Organisatie en management | hoofdstuk 1
Hoe herken je een organisatie
Organisatie: menselijke samenwerking die blijvend is. Heeft 3 belangrijke kenmerken:
1. Er is sprake van samenwerking door mensen
2. Een gemeenschappelijk doel
3. Met de bedoeling de organisatie voort te laten bestaan
1 samenwerking is voordelig, dat komt door het synergie-effect: mensen bereiken meer als ze samenwerken dan wanneer ieder
voor zich werkt.
2 zie hoofdstuk 2
3 er moet vanuit gegaan worden dat de organisatie blijft bestaan, anders zouden er verkeerde kortetermijnbeslissingen worden
genomen. Om problemen te voorkomen, moeten ze zich houden aan de interne hoofddoelstellingen van een organisatie: het
streven naar het voortbestaan vd organisatie.
De externe hoofddoelstelling is het voorzien in een maatschappelijke behoefte. Als niemand bijv op een bepaalde organisatie zit
te wachten, is de organisatie immers overbodig.
Verschillende betekenissen vh begrip organisatie
- Functioneel: dan doelen we op het effectief op elkaar afstemmen van activiteiten.
Bijv: de organisatie van een feest door een paar mensen.
- Institutioneel: dan doelen we op een organisatie als instituut, met een bepaalde naam en locatie.
Bijv: organisatie Philips met haar hoofdkantoor in Amsterdam.
- Instrumenteel: dan doelen we op de manier waarop men de zaak geregeld heeft in de organisatie. Het gaat om die
manier waarop men de taken verdeeld heeft, hoe men zaken afstemt, welke afdelingen men gecreëerd heeft etc.
Organisatie, bedrijf en onderneming
^ alle 3 hebben wat met elkaar te maken, maar zijn toch verschillend.
Organisatie: samenwerkingsverband dat doelgericht en blijvend is. Sommige zijn een bedrijf.
Bedrijf: organisaties die goederen en/of diensten maken om deze op een afzetmarkt te verkopen. De belastingdienst of de
volleybalvereniging zijn dus geen bedrijven maar organisaties.
Onderneming: bedrijven die een winstoogmerk hebben. Coca-Cola, Gamma etc.
Hoe werken organisaties – omgevingsinvloeden
De economie, bevolkingsopbouw en het politieke klimaat hebben invloed op de organisatie:
- Als het loonpeil in de regio hoog zit, heeft dat effect op de verkoopprijs.
- Of je in Zuid-Afrika of Rotterdam zit, maakt uit voor milieu- en andere wettelijke eisen waar aan je moet voldoen.
- Hetzelfde geld voor de beschikbaarheid van goedkope arbeidskrachten. Arbeidsmoraal (hoe nauw men het neemt met
de plichten richting werkgever) en de cultuur verschillen ook per regio.
De omgeving moet dus goed in kaart zijn gebracht om te kunnen zien hoe deze invloed uitoefent op de organisatie. Er zijn 3
schillen te herkennen in de omgeving van de organisatie:
1. De interne belanghebbende: partijen die een direct belang bij de organisatie hebben. Bijv werknemers,
aandeelhouders en de raad van bestuur.
2. De externe belanghebbende: partijen die geen onderdeel vd organisatie zijn, maar er wel duidelijk belang bij hebben.
Bijv concurrenten, klanten, leveranciers, media, banken etc.
3. De indirecte omgeving: zogeheten DESTEMP =
Demografische variabelen. Omvang, groei en samenstelling vd bevolking.
Economische variabelen. Koopkracht, loonkosten, bereidheid van investeerders om geld te lenen.
Sociale variabelen. Percentage tweeverdieners, kinderopvang, arbeidsmoraal en de sociale zorg.
Technologische variabelen. Productie en stand van techniek.
Ecologische variabelen. Hoe het land/ regio omgaat met het milieu.
Markt- en bedrijfstakvariabelen. Omvang vd markt waarop de organisatie actief is, de hevigheid vd concurrentie en de stand
van zaken in de bedrijfstak.
Politieke variabelen. Of de overheid actief bemoeit met de economie en de marktverhoudingen.
Duurzaamheid en MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), is gericht op economische prestaties (Profit) met respect voor de sociale
kant (People) en binnen de ecologische voorwaarde (Planet) > de 3P- of PPP- benadering. Deze balans leidt tot betere resultaten
voor zowel bedrijf als samenleving.
, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), heeft aanbevelingen voor maatschappelijk verantwoord
ondernemen > de OESO- richtlijnen.
Duurzame ontwikkeling: ontwikkeling die aansluit op behoefte vh heden zonder toekomstige generaties in gevaar te brengen.
Zoekend naar een ideaal evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen.
Bekende term: Cradle to Cradle.
Hierbij worden schonere grondstoffen gebruikt, het product zo ontworpen dat het zuiniger in gebruik is en het wordt vooraf zo
geoptimaliseerd dat het gunstig is voor recycling.
Hiërarchie en arbeidsverdeling in organisaties
In organisaties van >1 persoon wordt arbeid verdeeld.
Horizontale verdeling: de arbeid wordt in delen van hetzelfde niveau gesplitst.
Verticale verdeling: er zijn verschillende niveaus. Bijv teamleider – iemand die makkelijkere klusjes doet.
De verticale arbeidsverdeling zorgt voor een piramidevormige organisatie. Hoe hoger de functie, des te minder mensen. Je komt
hogerop door gepromoveerd te worden.
Wat heb je aan organisaties
Collega’s, geld, identificeren, erbij willen horen, uitdaging, verbeteren, waardering.
Management in organisaties
Management: het richten op planning, organisatie, leiding en beheersing van een organisatie.
- Topmanagement: formuleert de overall-doelen vd organisatie, bepaalt de koers, stuurt het middenmanagement aan en
draagt de eindverantwoordelijkheid.
- Middenmanagement: vertaalt de overall-doelen in tactische doelen voor middellange termijn, heeft een specifieker
aandachtsterrein dan het topmanagement, richt zich op breder terrein dan de operationele manager en brengt
relevante info en signalen uit de lagere delen vd organisatie naar boven.
- Operationeel management: staat net boven het uitvoerende personeel. Plant en verdeelt het werk, geeft orders, werkt
de plannen vh middenmanagement verder uit en brengt ze ten uitvoer, informeert het uitvoerend personeel over
beleidsbesluiten en informeert het middenmanagement over wensen vh uitvoerend personeel.
^ook hierbij ontstaat een piramide.
Managementvaardigheden
Een goede manager moet een aantal vaardigheden beheersen:
- Conceptueel: op creatieve wijze zelfstandig iedeeen te kunnen ontwikkelen.
- Communicatief: op de juiste wijze informatie, gedachte en gevoelens overbrengen en ontvangen.
- Interpersoonlijkheid: kunnen leiden, motiveren, conflicten kunnen oplossen en samenwerken.
- Technisch: benodigde methoden, procedures en technieken kunnen toepassen.
Managementrollen
Mintzberg nam waar dat managers 10 rollen opzich nemen die hij indeelde in:
- Interpersoonlijke rollen: manager is boegbeeld vd organisatie naar buiten toe en is intern de leider en
verbindingspersoon vd organisatie.
- Informationele rollen: neemt als waarnemer de ontwikkeling in de omgeving en de positie van zijn organisatie daarin
waar, verspreidt info en is woordvoerder de persoon die info naar buiten brengt.
- Besluitvormende rollen: ondernemer, oplosser van storingen, onderhandelaar.
Plannen, organiseren, leidinggeven en beheersen
^Moet een manager kunnen.
Hoofdstuk 2 | plannen
Plannen in organisaties
voordelen van plannen:
1. Planning coördineert de activiteiten, het zorgt ervoor dat plannen van medewerkers op elkaar afstemmen.
2. Planning levert een stimulans om vooruit te denken. Je wordt gedwongen om verder vooruit te denken en je af te
vragen of je nog op het juiste pad bezig bent.
3. Je hebt een plan als norm nodig om later te bezien of je wel de juist dingen op de juiste manier hebt gedaan.
Criteria voor effectieve plannen:
- Plannen moeten specifiek en meetbaar zijn. Zo niet, kan je niet controleren of je ze wel gerealiseerd hebt.
- De plannen moeten zich richten op een paar kerngebieden, zodat je niet een hoop plannen en doelen op een hoop
hebt. Je moet concentreren op een paar aandachtsgebieden en keuzes maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller agaklein. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.