De aarde is 4,6 miljard jaar oud. In zijn bestaan veranderde de aarde van
een gloeiende gasbol in de planeet zoals wij die nu kennen. Het leven op
aarde is er pas sinds 600 miljoen jaar. De geschiedenis van de aarde
wordt samengevat in de geologische tijdschaal. Deze bestaat uit
verschillende tijdvakken. De posities en bewegingen van de continenten
van de continenten en de klimatologische omstandigheden verklaren de
verschillende planten- en diersoorten in elk tijdvak.
350 miljoen jaar geleden lag Nederland, gedurende het Carboon, vlak bij
de evenaar. Het landschap bestond toen voornamelijk uit tropisch
laaglandmoeras. In deze moerassen werden dikke pakketten veen
afgezet. Door toenemende temperatuur en druk van sedimenten
ontstond uit het veen dan steenkool. Een bijproduct van dit proces was
aardgas dat nu in Nederland gewonnen wordt.
In de periode na het Carboon, het Perm (299-251 miljoen jaar geleden), zaten alle continenten aan
elkaar vast en ze vormden samen het supercontinent Pangea. Deze grote landmassa zorgde voor
grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht en er waren lange droge perioden. Aan het einde
van het Perm voltrok zich de grootste uitstervingsgolf
uit de geschiedenis: 90% van al het dierenleven (land
en zee) stierf uit. Wetenschappers weten niet hoe
deze golf ontstond.
Het Perm was het laatste tijdvak van het
Paleozoïcum , hierna volgde het Mesozoïcum. Het
tijdperk waarin de dinosaurussen over de aarde
heersten. Je hebt hierin ook weer verschillende
tijdvakken: Trias, Jura en Krijt. In het Trias valt Pangea in verschillende kleinere continenten uiteen.
Tijdens het Krijt (145-65 miljoen jaar geleden) waren de temperaturen op aarde veel hoger dan nu.
Aan het einde van het Krijt sloeg een asteroïde in. Hierdoor ontstonden er grote vloedgolven en een
korte hevige klimaatverandering. De dinosaurussen en veel andere diersoorten stierven uit.
Tijdens het Kenozoicum werd de aarde bewoond door de diersoorten die wij nu kennen. Pas aan het
einde van het Kwartair (1,8 miljoen jaar geleden), het laatste tijdvak van het Kenozoicum, is de
moderne mens ontstaan. Het grootste deel van Nederland is in het Kwartair gevormd. De geologie
gebruikt het actualiteitsbeginsel, hierbij ga je ervan uit dat de fysische processen die nu plaatsvinden
in het verleden op dezelfde manier hebben plaatsgevonden.
, Paragraaf 2 Platentektoniek
De aarde is opgebouwd uit lagen die elk een
verschillende dichtheid hebben. De aardkern
heeft de hoogste dichtheid en de aardkorst
heeft de dunste buitenste laag en dus de
laagste dichtheid. Tussen de aardkern en de
aardkorst bevind zich de aardmantel.
Wanneer je kijkt naar de plasticiteit
(vervormbaarheid) van de aardlagen,
ontstaat een andere indeling. De buitenste
laag van de mantel en de aardkorst bestaan
uit vast gesteente. Zij vormen samen de
lithosfeer. De lithosfeer is opgebouwd uit
platen die ten opzichte van elkaar bewegen.
Ze drijven als het ware op de asthenosfeer,
het plastische gedeelte van de aardmantel.
Deze laag is niet vloeibaar, maar kan wel
bewegen. De mesosfeer (het binnenste
gedeelte van de mantel) bestaat uit vast
gesteente en de aardkern is opgebouwd uit
een vaste ijzeren binnenkern en een vloeibare
buitenkern.
De hitte in de aardkern (ongeveer 6000 graden
Celsius) is voor een del restwarmte die tijdens
het ontstaan van de aarde is opgeslagen.
Verder zorgen radioactieve elementen in de
aardkern oor een continue warmteproductie. De aardkern geeft deze warmte door aan de
omliggende mantel. In de plastische asthenosfeer zorgt deze warmte voor een lagere dichtheid en
dus een transport van gesteente: de convectiestromen. Deze stroming van taai vloeibaar gesteente
in de asthenosfeer zorgt voor de beweging van de platen waaruit de lithosfeer bestaat. Het zo
ontstane systeem van plaatbewegingen noem je platentektoniek. De lithosfeer bestaat uit losse
platen die op drie verschillende manieren en opzichte van elkaar kunnen bewegen. Zo ontstaan vier
verschillende soorten plaatgrenzen:
Divergente plaatgrens:
- Ontstaat als twee platen uit elkaar bewegen boven een opstijgende convectiestroom.
- Wanneer dit opstijgende magma tegen de lithosfeer komt, kan het niet verder en buigt af
naar opzij. De convectiestromen trekken zo als het ware de bovenliggende plaat uit elkaar.
Uit de scheuren die hierdoor in de korst ontstaan, kan magma aan de oppervlakte komen en
ontstaan vulkanen.
- Door het opstijgende magma wordt op dezelfde pek de plaat(grens) omhoog geduwd. Er
ontstaat daardoor een langgerekt gebergte met vulkanen langs de grens van twee
divergerende platen op de bodem van de oceaan: de (mid)oceanische rug.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quintyonline10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.