Dit is een bundel voor het eerste jaars vak Oude geschiedenis. Het bestand bevat de volgende onderdelen: een gehele samenvatting van het boek (de oudheid), de hoorcolleges 1 t/m 12 en de opdrachten die bij de werkcolleges horen 1 t/m 6 (deze opdrachten kunnen verschillen van de nieuwere versies). A...
Oude geschiedenis bundel:
Samenvatting Hand boek; De Oudheid, hoorcolleges 1 t/m 12 en alle
opdrachten 1 t/m 6.
Inhoud:
Boeksamenvatting 2.
Hoofdstuk 1: Bronnen en chronologie
Hoofdstuk 2: De materiële grondslagen
Deel II Vóór de 10de eeuw v.c.
Hoofdstuk 1: De Prehistorie
Hoofdstuk 2: De vroege Euraziatische beschavingen
Deel III Van de 10de tot de 5e eeuw v.c.
Hoofdstuk 1: Historisch overzicht
Hoofdstuk 2: De grote maatschappelijke structuren
Hoofdstuk 3: Gemeenschapsleven en mentaliteit
Deel IV de 5de en 4de eeuw v.c.
Hoofdstuk 1: Historisch overzicht
Hoofdstuk 2: de grote maatschappelijke structuren
Hoofdstuk 3: Gemeenschapsleven en mentaliteit
Deel V van de 4de eeuw v.c. tot de 1ste eeuw n.c.
Hoofdstuk 1: Historisch overzicht
Hoofdstuk 2: De grote maatschappelijke structuren
Hoofdstuk 3: Gemeenschapsleven en mentaliteit.
Deel VI van de 1ste tot de 6de eeuw
Hoofdstuk 1: Historisch overzicht
Hoofdstuk 2: De grote maatschappelijke structuren
Hoofdstuk 3: Gemeenschapsleven en mentaliteit.
Deel VII de 6de eeuw en later
Hoorcolleges vanaf 71.
Opdrachten vanaf 122.
,De oudheid (boeksamenvatting)
Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
Deel I Hoofdstuk 1 Bronnen en chronologie
Om de herinnering aan het verleden te bewaren heeft de mensheid een extern geheugen
nodig, en dat externe geheugen wordt gevormd door de bronnen.
➔ Primaire bronnen, dat zijn bronnen die directe neerslag van het verleden vormen, en
in secundaire bronnen, dat zijn bronnen die bij wijze van spreken reeds door een
filter zijn gegaan (literaire bronnen). De tweedeling primair-secundair is niet
absoluut, maar relatief: In welke categorie een bron wordt ingedeeld, hangt af van de
gestelde vagen.
➔ Bronnenkritiek moet ons helpen vast te stellen wat een tekst ons nu precies vertelt
en waarover.
Ongeschreven bronnen kun je onderverdelen in twee subgroepen:
1. De voorwerpen = Alle zaken die uit het verleden zijn overgebleven, van complete
bouwwerken tot de kleinste bodemvondsten.
2. De vervaardigde afbeeldingen = Al zijn het ongeschreven bronnen, toch liggen
afbeeldingen dichter bij teksten dan bij andere ‘voorwerpen’. Bij een tekst gaat het in
zekere zin immers ook om een door mensenhanden vervaardigd ‘beeld’ van
omgeving, medemens of eigen persoon.
➔ In het algemeen moet worden opgemerkt dat het ongeschreven bronnenmateriaal
alleen de hoofdrol speelt, wanneer (leesbare) teksten ontbreken.
➔ Ongeschreven bronnen kunnen wel een beeld aanvullen, corrigeren of nuanceren.
Brongebruik
Vergelijkmethode = Op een andere plaats en/of een andere periode kunnen zich
vergelijkbare situaties voordoen, die wel afdoende gedocumenteerd zijn. → Voor serieus en
innovatief wetenschappelijk werk is het overigens vrijwel altijd noodzakelijk om uiteindelijk
naar de bronnen terug te keren.
Chronologie
Relatieve datering = Geeft de ouderdom van feiten of objecten aan ten opzichte van andere
feiten en objecten. (Bv laag x ligt onder laag y → dus laag x is ouder dan laag y).
Absolute datering = ten opzichte van een vast punt in de tijd. (Als er bijvoorbeeld in laag x
een munt wordt gevonden met het hoofd van Nero 54 n.C. dit is dus een absolute datering,
omdat ze weten dat Nero toen op de troon kwam).
2
,Tijdrekensystemen
Bij het gebruik van onze absolute chronologie, met als uitganspunt het traditionele jaar van
Christus’ geboorte, dient men te beseffen dat in het verleden vele dateringssystemen
gangbaar zijn geweest die vanuit andere principes werkten.
Griekenland = was oorspronkelijk geen eenduidig systeem in gebruik: men rekende in
generaties, waarbij de lengte van een generatie telkens anders bepaald werd; of men
dateerde relatief.
Natuurwetenschappelijke dateringsmethoden
In het geval van objecten is in veel gevallen een absolute datering te bereiken met
natuurwetenschappelijke middelen die dienen om de leeftijd van die objecten vast te
stellen.
Dendrochronologie: De studie van jaarringen in hout.
Hoofdstuk 2 De materiële grondslagen
De paleoklimatologie bestudeert het klimaat in het verleden → Het klimaat is namelijk geen
onveranderlijk gegeven, ook al voltrekken veranderingen zich langzaam.
Voor de geologie geldt hetzelfde als voor het klimaat: Het aardoppervlak is aan
voortdurende verandering onderhevig. Van groot belang is in dit verband de
temperatuurstijging na 10.000 v.C., die het landijs deed afsmelten en daarmee een
zeespiegelstijging veroorzaakte: een langlopend proces met ingrijpende gevolgen voor de
kustlijnen van de continenten.
➔ In dit verband verdienen ook twee specifieke geologische verschijnselen vermelding:
Aardbevingen en vulkanisme, beide verklaarbaar uit het uiteendrijven dan wel
botsen van de voortdurend bewegende aardschollen waaruit de aardkorst is
opgebouwd.
Natuurlijke vegetatiezones en klimaatzones
Op veel plaatsen is deze verregaande mate vervangen door cultuurgewassen of anderszins
aangetast: De mens heeft door het bedrijven van landbouw het aanzien van het landschap
ingrijpend gewijzigd, en dat proces is al in de Oudheid begonnen.
Er zijn 3 verschillende vegetatiezones:
1. Noord naar zuid = benoorden de wijngrens → Toendra, boreaal bos, gemengd bos en
loofbos, steppe en woestijn.
2. Tussen wijngrens en Kreeftskeerkring
3. Bezuiden de Kreeftskeerkring
3
, Landbouw en de pre-industriële economie
Landbouw is het door mensen manipuleren van andere levende organismen, zowel planten
als dieren, om in de eigen voedselvoorziening te kunnen voorzien.
➔ Carrying capacity = Het draagvermogen van een bepaald milieu → De maximale
bevolkingsdichtheid waarbij het natuurlijk evenwicht tussen milieu en menselijke
bevolking in stand blijft.
➔ De technologie van voedsel- en grondstoffenvoorziening speelt een belangrijke rol bij
het bepalen van de carrying capacity: Indien men met jagen en verzamelen in plaats
van met akkerbouw en veeteelt in het levensonderhoud voorziet, is de carrying
capacity relatief gering.
➔ Let op: Het gaat om gemiddelden berekend over het gehele oppervlak, maar niet alle
grond is in cultuur gebracht en niet alle grond is even vruchtbaar.
Ontstaan en verbreiding van de landbouw
Waarom zouden mensen aan landbouw begonnen zijn? → er bestaan verschillende
hypothesen.
1. Schaarste: Dit wil zeggen dat de bevolkingsdichtheid toeneemt of de natuurlijke
hulpbronnen nemen af.
2. Surplus te produceren: De bevolkingsdichtheid neemt toe zonder dat er
expansiemogelijkheden zijn, dan is er geen weg terug.
Secondary products revolution = Dit was een langdurig proces, warden steeds meer
secundaire producten gewonnen uit de gedomesticeerde veestapel en uit gedomesticeerde
planten, zoals linnen, wol, haar en zuivelproducten, en gingen dieren gebruikt worden als
trekdier voor sleden, karren en ploegen, en als rij- en lastdier.
➔ Verschillende klimaat- en vegetatiezones schenken het leven aan verschillend
ingerichte samenlevingen; er groeien twee economische stelsels:
1. Veeteeltnomaden = waarbij de natuurlijke hulpbronnen hoofdzakelijk
geëxploiteerd worden
2. Sedentaire landbouwers = Hierbij wordt er geïnvesteerd.
Landbouwopbrengsten
Een door de landbouw vergrote Carrying capacity betekende nog geen overvloed. Dat is
enerzijds een kwestie van demografische groei (die, zoals gezegd, mogelijk zelfs aan de
introductie van de landbouw vooraf ging) en anderzijds een gevolg van de vrij beperkte
mogelijkheden van de landbouw in het verleden.
Voor de Oudheid moet men zich meestal een zogenaamde peasant-samenleving voorstellen
→ Boeren die zichzelf voeden én een surplus produceren.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bilbobeggings. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.21. You're not tied to anything after your purchase.