Dit document bevat een samenvatting van het boek 'De Bestuurlijke Kaart van Nederland' van Breeman et al.
De hoofdstukken zijn onderverdeeld per week.
Deze samenvatting bevat alle informatie die nodig is voor het beantwoorden van de meerkeuzevragen van het tentamen.
Startseminar: Bestuurskunde en Openbaar Bestuur (BOB)
Bestuurlijke kaart van Nederland – Breeman, Van Noort, Rutgers
Week 1 (H1 + H2 + H7 + H8):
Hoofdstuk 1
Constitutionele monarchie:
De koning is het staatshoofd, maar zijn handelen is gebonden aan de grondwet.
Rechtsstaat:
De overheid dient zich te houden aan het legaliteitsbeginsel (ze mag alleen handelen
op grond van wettelijke bevoegdheden) en burgers beschikken over grondrechten.
Hoofdstuk 2
4 kenmerken van een staat:
- Er is sprake van een specifiek grondgebied;
- Er is een bevolking (bijv. niet Antarctica);
- Er is een wettelijke ordening en een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend
de wet- en regelgeving kan handhaven;
- Het wordt erkend door andere staten.
Soevereine staat:
Een onafhankelijke staat die in het internationale recht gelijk is aan alle andere staten
(dus niet NL, want NL dient zich aan de regels van de EU en de NAVO te houden).
Rechtspersoon:
Is bevoegd rechtshandelingen te verrichten (bijv. de Nederlandse staat).
Regering:
Koning + de Raad van Ministers (alle NLse ministers & 3 gevolmachtigde ministers uit
Aruba, Curaçao en Sint Maarten).
Kabinet:
Ministers + staatssecretarissen.
Constitutie:
Het geheel van elementaire geschreven en ongeschreven regels m.b.t. de organisatie
van een staat (kunnen zijn vastgelegd in de Grondwet, maar dit hoeft niet).
Parlementair stelsel:
Regeringsvorm waarbij het volk haar eigen vertegenwoordigers in het parlement kiest
→ Het volk kiest de Tweede Kamer.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat:
Staatsorganisatie met verschillende bestuurslagen, waarbij de relatie tussen de
bestuurslagen berust op de samenhang van autonomie, medebewind en toezicht.
Autonomie:
Medebewind en toezicht. → Gemeentes en provincies hebben een eigen
bevoegdheid.
1
,Medebewind:
De inhoud van regels is vrij, maar er moet wel rekening worden gehouden met regels
van een hogere orde.
Toezicht:
De overheid kan alles vernietigen wanneer dit in strijd is met de wet of het algemeen
belang.
Decentralisatie:
Overdracht van taken en bevoegdheden aan lagere rechtsgemeenschappen of
bestuurslagen.
Eenheidsstaat:
Samenhang van coördinatie die centraal van bovenaf wordt opgelegd.
➔ Dit betekent dat hier ambiguïteit is ingebouwd.
Ambiguïteit:
Centraal, maar er is toch variatie mogelijk.
Territoriaal bestuur:
De drie bestuurslagen in NL zijn vrij om op verschillende terreinen initiatieven op hun
eigen grondgebied uit te voeren
➔ Bijv.: provincies en gemeenten
Functioneel bestuur:
Wanneer een bestuur een beperkt wettelijk vastgelegd takenpakket krijgt.
➔ Bijv.: politie, waterschappen, bedrijfsorganen en zelfstandige bestuursorganen
Dualistisch parlementair stelsel:
Geen volledige scheiding tussen de regering en het parlement.
Er zijn momenten waarop de regering en het parlement van NL intensief met elkaar
samenwerken, bijv. bij het opstellen van het regeerakkoord.
➔ Op papier is er in NL een scheiding tussen de regering en het parlement, zo zijn
ministers bijv. geen lid van het parlement.
Hoofdstuk 7 (vanaf OM)
Technisch sepot:
Beslissing van het Openbaar Ministerie waarbij het afziet van vervolging van een
strafbaar feit omdat het van mening is dat vervolging niet tot een veroordeling zal
leiden, bijvoorbeeld omdat voldoende bewijs ontbreekt of omdat het feit of de
verdachte niet strafbaar is.
Arrondissementsparket:
Regiokantoren van het Openbaar Ministerie (OM).
Hoofd van het arrondissementsparket:
Hoofdofficier van justitie
2
,Hoofd van het parket bij een hof:
Procureur-generaal
Overige leden van het parket bij een hof:
Advocaat-generaal
College van procureurs-generaal:
Vier gerechtshoven + vier procureurs-generaal
Parket bij de Hoge Raad:
Is niet belast met de vervolging van strafbare feiten, maar stellen adviezen op voor de
Hoge Raad.
Hoofdstuk 8
Publiekrechtelijk:
Alle kerninstellingen van het openbaar bestuur zijn publiekrechtelijk van aard → zij
dienen uitsluitend een publiek belang en streven geen eigenbelang na.
Staatsbedrijven:
Bedrijfsmatige productieorganisaties die op een min of meer gereguleerde markt
opereren en met de verkoop van diensten en producten hun inkomsten verwerven.
Vermaatchappelijking van de private sector:
Private ondernemingen worden steeds vaker publiekelijk ter verantwoording
geroepen.
Triple P-benadering:
Bij maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen, wordt gestreefd naar een
balans tussen profit, people en planet.
Staatscourant:
Het officiële medium waarin de rijksoverheid besluiten en wet- en regelgeving
bekendmaakt.
3
, Week 2 (H5 + H6):
Hoofdstuk 5: Provincies en waterschappen
Provinciale Staten:
De vergadering van direct gekozen volksvertegenwoordigers in de provincie.
- Stellen de provinciale verordeningen en de begroting vast;
- Vormen de controlerende macht voor het dagelijks bestuur van de provincie;
- Kiezen de leden van de Eerste Kamer
Getrapte verkiezingen:
Het volk kiest vertegenwoordigers (de Provinciale Staten) en deze kiezen vervolgens
weer andere vertegenwoordigers (de Eerste Kamer).
College van Gedeputeerde Staten:
Door de Provinciale Staten gekozen dagelijks bestuur van de provincie.
Collegiaal bestuur:
Elke gedeputeerde kan ter verantwoording worden geroepen voor alles waarover het
college heeft besloten.
Commissaris van de Koning:
Voorzitter van het college van Gedeputeerde Staten en van de Provinciale Staten.
Provinciesecretaris:
Belangrijkste adviseur van de Gedeputeerde Staten
Comité van de Regio’s:
Hierin zijn de provincies vertegenwoordigd in de EU.
Belangrijkste uitvoerende taak van de provincie:
Het beheer van de infrastructuur: (vaar)wegen, bruggen en tunnels.
Waterschappen:
Waterschappen kennen een vorm van gedecentraliseerd functioneel bestuur.
Taken Waterschappen:
- Waterkwantiteitstaak: sloten en kaden aanleggen, om zo het land bewoonbaar
en bewerkbaar te maken of te houden.
- Waterkeringstaak: ervoor zorgen dat zee- en rivierwater buiten blijft door dijken
en spuisluizen aan te leggen.
- Waterkwaliteit: het bestrijden van waterverontreiniging en waterzuivering.
Unie van Waterschappen:
Landelijke koepelorganisatie van de 21 waterschappen.
Vier categorieën belanghebbenden die waterschappen kiezen:
1. Ingezetenen: alle bewoners in het gebied.
2. Natuurterrein: grondeigenaren met een natuurterrein.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomiuvt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.67. You're not tied to anything after your purchase.