Economie schuldhulpverlening
periode 3
Week 2 Geschiedenis schuldhulpverlening
Vooraf aan de schuldhulp verlening
e
De 19 eeuw:
1818 Johannes van den Bosch – Maatschappij voor weldadigheid
Ontstaan hulpverlening: reclassering; Maatschappij tot het Nut van ‘t algemeen.
De kerk kreeg een rol in de hulpverlening
Er was een optimistisch mensbeeld
1899 eerst school voor professionele hulpverleners
e
De 20 eeuw:
Woonscholen: opvoeding tot ‘nette’ mensen
Na tweede wereldoorlog kreeg maatschappelijk werk bredere basis (ideeën uit
Amerika – zelfredzaamheid)
1949 eerste sociale raadsman aan het werk schuldhulpverlening
1956 Algemene Ouderdomswet (AOW)
1963 Algemene Bijstandswet (ABW)
1967 Wet op arbeidsongeschiktheid (WAO)
Ontstaan van de schuldhulpverlening
e
Einde 20 eeuw:
Steeds meer mensen in de schulden door allerlei verschillende oorzaken:
Consumentisme,
digitalisering,
goede sociale wetgeving
Steeds meer mensen werden persoonlijk failliet verklaart
Hierdoor nieuwe wet: Wet schuldsanering natuurlijke personen WSNP
Samenleving versus schuldhulpverlening
Ontstaan SHV door veranderingen in de samenleving.
e
In 19 eeuw was Nederland een nachtwakersstaat: Overheid beschermde alleen privébezit
burgers
e
Begin 20 eeuw verzorgingsstaat: Staats- of samenlevingsvorm met als kenmerk dat de
overheid het welzijn van haar burgers verzekert door een uitgebreid stelsel van sociale
voorzieningen.
Verzorgingsstaat voltooid in periode 1945-1970
, Begrip armoede en armoedegrens
Armoede is in meerdere vormen te omschrijven. Er kan sprake zijn van:
tijdelijke armoede: de tijdelijke situatie dat mensen niet voldoende inkomen hebben
om een maatschappelijk aanvaardbaar niveau van bestaan te bereiken en in stand te
houden
structurele armoede: de langdurige situatie dat mensen niet voldoende inkomen
hebben om een maatschappelijk aanvaardbaar niveau van het bestaan te bereiken en in
stand te houden.
Relatieve armoede: de situatie van armoede is heel anders als je naar bijvoorbeeld
andere landen zoals India kijkt. Daar is een hele andere vorm van armoede. Daarom
wordt in Nederland vaak over relatieve armoede gesproken, omdat wij in Nederland
een sociaal vangnet hebben en de meeste mensen ook als ze arm zijn een dak boven
hun hoofd hebben.
Geschiedenis en waarde van geld
Tweeduizend jaar geleden werden goederen nog met elkaar geruild.
Daarna werd er met goud en zilver betaald.
Langzaam maar zeker is dat veranderd in waardepapieren die werden uitgegeven als bewijs.
Daaruit is ons hedendaagse muntgeld en papiergeld ontstaan.
Nu betalen we met ‘plastic’. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft nog altijd goud op voorraad
om ons geldsysteem mogelijk te maken.
Omdat we met z’n allen steeds meer zijn gaan lenen en er steeds meer passen zoals
creditcards, winkelpassen en dergelijke zijn ontwikkeld, kijken we anders naar de waarde
van geld dan vroeger. De vraag is dan natuurlijk wat is de waarde van geld?
Week 3 inkomen
Wat is inkomen?
Algemeen: Inkomen is alles wat iemand als opbrengst van arbeid, onderneming
of vermogen geniet, bijvoorbeeld loon, winst, dividend of rente. Bij het woord inkomen denk
je meestal aan geld. Goederen of diensten kunnen ook tot het inkomen behoren.
Inkomen is ook een juridisch begrip. De Belastingdienst gebruikt termen als:
Toetsingsinkomen
Verzamelinkomen
Toetsingsinkomen = geld als norm om wel of geen toeslag te krijgen
Verzamelinkomen = inkomen uit werk, uit aandelen en dividenden en uit sparen en
beleggen
Vormen van inkomen
Primair inkomen – direct uit arbeid of dienst. Hiervan zijn nog geen kosten afgetrokken.
Secundair inkomen – primair inkomen minus directe belasting en sociale premies.
Tertiair inkomen – secundair inkomen minus indirecte prijsverhogende belastingen (BTW)
In SHV (Shuld Hulpverlening) gaat met uit van
Bruto Inkomen (Primair inkomen)
Inkomen verwerven door:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniqueveenstra2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.17. You're not tied to anything after your purchase.