De tijd van de burgers en stoommachines (1800-1900)
Kenmerkende aspecten:
- De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële
samenleving.
- De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, socialisme, confessionnalisme en feminisme.
- De opkomst van emancipatiebewegingen
- Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen
aan het politieke proces.
- Discussies over de sociale kwesties
- De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële
samenleving
Een revolutie is een verandering met grote gevolgen in een korte periode. Het wordt een
revolutie genoemd, want het is een verandering met grote gevolgen. De industriële revolutie
vond niet plaats in een korte tijd, maar had wel veel grote gevolgen. Dus is het de naam
‘’revolutie’’ niet helemaal waard.
Hoe is de industriële revolutie begonnen? Het begon bij de textielnijverheid die zich aan het
ontwikkelen was, maar daardoor hadden ze ook behoefte aan arbeiders en een stabiele
energiebron. In de landbouw waren er weer wat veranderingen en kunnen we zelfs spreken
van een agrarische revolutie die zorgde voor meer voedsel en een grotere bevolking. Meer
mensen betekent meer vraag naar kleding en dit was goed voor de textielnijverheid. Maar
hierdoor waren er ook weer meer arbeiders nodig. Door alle vernieuwen in de landbouw is er
daar een overschot en kunnen de landarbeiders in de textielnijverheid gaan werken. De
machines waar ze mee werkten, werden voortgedreven door waterkracht. Hierdoor konden
textielwerkplaatsen alleen maar bij rivieren staan en zijn ze alsnog afhankelijk van de kracht
van het water. De ondernemers wilden hier dus wat aan doen, zij wilden een stabiele
energiebron en gingen hierdoor naar de mijnbouw. In de mijnbouw maakten ze al gebruik
van eens stoommachine die het water uit de grond pompte. Het probleem was dat deze
machine veel brandstof verbruikte en heel traag was, daarom werd de stoommachine
verbetert. Deze machine kon nu dus ook in de textielnijverheid gebruikt worden om de
waterkracht te vervangen. Die vernieuwingen (mechanisatie en gebruik van stoomkracht)
bleven niet bij de textielnijverheid, maar verspreidden zich waardoor het een industriële
revolutie werd.
Eerste industriële revolutie (1775-1850)
Belangrijkste energiebron: steenkool (hier drijven stoommachines op)
Belangrijkste materiaal (voor machines enz. te maken): ijzer
Tweede industriële revolutie (1850-1900)
Belangrijkste energiebron: elektriciteit en olie
Belangrijkste materiaal: staal (sterker dan ijzer)
De tweede revolutie zorgde voor nog meer vooruitgang en die industriële revolutie zorgde
voor economische gevolgen:
, - In plaats van kleine werkplaatsen aan huis komen er nu grote fabriekshallen met
honderden arbeiders
- Toename van productie, waardoor de prijzen dalen
Door de industriële revolutie ontstond er een nieuw soort samenleving: industriële
samenleving. Het grootste deel van de bevolking woonden in de stad en waren de industrie
en diensten de belangrijkste middelen van bestaan. Mensen van het platteland verhuisden
naar de stad om in loondienst in fabrieken te gaan werken. Zo ontstond er een grote groep
van industriearbeiders en een groep kapitalisten die hun geld belegden in de industrie en
handel. Tussen deze twee groepen ontstond een middenklasse die bestond uit leraren,
ambtenaren, etc.
De industriële kapitalisten probeerden voortdurend goedkoper te werken en betere
producten te maken om de winst op te voeren en de strijd met hun concurrenten vol te
houden. Zo bleef de industrialisatie aan de gang.
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, socialisme, confessionnalisme en feminisme
Liberalisme
Belangrijkste uitgangspunt: vrijheid voor het individu, wanneer iemand vrij is kan hij zich
zoveel mogelijk ontwikkelen. Aanhangers van de verlichting en democratische revoluties.
Politiek:
- grondwet, hierin wordt macht van koning beperkt +burgerrechten en persvrijheid
- gelijkheid voor de wet
- volksvertegenwoordiging moet koning controleren
Economie:
- particulier bezit, het bedrijf moet in handen zijn van een individu en niet van de
overheid
- vrijhandel
- weinig bemoeienis van de overheid
Cultuur:
- tolerantie naar andere godsdiensten
- geen censuur
- vrijheid van denken
Nationalisme
begrip:voorliefde voor het eigen volk en de eigen natie.
Oorzaken van ontstaan:
- de Verlichtingsideeën
- de democratische revoluties
- de Napoleontische overheersing
Politiek:
- ieder volk heeft recht op eigen natiestaat (eigen land met eigen bestuur en duidelijke
grenzen)
Cultuur:
- eigen taal maakt een volk tot een eenheid
- ieder volk heeft een eigen cultuur
- geschiedenis is belangrijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bdolieslagers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.