Samenvatting AK H3 paragraaf 1, 3 t/m 5 en 7 t/m 8
Paragraaf 1 Exploitatie van het Amazonegebied en Bolivia
De toenemende welvaart in de wereld zorgt voor een grotere vraag naar voedsel, grondstoffen en
brandstoffen. Multinationals en overheden zien hierin kansen en exploiteren onder andere het
Amazonegebied en Bolivia. Hier bevinden zich grote voorraden delfstoffen en is er genoeg ruimte
voor grootschalige landbouw, maar de exploitatie gaat vaak ten koste van natuur, milieu en
bevolking. Het Amazonegebied is het grootste regenwoud op aarde. Het is van mondiaal belang voor
opname van CO2 en de productie van zuurstof. Daarnaast heeft het een enorme biodiversiteit. Sinds
enkele decennia vindt er veel vervuiling en ontbossing plaats. Die tasten de draagkracht van het
gebied sterk aan en zijn slecht voor de biodiversiteit en zorgen voor landdegradatie.
Geschikt maken van grond voor de landbouw noem je ontginning. Dit is onder andere nodig voor
veeteelt. In het Amazonegebied en Bolivia komt veel plantagelandbouw voor: landbouw op grote
bedrijven waar met moderne landbouwmethoden in monoculturen plantagegewassen worden
geproduceerd voor de wereldmarkt. Een van de meest verbouwde plantagegewassen is soja. 75% is
bestemd voor veevoer om vlees te produceren. Brazilië is een van de grootste sojaproducenten
wereldwijd. Bolivia is wereldwijd een van de grootste in cocabladeren, grondstof voor cocaïne.
Tropisch hout dient onder andere als bouwmateriaal en is populair doordat het harder is dan de
meeste soorten in westerse landen en is het goedkoper. Er hoeven namelijk geen houtplantages
worden aangelegd en liggen de lonen lager daar.
De welvaart in Midden- en Zuid-Amerika stijgt en maken daardoor een snelle economische groei
door. De vraag naar elektriciteit stijgt daardoor. Door de grote hoeveelheden water is het perfect
voor waterkrachtcentrales. Ze zijn duurzame energie alleen moet er wel ontbossing voor plaatvinden
wat weer minder is. Biodiversiteit en voedselvoorziening van mensen lopen weer meer gevaar. Het
Amazonegebied is rijk aan delfstoffen, waaronder goud, ijzer, uranium en olie. De export ervan levert
veel geld op, maar de winning leidt tot ontbossing en vervuiling. Olie en chemicaliën komen in het
milieu en de voedselketen terecht. Ook wordt de inheemse bevolking vaak met geweld verdreven uit
gebieden waar veel delfstoffen zijn te vinden. Dit gaat ook zo in Bolivia. Voor de exploitatie van het
Amazonegebied worden veel wegen aangelegd. Deze hebben indirect negatieve gevolgen: ze maken
het ook voor kleine boeren etc. makkelijker om het regenwoud in te trekken waardoor ontbossing en
vervuiling verergeren.
Veel overheden, organisaties en bedrijven zien in dat het Amazonegebied enorm belangrijk is. De
Zuid-Amerikaanse landen maken wetten ter bescherming van het regenwoud. Er zijn ook organisaties
die opkomen voor de rechten van de inheemse bevolking. Ze willen dat de oorspronkelijke
bevolkingsgroepen recht krijgen op het land waar ze wonen en streven naar erkenning van de
landrechten voor de inheemse bevolking.
Paragraaf 3 Natuurlijke gevaren
Vrijwel alle Zuid-Amerikaanse landen hebben te maken met overstromingen en modderstromen. Ze
worde veroorzaakt door zware en langdurige regenval waardoor de bodem en rivieren het water
onvoldoende kunnen afvoeren. Op berghellingen kunnen met water verzadigde puinmassa’s naar
beneden glijden, zodat er een aardverschuiving ontstaat. Naast natuurlijke factoren spelen ook
menselijke factoren een rol. Ontbossing vergroot de kans op overstromingen, modderstromen en
aardverschuivingen. Een orkaan is een tropische storm waarvan de windsnelheden de
, orkaandrempel, windkracht 12, overschrijden. Orkanen, of stormen die zich buiten de tropen
vormen, kunnen zorgen voor een stormvloed: een sterke verhoging van de waterstand langs de kust
veroorzaakt door wind die het water opstuwt. In het Westen van Zuid-Amerika komen aardbevingen
en vulkaanuitbarstingen voor als gevolg van platentektoniek. Aardbevingen hebben bovendien
regelmatig een tsunami tot gevolg. Vulkaanuitbarstingen kunnen gepaard gaan met een lahar: een
snel bewegende modderstroom op een vulkaanhelling, ontstaan door het leeglopen van een meer,
het smelten van sneeuw of ijs, of zware regenval tijdens een uitbarsting van een vulkaan.
Natuurrampen raken vele mensen, zorgen voor veel schade en kunnen de economische ontwikkeling
van een land vertragen. Maatregelen tegen natuurlijke gevaren zijn daarom belangrijk. Er zijn twee
typen: maatregelen die erop gericht zijn natuurrampen te voorkomen of de gevolgen te verminderen
(preventieve maatregelen). Die noemen we samen hazardmanagament. Er zijn ook maatregelen die
van kracht worden op het moment dat er een natuurramp plaatsvindt (curatieve maatregelen).
Landen kunnen verschillende soorten preventieve maatregelen treffen. Op de eerste plaats kunnen
ze in kaart brengen welke gebieden risico lopen op een natuurramp. Of ze werken aan het verkleinen
van risico’s. Bijvoorbeeld:
Letten op signalen die een ramp aankondigen.
Te voorkomen dat er in risicovolle gebieden gebouwd wordt.
Door bestaande gebouwen en infrastructuur te beschermen.
Door afvoer van water te verbeteren.
En ten derde kunnen ze monitorings- en waarschuwingssystemen opzetten. En als laatste is het
belangrijk dat er evacuatieoefeningen plaatsvinden, dat hulpdiensten genoeg capaciteit hebben en
dat er voldoende materialen zijn voor noodhulp.
Natuurlijke gevaren doen zich vaak voor met lange en wisselende tussenpozen. Dat bepaalt mede de
risicoperceptie: de inschatting door bewoners van een gebied met een natuurlijk gevaar van de kans
op schade en slachtoffers. Dit speelt een rol bij het wel of niet nemen van maatregelen.
Paragraaf 4 Stedelijke ontwikkeling in Zuid-Amerika
De komst van Spaanse en Portugese kolonisten naar het Zuid-Amerikaanse continent zorgde voor
een explosieve bevolkingsgroei. Als gevolg daarvan nam het aantal steden snel toe, rond het centrale
plein werden woonwijken aangewezen voor de stedelijke elite en verder van het centrum voor de
lagere sociale klasse. Na de dekolonisatie in de 19 e eeuw ontstond in de meeste steden naast het
oude koloniale centrum een zakendistrict, dat het economische en bestuurlijke centrum van de stad
werd. Beiden kregen een beter infrastructuur en steeds meer voorzieningen, maar een deel van de
stedelijke elite vestigde zich in nieuwe wijken buiten het centrum, aangetrokken door de ruimte en
lagere grondprijzen.
Vooral vanaf de 2e helft van de 20e eeuw breidde het zakendistrict zich sterk uit. Langs belangrijke
transportassen ontstonden commerciële zones, waar zich winkels en industrie concentreerden. Deze
ontwikkelingscorridors leverden een belangrijke bijdrage aan de economische ontwikkeling. Er
ontstonden ook sloppenwijken aan de rand van de stad. In Brazilië heten ze favela’s. deze
sloppenwijken worden ook wel aangeduid als de informele stad, omdat ze geen onderdeel uitmaken
van de geplande stedelijke ontwikkeling. In de loop van de tijd verbeterden de leefomstandigheden
in deze sloppenwijken: infrastructuur en huizen werden door bewoners zelf of door de overheid
opgeknapt. Dit noem je geconsolideerde wijken. Hoe verder van het centrum, hoe minder de arme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quintyonline10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.