

,  Fysieke agressie = fysieke kracht wordt gebruikt om een ander kind
lichamelijk te treffen (e.g., slaan, schoppen).
- Kan variëren van klap in het gezicht tot toebrengen van ernstig
lichamelijk letsel.
 Verbale agressie = bedreigen, onder druk zetten van leeftijdsgenoten,
of pesten, uitschelden en beledigen.
- Zowel fysieke als verbale agressie roepen weerzin of aversie af = met
als gevolg afwijzing en uitstoting uit de groep leeftijdsgenoten.
 Openlijke agressie = duidelijk zichtbaar en hoorbaar, en kan zowel
fysiek (bv. slaan) als psychisch (bv. schelden) zijn.
- Kenmerkend = openlijke confrontatie met en aanval op het slachtoffer.
 Bedekte agressie = gedrag dat niet direct als agressie wordt onderkend,
maar wel de bedoeling heeft de ander schade toe te brengen.
- Bijvoorbeeld = buitensluiten van een kind, kwaad spreken over de
ander, groep opzetten tegen iemand (i.e., relationele agressie).
o Ook hardnekkig liegen en aanhoudend tegendraads gedrag.
 Incidentele agressie = agressie is sterk gebonden aan de situatie waarin
het kind terecht is gekomen.
- Vaak reactief agressief gedrag = impulsief of onbeheerste reactie op
een frustratie, een (gevoel van) bedreiging, of een (gevoel van)
uitdaging.
o Heftige emoties, zoals angst en woede.
 Structurele agressie = agressie is min of meer een gewoonte in omgang
met leeftijdsgenoten.
- Permanent deel van het gedrag.
 Agressie gericht op personen en zaken.
- Ook gericht op zichzelf = zichzelf kleineren, of zelfbeschadiging.
- Materiële objecten = vernielen van andermans eigendommen (bv.
fiets), beschadigen van openbaar bezit (i.e., vandalisme).
 Individuele en groepsagressie = agressie heeft meestal betrekking op
agressief gedrag van 1 persoon. Maar ook vormen waarin agressie zich
afspeelt in groepsverband:
- Voetbalvandalisme of supportersgeweld = vindt plaats in grote massa’s
waarbinnen een kleine groep jongeren zich agressief gedraagt.
o Identificeren in hoge mate met hun club en beschouwen iedereen
die niet tot de club behoort als de vijand = zorgt vaak voor rellen
en vernielingen.
- Jeugdbendes = deze zijn duidelijk opgezet met de bedoeling om zo
nodig agressie te gebruiken om hun beoogde buit te bemachtigen.
 Reactieve agressie = als reactie op een bedreigende, provocerende of
frustrerende situatie.
- Kan zowel fysiek als verbaal zijn en zowel openlijk als bedekt =
impulsief.
 Proactief agressief gedrag = beheerst en gecontroleerd, waarbij
agressief gedrag wordt ingezet om een doel te bereiken (i.e.,
instrumentele agressie).
- Weloverwogen, doordacht en doelgericht handelen.
 Kenmerkend voor agressief gedrag = bepaalde regels worden
overschreden, zoals formele regels (bv. mishandeling) en informele regels
(bv. rekening houden met elkaar

3

, Kenmerken van agressieve jeugdige = brengt anderen letsel toe, vecht veel,
scheldt anderen uit, is driftig, pest anderen, bedreigt en intimideert anderen, en
is gemeen voor anderen.
Agressie is problematisch wanneer:
 Een kind bij het minste agressief uitvalt, herhaaldelijk ruzie maakt,
kinderen slaat en uitscheldt.
- Niet beperkt tot een enkel incident, maar geregeld (wekelijks tot
maandelijks).
 Agressief gedrag blijft aanhouden, ook als er geen enkele reden meer is
om agressief te zijn.
- Lang achtereen agressief blijven, geen kans om boosheid opzij te
zetten.
 Kind gedraagt zich overal agressief ongeacht de situatie en locatie.
- Met name wanneer kind uiteenlopende vormen van agressie vertoont.
 Herhaaldelijke agressie heeft een negatief effect op de relatie met ouders
en leeftijdsgenoten.
- Ook als het kind met agressieve gedrag andere kinderen letterlijk (bv.
slaan) of figuurlijk (bv. schelden) pijn doet = kinderen willen niet meer
met dat kind spelen.
- Onderzoek naar verschillende vormen van agressie -
Fysieke agressie
 Meest opvallend, concreet waarneembaar.
- Kan onderlinge verhoudingen in gezin en op school ernstig verstoren.
 Kinderen met chronisch fysiek agressief gedrag hebben een
verhoogde kans op het ontwikkelen van meer problematiek.
- Meer gedragsproblemen op school (bv. spijbelen, geen diploma), vaker
werkloos, delinquentie en mishandeling.
 Fysieke agressie komt vaak voor bij jonge kinderen (2-3 jaar), maar bij
de meerderheid hiervan verdwijnt deze agressie naarmate de kinderen
ouder worden.
Relationele agressie
 Relationele agressie (i.e., sociale agressie) = via manipulatie worden
andere kinderen buiten de groep gezet en hen opzettelijk leed
toegebracht.
- Kinderen worden genegeerd of geïsoleerd, door bijvoorbeeld = roddels
te verspreiden, niet meer uitnodigen voor verjaardag, kwaad over hen
spreken, en anderen onder druk zetten om niet meer met hen om te
gaan.
 Directe en indirecte vorm van relationele agressie:
- Direct = confrontatie met het slachtoffer, de agressor is bekend.
o Openlijk uiten van de bedoeling om iemand buiten te sluiten, etc.
- Indirect = agressor blijft buiten beeld, en achter de rug om van het
kind worden onware en negatieve verhalen verspreid.
 Relationele agressie komt veel vaker voor dan fysieke agressie.
- In voortgezet onderwijs een duidelijke stijging in relationele agressie,
met een piek rond het 14e levensjaar.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selinebest. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79
  • (0)
  Add to cart