Hoofdstuk 1. Idee en oorsprong van de rechtsstaat
1.1 Wat is een rechtsstaat?
Een rechtsstaat is een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
Naast deze zekerheid is Nederland ook een sociale rechtsstaat: er zijn allerlei voorzieningen en
wetten om de welvaart en het welzijn van de burgers te bevorderen.
In een rechtsstaat is vertrouwen en wederkerigheid. Er is veel sociale vrede en sociale cohesie. Een
voorbeeld is het betalen van sociale premies.
Dit vertrouwen en wederkerigheid is er ook tussen de overheid en de burgers. Burgers houden zich
aan de wet en de staat doet dit ook, zo ontstaat er rechtszekerheid. Dit behouden is niet makkelijk en
is een constante strijd
1.2 hoe is de rechtsstaat ontstaan?
Vanaf de 16e eeuw had Europa weinig gelukkige perioden gekend. Het rechtssysteem was niet goed.
Vanaf de 2e helft van de 18e eeuw rees hier steeds meer verzet tegen.
De burgerij geloofde in de rede. Hierbij ging het over logisch beredeneren. Hierdoor konden ook de
voorwaarden voor een rechtvaardige en gelukkige samenleving logisch beredeneerd worden.
Vrijheid was de eerste voorwaarde, maar dit kon niet bereikt worden als de macht van de overheid
beperkt werd.
Vooral de filosofie speelde een rol in het debat over het bereiken van zo’n samenleving. Hieraan zijn
de namen verbonden:
Thomas Hobbes
John Locke
Jean-Jacques Rousseau
Hun uitgangspunt: de mens is vrij geboren, maar in de praktijk blijft hier weinig van over. Omdat
goederen schaars zijn ontstaat er tussen mensen een strijd en daarom moet er een sociaal contract
opgesteld worden waarin we tot afspraken komen om in natuurlijke vrijheid en gelijkheid kunnen
leven.
Non-interventie (elkaar met rust laten) is de eerste stap naar vrede. Om hiervoor te zorgen is er
iemand die de afspraken handhaaft. De staat. De staat heeft als eerste taak om veiligheid voor
burgers te garanderen en heeft hiervoor het geweldsmonopolie. Om hier geen misbruik van te
maken is er het legaliteitsbeginsel: overheid mag alleen dingen doen waarvoor wij als volk hen de
macht toe hebben gegeven, de macht van de overheid is beperkt.
Hiernaast is ook door Montesquieu de trias politica opgesteld.
Grondrechten: alle mensen zijn in vrijheid en gelijkheid geboren en dit moet zo blijven
Soevereiniteits- democratiebeginsel: mensen sluiten het sociaal contract
Legaliteitsbeginsel: de staat houdt iedereen in toon maar er is ok gebonden aan de wetten
Trias politica: de macht van de staat wordt beperkt door interne scheiding van de
staatsmacht.
Hoofdstuk 2. Grondwet en grondrechten
De grondwet:
Begrenst de macht van de staat en garandeert daarmee de vrijheden van burgers
Legt de fundamentele rechten van burgers vast
Geeft aan hoe de belangrijkste organen van de staat zijn georganiseerd
Drukt de eenheid van de natie uit
, 2.1 ontstaan van de grondwet (grote lijnen kennen)
In 1798 kreeg NL de Staatsregeling van de Bataafse Republiek. Dit was een soort voorloper van de
grondwet. Hierin stond dat alle burgers gelijk waren. Er waren veel staatsgrepen en dus ook steeds
nieuwe grondwetten. Ee jaar na de val van Napoleon in 1813 werd NL een constitutionele monarchie
(een koninkrijk met een grondwet). Er werd een parlementair stelsel ingevoerd in de vorm van een
Staten-Generaal. Vooral adel kreeg hierin zitting dus van grondrechten van de burgers was weinig
sprake.
In 1848 na revoluties temde Thorbecke de macht van de koning door hem onschendbaar te maken
en de ministers verantwoordelijkheid te geven. De grondrechten werden uitgebreid. De democratie
werd uitgebreid met directe verkiezingen voor de 2 e kamer met censuskiesrecht. Volgens Thorbecke
was de enige taak van de staat de vrijheid van de burgers dienen. Verder moest de overheid zich
afwezig houden. De 19-eeuwse staat wordt dan ook wel een nachtwakersstaat (een staat die zich
voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van de burger en de noodzakelijke voorwaarden
realiseert voor economische groei) genoemd.
In de praktijk zorgde deze staatsvorm voor sociale onrust. Er ontstond i.p.v. sociale vrede een
klassenstrijd tussen arm en rijk. Ook vrouwen kwamen in beweging. Deze opstanden leidde
uiteindelijk tot wijzigingen in de grondwet.
In de 20ste eeuw maakten de Duitsers tijdens WOII hier een eind aan. Het recht op veiligheid en
vrijheid werd beperkt.
Na de oorlog trad de oude grondwet weer in werking. Tegelijkertijd werd er wel gewerkt aan een
nieuw ontwerp, maar dit kwam pas in 1983 van kracht.
2.2 wat staat er in de grondwet?
Klassieke grondrechten
In de grondwet staan klassieke en sociale grondrechten. Vrijheid en gelijkheid van individuele burgers
vormen van de klassieke grondrechten de basis. Hierin kunnen we verschillende soorten
onderscheiden.
- Recht op gelijke behandeling: niemand mag op grond van wat dan ook gediscrimineerd
worden.
- De persoonlijke vrijheid: iedereen mag gaan en staan waar hij wil, recht op privacy,
onaantastbaarheid van het lichaam (martelen, zomaar fouilleren etc. mag niet). Dan ook nog
vrijheid van godsdienst en onderwijs en uiteindelijk recht op eigendom.
- De politieke vrijheid: algemene kiesrecht, vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. In een
democratie moeten alle stemmen gehoord worden.
Sociale grondrechten
Wat heb je aan deze klassieke grondrechten als je geen woning hebt of geen gezondheidszorg?
Hiervoor hebben we sociale grondrechten.
In de grondwet van 1983 kregen burgers recht op voorzieningen zoals: sociale woningbouw,
volksgezondheid, sociale zekerheid en onderwijs. Deze grondwet vormt daarmee een verdieping van
het sociaal contract en de klassieke rechtsstaat werd een sociale rechtsstaat of verzorgingsstaat.
Burgers kunnen zich direct op hun klassieke grondrechte beroepen, ze kunnen naar de rechter
stappen als deze geschonden worden. Sociale grondrechten kunnen niet bij de rechter af worden
gedwongen en moet de overheid actief optreden om ze te realiseren.
2.3 Wat zijn de grenzen van onze vrijheid?
Wederkerige erkenning = wanneer je voor jezelf iets opeist, moet je ook accepteren dat andere
burgers van die vrijheid gebruik maken. Erkenning van elkaars vrijheid en gelijkheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelvandersluijs04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.