H4 hoe wij leren door directe ervaring en nadoen
4.1 inleiding
associatief leren = leren van verbanden of relaties, zoals het verband tussen het eten van bepaald
voedsel en de misselijkheid op een iets later tijdstip.
de gedragstheorie is een begrip waarmee men gewoonlijk de theorieën over klassiek en operant
conditioneren bedoeld.
4.1.1 instinct
een instinct (soortspecifiek gedrag) = een aangeboren patroon van handelingen dat kenmerkend is
voor een specifieke diersoort. bij het uitoefenen van een instinct speelt ervaring of leren geen rol.
het doel is de overlevingskans van een individu en daarmee de soort te vergroten.
bij een egel dat de stekels uit komen als die bang is voor iets.
4.1.2 reflexen
rijping = de ontwikkeling van een persoon in de loop der tijd. ze verloopt relatief onafhankelijk van
omgevingsinvloeden, ervaring en oefening.
verschil met instinct is dat het bij rijping gaat om het tijdstip waarop leerprocessen hun invloed doen
gelden.
4.2 wat is leren
leren is een blijvende verandering in het langetermijngeheugen.
4 belangrijke aspecten:
- leren veroorzaakt een ‘relatief permanente verandering’.
- leren produceert nieuwe gedragsmogelijkheden en nieuwe kennis.
- bij leren spelen de gevolgen ‘beloning of straf’ vaak een rol.
- bij leren speelt oefening vrijwel altijd een rol.
stimulus of prikkel = een verandering binnen of buiten een organisme waarop gereageerd wordt
door het organisme. de reactie wordt een respons genoemd.
respons = een reactie van een organisme op een verandering (stimulus) in het organisme zelf of in de
omgeving.
- overte respons = een reactie die tot uitdrukking komt in (zichtbaar) gedrag.
- coverte respons = een reactie die niet tot uitdrukking komt in gedrag en dus niet zichtbaar is
voor anderen (gedachte of gevoel bv).
de stimulus-respons-psychologie verklaart het leren geheel vanuit het leren van associaties tussen
stimuli en responsen.
behaviorisme = studie van het gedrag.
4.3 hoe leren wij door klassiek conditioneren?
klassiek conditioneren = een eenvoudige vorm van leren die automatisch verloopt. de ene
gebeurtenis (stimulus) wordt met een andere geassocieerd
(respons), doordat zij meerdere keren gelijktijdig plaatsvinden
en vervolgens dezelfde reactie (respons) uitlokken.
,associatie = een relatie, associatief leren houdt in dat iemand twee situaties, of een situatie en
gedrag, of gedrag en het gevolg op het gedrag met elkaar verbonden heeft.
een ongeconditioneerde stimulus is de prikkel die een reflex in gang zet. erop volgt altijd de
ongeconditioneerde respons. het is een aangeboren, niet-geleerde relatie,
de ongeconditioneerde respons is het eindgedrag van een reflex. deze wordt altijd in gang gezet
door een specifieke prikkel: de ongeconditioneerde stimulus.
een geconditioneerde stimulus is een prikkel die door een organisme verbonden wordt met de
ongeconditioneerde stimulus en eenzelfde reactie uitlokt. het is een geleerde prikkel.
een geconditioneerde respons is een geleerde respons die wordt opgeroepen door een
geconditioneerde stimulus.
fobie = een extreme en irreële angst voor een object, dier, situatie of persoon. de persoon met een
fobie wordt er ernstig door belemmerd.
4.3.1 generaliseren
stimulusgeneralisatie houdt in dat de respons die geassocieerd is met een bepaalde prikkel, ook gaat
verschijnen bij prikkels die lijken op de oorspronkelijke prikkel.
4.3.2 discrimineren
discrimineren bij klassiek conditioneren houdt in dat een organisme alleen maar op een stimulus
leert te reageren als deze aan bepaalde kenmerken van de oorspronkelijke stimulus voldoet. hoe
specifieker die kenmerken, des te groter de discriminatie en des te minder er gereageerd wordt op
prikkels die erop lijken.
4.3.3 reinforcement
reinforcement betekent versterking of bekrachtiging. bij klassiek conditioneren vormt de
ongeconditioneerde stimulus de reinforcement en lokt deze de respons uit.
4.3.4 extinctie
extinctie (uitdoving) betekent letterlijk uitsterven. bij klassiek conditioneren betekent dit dat geleerd
gedrag niet meer wordt getoond als de ongeconditioneerde stimulus uitblijft. in dat geval vindt er
geen reinforcement plaats.
4.4 hoe leren wij door operant conditioneren?
operant conditioneren = het leerproces waarin het gedrag van een mens verandert als gevolg van de
consequenties die het gedrag oproept. zijn de consequenties prettig, dan zal het gedrag herhaald
worden. zijn er geen of onprettige consequenties, dan zal het gedrag stoppen.
wet van effect = het gedrag in frequentie zal toenemen als het gevolgd wordt door een prettige
gebeurtenis voor het organisme.
trial-and-errorleren of proefondervindelijk leren = iets uitproberen en leren van de gevolgen die het
oproept. zijn het wenselijke gevolgen dan wordt het gedrag voortgezet. zijn het onwenselijke
gevolgen dan stopt het gedrag.
, skinner box is een instrument waarmee de verandering van diergedrag door operante conditionering
wetenschappelijk kan worden onderzocht.
4.4.1 generaliseren
generalisatie = houdt in dat de respons die in een specifieke situatie bekrachtigd wordt. ook gaat
optreden in situaties die lijken op die specifieke situatie. mits ook hier het gedrag bekrachtigd wordt.
discriminatieve stimulus = een situatie waarbij het organisme heeft geleerd dat juist dan er een
positieve bekrachtiging volgt op gedrag.
4.4.2 discrimineren
bij operant conditioneren houdt in dat het organisme leert dat alleen bij specifieke kenmerken van de
discriminatieve stimulus het gedrag bekrachtigd wordt. dus de situatie of gebeurtenis die het gedrag
uitlokt wordt steeds specifieker.
discrimineren is het tegenovergestelde van generaliseren.
4.4.3 reinforcement
betekent versterking of bekrachtiging bij operant conditioneren. het is het gevolg op het gedrag dat
ervoor zorgt dat gedrag vaker gaat plaatsvinden.
negatieve → zijn alle gevolgen op het gedrag die het opnieuw optreden van het gedrag minder
kansrijk maken.
positieve → zijn alle gevolgen op het gedrag die het opnieuw optreden van het gedrag
waarschijnlijker maker.
iets plezierigs iets vervelends
het toedienen van positieve beloning positieve straf
het wegnemen van negatieve straf negatieve beloning
primaire reinforcer = een bekrachtiging die direct te gebruiken is en direct het gedrag versterkt zoals
seks, eten, warmte.
secundaire reinforcer = een bekrachtiging waarmee een primaire reinforcer verworven kan worden.
intermittant reinforcement = dat er niet in alle gevallen waar gedrag optreedt een bekrachtiging
volgt. de ene keer wordt het gedrag wel beloond, de andere keer is er geen reactie.
4.4.4. extinctie en negeren
extinctie of uitdoving = bij operant conditioneren houdt dat in dat een respons verdwijnt omdat er
geen bekrachtiging meer op volgt. dit is het geval als gedrag genegeerd wordt.
negeren = een opvoeder of hulpverlener niet reageert op het gedrag van een kind of cliënt. dit wordt
doelbewust toegepast bij ongewenst gedrag, maar vaak ook per ongeluk bij gewenst gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberaben03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.03. You're not tied to anything after your purchase.