100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen burgerlijk procesrecht leerjaar 2 HU $4.72   Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen burgerlijk procesrecht leerjaar 2 HU

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

leerdoelen uitgewerkt van de burgerlijk procesrecht.

Preview 3 out of 26  pages

  • No
  • Leerdoelen vanaf week 3
  • October 27, 2021
  • 26
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Leerdoelen week C3.

1. De student kan de functies en bronnen van het burgerlijk procesrecht uitleggen.

Het burgerlijk procesrecht heeft verschillende functies. Een aantal belangrijke functies wordt
hieronder besproken. Het betreft;

 Het handhaven en beïnvloeden van materiële burgerlijke rechten en plichten;
o Het burgerlijk procesrecht verschaft een persoon bepaalde middelen om zijn
burgerlijke rechten en plichten te realiseren en te beïnvloeden. Deze functie komt
tot uitdrukking in de definitie. Het burgerlijk procesrecht omvat vormvoorschriften
en procedureregels waarmee een persoon in een civiele procedure zijn materiële
rechten en plichten kan effectueren, vast laten stellen, tot stand laten brengen,
wijzigen of beëindigen.
 Het voorkomen van een gerechtelijke procedure;
o Tweede functie is de zogenoemde preventiefunctie. De middelen die het burgerlijk
procesrecht biedt, zoals het instellen van een vordering, kunnen een preventieve
werking hebben. Onder dreiging van een gerechtelijke procedure zijn burgers vaak
bereid om (alsnog) vrijwillig hun verplichtingen na te komen. In de praktijk bestaat
een deel van het werk van rechtsbijstandverleners uit onderhandelen over bepaalde
geschillen. Onder dreiging van een gerechtelijke procedure komen partijen nogal een
tot een oplossing buiten de rechter om. Veel partijen willen een kostbare en
tijdrovende procedure, waarin de uitkomst bovendien soms niet eenvoudig te
voorspellen is, voorkomen.
 Het voorkomen van eigenrichting.
o Voorkomen van eigenrichting is een derde belangrijke functie van het burgerlijk
procesrecht. Eigenrichting houdt in dat een persoon zelf en met eigen middelen zijn
recht gaat halen zonder hulp van de overheid en zonder dat hem daartoe een
wettelijke bevoegdheid is gegeven. Doordat het burgerlijk procesrecht middelen tot
handhaving van de civiele rechtsorde ter beschikking stelt, wordt eigenrichting (oog
om oog, tand om tand) zo veel mogelijk voorkomen.

Rechtsregels zijn terug te vinden in wetten, internationale verdragen en verordeningen, maar vloeien
ook voort uit jurisprudentie, gewoonte en algemene rechtsbeginselen. Bijvoorbeeld het beginsel van
contractsvrijheid: binnen bepaalde kaders – wet, openbare orde, goede zeden, redelijkheid en
billijkheid – mogen personen met elkaar afspreken wat ze willen.

Vindplaats van een bepaalde rechtsregel wordt de rechtsbron genoemd. Als rechtsbronnen van het
burgerlijk procesrecht gelden met name de wet, verdragen en jurisprudentie. De belangrijkste
wetten voor het burgerlijk procesrecht zijn het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (RV) en de
wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO). Artikel 6 Europees Verdrag tot Bescherming van de
Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), dat het recht op een proces (fair trial)
inhoudt, ook in het burgerlijk procesrecht een belangrijke rol.

Bladzijde 17 burgerlijk procesrecht.

, 2. De student kan de algemene uitgangspunten die gelden binnen het burgerlijk procesrecht
herkennen en beschrijven.

Algemene uitganspunten, zijn er 9;

 Recht op rechtspraak en rechtsbijstand
o Dit houdt in dat door iedereen een geschil moet kunnen worden voorgelegd aan een
overheidsrechter en dat eenieder recht heeft op juridische bijstand in een procedure
(art. 17, 18 en 112 GW). Toegangsprincipe; iedereen moet toegang hebben tot de
rechter en een rechtsbijstandverlener, zoals een advocaat.
 Onafhankelijke en onpartijdige rechter
o Uitgangspunt in het Nederlandse recht is dat er recht wordt gesproken door een
onafhankelijke en onpartijdige gerechtelijke instantie, bij de wet ingesteld.
Onafhankelijkheid betekent dat de rechter geen verantwoording verschuldigd is aan
de overheid of aan collega-rechters. Onpartijdigheid houdt in dat de rechter oordeelt
zonder zich te laten leiden door de personen van de procespartijen. De rechter moet
objectief en onbevooroordeeld oordelen; hij moet als het ware ‘blind’ te werk gaan;
onpartijdigheid wordt dan ook gesymboliseerd door de blinddoek van Vrouwe
Justitia. Twijfel aan onpartijdigheid dan kan je een wrakingsverzoek instellen bij de
wrakingskamer van de rechtbank. Is de rechter zelf van mening dat hij niet
onpartijdig is dan kan hij zichzelf laten vervangen. Dit wordt ook wel verschonen
genoemd, artikel 40 RV.
 Hoor en wederhoor
o Dit uitgangpunt betekent dat beide partijen in de gelegenheid gesteld moeten
worden om hun standpunten in een zaak naar voren te brengen; artikel 19 RV. Beide
partijen moeten evenveel gelegenheid krijgen om hun vorderingen en verweren
kenbaar te maken en over en weer op elkaar te reageren. Bovendien mag de rechter
een oordeel dat in het nadeel is van een van de partijen niet baseren op stukken of
andere informatie waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.
 Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn
o De behandeling van en beslissing over een zaak dienen binnen een redelijke termijn
te geschieden. De rechter en partijen waken tegen onredelijke vertraging van de
procedure: artikel 20 lid 1 en 2 RV. Er gelden bijvoorbeeld duidelijke termijnen voor
het indienen van processtukken.
 Openbaarheid van zitting en uitspraak
o het openbaarheidsbeginsel heeft betrekking op de openbaarheid van de zitting en de
openbaarheid van de uitspraak. Zittingen moeten in beginsel in het openbaar
plaatsvinden, te vinden in artikel 27 lid 1 RV. Uitzondering kan worden gemaakt als
de goede zeden, de openbare orde, de nationale veiligheid, de belangen van
minderjarigen, de bescherming van het privéleven van procespartijen of het belang
van goede rechtspleging besloten behandeling noodzakelijk maken. Uitspraak moet
ook in het openbaar geschieden, artikel 29 lid 1 RV. Op deze regel is geen
uitzondering.
 Motiveringsbeginsel
o Behalve dat de uitspraak openbaar moet zijn, moet de rechter de uitspraak
motiveren artikel 30 RV. Dit wordt ook wel met redenen omkleed genoemd. De
uitspraak moet de grondslagen bevatten voor de beslissing en de argumenten
waarop de rechter zijn beslissing heeft gemotiveerd.

,  Geen rechtsweigering en volledige beslissing
o Een rechter moet altijd een beslissing nemen, hij mag niet weigeren artikel 26 Rv en
artikel 13 Wet algemene bepalingen. Bovendien moet de eindbeslissing van de
rechter volledig zijn: de eindbeslissing moet alle geschilpunten betreffen artikel 23
Rv. Deze uitgangspunten houden verband met het recht op rechtspraak: elke
procespartij heeft het recht om zijn zaak volledig aan een overheidsrechter voor te
leggen en (als gevolg) een uitspraak te krijgen.
 Beginsel van partijautonomie
o Dit beginsel houdt in dat de grondslag voor de beslissing van de rechter wordt
gevormd door de stellingen van de procespartijen artikel 24 Rv. Anders gezegd:
partijen bepalen de omvang van de gerechtelijke procedure. De burgerlijke rechter is
lijdelijk. Dat wil zeggen dat hij alleen oordeelt over vorderingen, verzoeken,
verweren, stellingen en argumenten die partijen aan hem voorleggen. De rechter kan
om die reden niet meer, of iets anders toewijzen dan hetgeen gevorderd of verzocht
wordt. Omdat het beginsel van partijautonomie met de lijdelijkheid van de rechter
verband houdt, wordt het ook wel het lijdelijkheidsbeginsel genoemd.
 Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden
o Van het lijdelijkheidsbeginsel moet worden onderscheiden de verplichting van de
rechter om, indien nodig, op eigen initiatief de rechtsgronden aan te vullen, artikel
25 Rv. Als een procespartij zijn vordering of verweer baseert op een onjuiste
rechtsgrondslag, moet de rechter de procespartij te hulp schieten door de juiste
rechtsgrond aan te vullen. Voorwaarde is wel dat de procespartij voldoende feiten en
omstandigheden aanvoert om de juiste rechtsgrond te kunnen onderbouwen: op
grond van het zojuist besproken artikel 24 Rv mag de rechter immers geen feiten
aanvullen.

3. De student kent de definities en taken van de betrokkenen in het burgerlijk procesrecht zoals
de rechtshulpverlener, de gerechtsdeurwaarder, de griffier, de rechter en de rechtbank.

De gerechtsdeurwaarder is een door de Kroon benoemd openbaar ambtenaar met officiële
ambtstaken. De taken, bevoegdheden en de rechtspositie van de gerechtsdeurwaarder zijn geregeld
in de Gerechtsdeurwaarderswet. De officiële taken van een deurwaarder zijn;

 Het uitbrengen van exploten;
 Het leggen van conservatoir beslag;
 Het ten uitvoer leggen van de uitspraken van de rechter.

Op de griffie werken mensen in diverse functies: ze worden vaak aangeduid als griffier en
ondertekenen in die hoedanigheid ook correspondentie. De gerechtssecretaris is de hulp en
rechterhand van de rechter. Hij verzorgt de voorbewerking van zaken, houdt aantekeningen bij
tijdens zittingen en legt deze neer in een proces-verbaal, overlegt na de zitting met de behandeld
rechter(s) en schrijft vaak ook een conceptvonnis of –beschikking. Wanneer de gerechtssecretaris op
de zitting aanwezig is en zittingsaantekeningen maakt, wordt hij aangeduid als ‘griffier’.

De meeste en belangrijkste beslissen in civiele procedures worden genomen door de rechter. De
rechter is werkzaam op een van de drie soorten gerechten die Nederland telt. Het is de rechter die
aan het einde van de procedure een uitspraak moet doen. in de einduitspraak bepaalt de rechter wie
van de partijen (geheel of gedeeltelijk) gelijk krijgt. Daarnaast heeft de wetgever bepaald dat
sommige beslissingen nu eenmaal door een rechter genomen moet worden, ook al is er feitelijk geen
sprake van een geschil.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimreijman1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76449 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.72
  • (0)
  Add to cart