100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Prof Claeys: cardiale pathologie $3.63   Add to cart

Summary

Samenvatting Prof Claeys: cardiale pathologie

 38 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het onderdeel Cardiale pathologie gegeven door prof Clayes. Deze samenvatting omvat alle opnames helemaal uitgeschreven samen met de powerpoints (inclusief de Poll vragen + antwoorden). Dit is een samenvatting van 54 pagina's.

Preview 4 out of 54  pages

  • October 29, 2021
  • 54
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Cardiovasculaire kinesitherapie 1: pathologie Prof Claeys
Anatomie en functie van het hart en de longen
1. Fysiologie van hart en longen
 Het hart wordt omgeven door de longen
 Het hart ligt ook iets meer naar links en vanuit het hart lopen veel bloedvaten, en komen er
ook veel aan
 Het is 1 radarnetwerk dat op mekaar afgesteld is
o Het hart is de hartpomp
o De longen zijn een orgaan voor de zuurstofuitwisseling
o De spieren zijn de structuren die het werk verrichten

2. Algemene begrippen
 Het hart = holle spier met een conische vorm
 Ligt tussen de longen, in het middelste mediastinum, omgeven door het pericard
 Projecteert 1/3 rechts, en 2/3 links van de middellijn
 Het hart is zwaarder bij mannen dan bij vrouwen

3. Het cardiovasculaire systeem
 Bestaat uit verschillende componenten:
o Het hart
 Pompt bloed
o Vaten
 Transport van bloed
 Regelen arteriële bloeddruk en orgaanperfusie
 Uitwisseling met weefsels
 Pompen bloed terug naar het hart
o Lymfevaten
 Pompen en transport van lymfevocht

4. Schikking van de organen/vaatbedden
 Pulmonale en systeem-circulatie staan in serie met elkaar
o Rechter en linker hart pompen steeds hetzelfde debiet
 Circulatie naar de meeste orgaansystemen gebeurt parallel (uitgezonderd de lever)
o Voorkomt dat veranderingen in doorbloeding van één orgaan de doorbloeding van
andere organen beïnvloed
o Lever is een serie systeem met het gastro-intestinaal systeem

5. Bloeddoorstroming doorheen het hart
 Hart heeft een rechter en linker kant die in serie verbonden zijn




1

,6. Hartkamers
 De drukken in de longen zijn lager dan de drukken in het lichaam
 De spierkracht van het linker hart is vele groter omdat deze veel sterker moet werkten tegen
de hoge druk
 Voorkamers hebben minder spierweefsel  zijn ontvangers van bloed
 4 kleppen
o De kleppen zorgen ervoor dat er een unidirectionele richting is voor het bloed, geen
terugvloei mogelijk
o Dit zorgt voor een seriegeschakelde doorbloeding

7. Bloedflow
 Veneus bloed uit lichaam  V. cava superior en inferior  RA  tricuspidalisklep  RV 
Pulmonalisklep  A. pulmonalis  oxygenatie in longen
 Alles onder het diafragma komt uit de vena cava inferior

8. Linker ventrikel
 Langer en conischer dan RV
 3X meer gespierd dan RV
 Pompt tegen hoge weerstand van lichaamsvaten
 Linker ventrikel is het belangrijkste en hier komen ook het meeste pathologieën voor
o Linker ventrikel is groter en krachtiger dan de rechterventrikel
 Papillairspieren zijn draden die ervoor zorgen dat er bij het pompen de mitraliskleppen niet
doorbuigen
 Interventriculaire septum


8.1 Klinisch belang linker ventrikel
 Belangrijkste deel van het hart voor cardioloog en cardiochirurg
 Cardiale output
 Afwijkingen:
o Ischemie
o Infarct, aneurysma, rutptuur
o Myocarditis
o Hartfalen  door dysfunctie in pompfunctie
o Gevolgen van klepafwijking

9. Bloedvoorziening van het hart: kransslagader/coronair
 Kroonslagaders  bij verstopping of dichtslipping geeft aanleiding tot infarct
10. Coronaire anatomie




2

, Kroonslagader is maar enkele milimeters dik
 Hij ligt aan de buitenkant van het hart en heeft vertakkingen
o Zorgt ervoor dat het bloed tot in de spier sijpelt
o Daar wordt het vrijgegeven en zal de spier O2 opnemen en O2 arm bloed afgeven
 Grootste flow is tijdens het ontspannen van het hart
o Bij samentrekken hart drukt het de zijtakjes dicht

11. Bloedvoorziening van hart territoria
 Drie grote kroonslagaders bevloeien een bepaalde zone
 Bv. De rechter gaat de onderkant bevloeiien
 Als dan een zone niet meer goed samen trekt weet je dat met die zone een probleem zal zijn
 Sinus coronarius = vene
o Deze draineert veneuze bloed van de hartspier naar de rechter voorkamer
o Elke arterie heeft ook een vene

12. Impulse and conduction systeem
 Naast de kleppen, de kroonslagaders en de spieren heb je nog een systeem  geleidings -en
impulsweefsel
o = systeem dat ervoor zorgt dat je hart om de zoveel seconden samentrekt
 In rechter atrium is er een automatische prikkeling dat hiervoor instaat
 Elektrisch signaal verspreidt zich over voorkamers, gaat door geleidingsweefsel (AV-knoop)
 Dat zorgt voor gelijktijdige prikkeling van de linker en rechter kant
o Ze zullen dus gelijktijdig samentrekken

13. Innervatie: ortho en parasympticus
 Er zijn verschillende neurologische systemen die het hart ook beïnvloeden
 Zenuwbanen die orthosympaticus doen activeren  hart sneller en krachtiger kloppen
 Zenuwbanen die parasympathicus doen activeren  hart trager kloppen

14. A. Pulmonalis en zijtakken
 Voert gedeoxygeneerd bloed van het RV naar de longen
 Splitst in een linker en rechter A. pulmonalis
o Links 2 takken, rechts 3 takken
 Klinisch belang
o Weinig afwijkingen aan de arterie pulmonalis
 Soms klonters in longsystemen
 Soms ganse arterie afgespannen
o Longcirurg
o Longembolen, zadelembool

15. Grote vaten rond het hart
 Uitrstroomvaten zijn de vaten die vertrekken vanuit het hart:
o A. pulmonalis = longslagader
 O2 arm bloed van RA naar longen
o Aorta = grote hoofdslagader
 Zuurstofrijk bloed van LV naar organen brengen
 Instroomvaten brengen het bloed naar het hart


3

, o V. cava inferior en superior
 O2 arm bloed van organen naar RA
o V. Pulmonalis
 O2 rijk bloed van longen naar LA

16. Hartdebiet
 = maat voor de pompkracht van het linker ventrikel
 = Aantal liter bloed dat je hart pompt
 = cardiale output
o = slagvolume x hartfrequentie = 5 – 6 L/min
o = ruwe marker want er zijn grote, kleine, dikke en dunne mensen  bepaald ook
hartdebiet
o Inschatten voor normaal hartdebiet  corrigeren met cardiale index
 Cardiale index
o = hartdebiet/BSA
o BSA = body surface area = lichaamsoppervlakte
o BSA = √ lengte(cm) x gewicht (kg)/3600

 Primaire functie hart:
o Kinetische energie geven aan bloed
  voldoende arteriële bloeddruk te onderhouden om voldoende bloed
doorheen de weefsels te perfunderen
 Steeds evenredig met de metabole behoeften
o Contractie van spierwand rond gesloten kamer genereert voldoende druk
  om een bloedvolume doorheen de aortaklep naar de aorta te ejecteren
 = slagvolume

17. Hartslag en hartdebiet
 Hartfrequentie stijgt meer bij veranderingen
 Hartfrequentie is de belangrijkste factor in de
toename van het hartdebiet
o Inspanning  HF + 100% vs. SV +50%
 Bij intense sporters gaat het lichaam zich verder
aanpassen  slagvolume neemt toe in rust
o Groter hartdebiet genereren

18. Distributie van bloedvolume en rol van het veneus systeem in de vulling van het hart
 Arteriële druk = F x R
 Arteriële bloedvaatjes bepalen of de druk gaat stijgen of niet
 Er wordt 5 tot 6 liter bloed rondgepompt  grootste deel in het veneus systeem (70%)
o Veneus systeem kan goed uitzetten
 Door automatische mechanismes regelen we de bloeddruk en vocht -en bloedbalans
o Autonome parasympatische en sympathische zenuwen hebben invloed op
frequentie en pompkracht hart
 Er zijn ook baroreceptoren aanwezig in aorta of carotis  druk meten CVCC
 Naast hart worden ook de longen bijgestuurd door het zenuwstelsel
o Er zijn chemoreceptoren in de circulatie die het CO2 en O2 gehalte meten

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eline_uittenhove. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79271 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.63  1x  sold
  • (0)
  Add to cart