Dit is een samenvatting van de leerstof voor het tentamen Nederlands in de bovenbouw. Hierin zijn de boeken, Portaal: praktische taaldidactiek voor primair onderwijs, Taal & Didactiek: technisch lezen en Taal & Didactiek: spelling verwerkt.
Samenvatting tentamen Nederlands in de bovenbouw
Spelling
Hoofdstuk 4 Doelstellingen en leerstofondersteuning
4.1 Inhoud van het spellingonderwijs
Twee belangrijke criteria voor het bepalen van de inhoud van het spellingonderwijs zijn:
- Frequentie van het woord: het is efficiënt om kinderen alleen de woorden goed te leren
spellen die ze zelf ook het meest frequent gebruiken. De methoden gaan daarom uit van de
zogenoemde woordfrequentie lijsten: onderzoek naar de frequentie waarmee woorden in
teksten gebruikt worden. Het aanleren van de schrijfwijze van een beperkte zorgvuldig
geselecteerde groep woorden heet een aantal voordelen.
- Moeilijkheid van de woorden: is een soort aanvulling op woordfrequentie.
4.2 Spellingcategorieën
De leerstof in het spellingonderwijs wordt zorgvuldig geordend en gestructureerd. De leerstof is
geordend in categorieën: woorden die dezelfde spellingsmoeilijkheid hebben. Elke methode heeft
hier een andere indeling voor. Criteria voor de indeling zijn onder andere:
- Spellingstrategie die kinderen hanteren
- De mate waarin een beroep wordt gedaan op de spellingvoorwaarden
- De afwijkende schrijfwijze van klanken
- De opbouw van een woord
- De hoeveelheid woorden
Ordening van de leerstof in spellingcategorieën:
De volgorde waarin de verschillende spellingcategorieën aan bod komen verschilt per methode, ze
hanteren wel allemaal de volgende criteria:
- Eerst klankzuivere woorden, daarna niet klankzuivere woorden
- Eerst 1 lettergrepige woorden, daarna 2 lettergrepige woorden
- Eerst woorden met 1 spellingregel, daarna woorden met meer regels
- Eerst frequente woorden, daarna minder frequente woorden
Opbouw spelling in groep 4-5: leerlingen:
- Zijn in staat klankzuivere woorden correct te spellen
- Kennen de spelling van woorden met homofonen
- Passen de gelijkvormigheidsregel toe
- Passen de analogieregel toe
- Kunnen eenvoudige interpunctie duiden en toepassen
- Kunnen hun spelling- en interpunctiefouten onderkennen en corrigeren
Opbouw spelling in groep 6-8: leerlingen:
- Beheersen de regels van werkwoordspelling
- Zijn redelijk in staat leenwoorden correct te spellen
- Kunnen complexe interpunctie duiden en toepassen
- Zijn in staat om hun spelling en interpunctiefouten te onderkennen en corrigeren
- Ontwikkelen een attitude voor correct schriftelijk taalgebruik.
Dit gaat om de spelling van onveranderlijke woorden. Veranderlijke woorden zoals
werkwoordsvormen worden apart aangeleerd.
Nut van werken met spellingcategorieën:
In de eerste plaats zijn spellingcategorieën rechtgevend voor het handelen van de leerkracht. Waar
het om gaat is dat je voor een bepaalde spellingcategorieën de meest efficiënte strategie aanleert.
,Het is belangrijk om de categorieën te blijven herhalen. Een handige manier hiervoor is het
vijfwoorden dictee. Je dicteert hierbij 5 woorden van eerder geleerde categorieën en dit bespreek je
na met de leerlingen. Doordat de leerstof is ingedeeld in categorieën is het voor leerkrachten
makkelijker om fouten te analyseren. Ook kinderen hebben steun aan de indeling van
spellingcategorieën. Dit structureerde de leerstof en dat is vooral voor kinderen met
spellingsproblemen belangrijk. Ze krijgen zo sneller inzicht in het spellingsysteem.
4.3 doelstellingen van het spellingonderwijs
Kerndoelen voor het spellingonderwijs:
Kerndoelen vormen de einddoelstellingen van de basisschool. Spelling maakt hierin deel uit van
domein taalbeschouwing en schrijven. Onder het domein taalbeschouwing vallen de volgende
doelen:
- Regels voor het spellen van werkwoorden
- Regels voor het spellen van andere woorden
- Regels voor het gebruik van leestekens
Onder het domein schrijven valt de doelstelling: de leerlingen kunnen de vormgeving en presentatie
van hun teksten verzorgen door aandacht te besteden aan spelling, leesbaarheid, zinsbouw,
bladspiegel, beeldende elementen en kleur.
Referentieniveaus in het spellingonderwijs:
De referentieniveaus omschrijven wat leerlingen moeten weten en kunnen op het gebied van taal en
rekenen op bepaalde momenten in hun schoolniveau. Dit is aangeduid door 4 niveaus:
1. 1F eindniveau primair en speciaal onderwijs
2. 2F eindniveau VMBO en eerste 3 jaar mbo. Ook het streef eindniveau van de basisschool.
3. 3F MBO 4 en havo-eindniveau
4. 4F vwo-eindniveau
Veel doelen voor 2F niveau worden op de basisschool als basisstof gegeven. In de referentieniveaus
wordt een binnen het basisonderwijs ongebruikelijke indeling gehanteerd in spellingcategorieën,
men onderscheidt hier 5 klassen problemen:
- Alfabetisch: klankzuiver woorden
- Orthografisch: woorden met regels over de lettergreepgrens heen
- Morfologisch: woorden met voor of achtervoegsels
- Morfologisch: met gebruikmaking van syntactische kennis: de spelling van werkwoorden
- Logografisch: woorden met vaststaande lettercombinaties die niet klankzuiver zijn.
Het formuleren van lesdoelen:
Kerndoelen zijn een soort richtpunt: bij spelling moet het uiteindelijk gaan om communicatie. Voor
het formuleren van concrete lesdoelen heb je niet veel aan de kerndoelen en referentieniveaus. Een
lesdoel moet beschreven worden in termen van spellingcategorieën en spellingstrategieën die de
kinderen moeten beheersen. Voor het formuleren van lesdoelen zijn de volgende dingen belangrijk:
- Spellingcategorie
- De spellingstrategie
- De voorwaardelijke vaardigheden
4.4 Functioneel spellingonderwijs
Als het gaat om de doelstellingen van het spellingonderwijs maakt men onderscheidt tussen
functionele taalactiviteiten en ondersteunende taalactiviteiten. Functionele taalactiviteiten pen zijn
activiteiten waarbij de taal als communicatiemiddel fungeert. Ondersteunende taalactiviteiten zijn
activiteiten die gericht zijn op het vergroten van allerlei taalvaardigheden, met het doel dat kinderen
de functionele taalactiviteit beter kunnen uitvoeren. Kinderen vinden het namelijk lastig om de
, transfer te maken van spellingsonderwijs naar praktisch gebruik. Voor het realiseren van de
algemene doelstellingen van het spellingonderwijs kan gefocust worden op de meest frequente
woorden. Spellingsherziening is de houding van kinderen om in al hun schriftelijk werk foutloos te
spellen. Het gaat erom dat kinderen niet alleen tijdens de spellingstrategie goed letten o de correcte
spelling van woorden, maar in alle situaties waarin ze de taal functioneel gebruiken. Het is lastig om
in een methode spellingsonderwijs functioneel te maken, wel zijn er de volgende mogelijkheden
voor:
1. Woorden aanbieden in zinvolle context
2. Woorden laten verwerken in een schrijfopdracht
3. Integratie met technisch lezen
4. Functionele schrijfopdrachten geven
Hoofdstuk 5 Instructie
5.1 Instructieprincipes
De verschillende vast werkwijzen die een leerkracht gebruikt om kinderen iets aan te leren of uit te
leggen heten instructieprincipes of instructiemethodes. Er is onderscheidt te maken in de volgende
methodes:
- Algemene instructieprincipes: deze kunnen in elk leerproces worden toegepast
- Specifieke instructieprincipes: zijn afhankelijk van een bepaalde leerzaam
Een belangrijk algemeen instructieprincipes bij spelling is het leren controleren van het geschrevene.
Veel spelfouten die kinderen maken komen door een slordige, gehaaste manier van werken en
kunnen worden voorkomen als kinderen de attitude hebben om hun werk te controleren. Een ander
algemeen instructieprincipe is mondeling: het hardop denkend voordoen van de leerkracht. De
instructieprincipes van de leerkracht moeten er op gericht zijn om leerlingen de 7 verschillende
spellingsprincipes bij te brengen. Hier zijn 3 belangrijke instructieprincipes voor:
1. Inprenting
2. Het aanleren van analogie redeneringen
3. Het aanleren van spellingregels
De relatie tussen instructieprincipe en spellingstrategie:
- Algemeen instructie principe automatiseren hoort bij de directe spellingstrategie
- Specifieke instructieprincipe aanleren van regels hoort bij de elementaire spellinghandeling,
klankcluster strategie, regelstrategie en hulpstrategie
- Specifieke instructieprincipe inprenting hoort bij de woordbeeld strategie
- Specifieke instructieprincipe aanleren van analogieredeneringen hoort bij de analogie
strategie
Voor alle specifieke strategieën geldt dat ze te combineren zijn met modeling.
5.2 Inprenting
Van veel Nederlandse woorden moet je de spelling gewoon weten. Je kunt de spelling niet
beredeneren of vergelijken met een ander woord. Je moet de woordbeeld strategie gebruiken en
gebruikmaken van het instructiemodel inprenting. Dit houdt in dat je de schrijfwijze van een woord
in je geheugen probeert vast te leggen. Inprenting moet zich niet uitsluitend richten op visuele
woordvorm, maar er moet ook aandacht worden besteed aan de opbouw van een woord of de
klankstukken waaruit het bestaat en aan de betekenis van een woord. Bij inprenting moet aandacht
worden besteed aan:
- Het correct uitspreken van een woord
- Het kunnen herkennen van spraakklanken in een woord
- Het vaststellen en onthouden van de klankvolgorde
- Het onthouden van specifieke lettercombinaties
- De opbouw van een woord
- Het herkennen van betekenisvolle delen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanneesmeemeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.