100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting thema 2, Werken in de Verslavingszorg, minor Verslavingskunde (periode 1) $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting thema 2, Werken in de Verslavingszorg, minor Verslavingskunde (periode 1)

 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete samenvatting van de hoorcollege, aangevuld met alle informatie uit de bijhorende linkjes die je moet kennen voor het tentamen. Deze 9 linkjes zijn samengevat, waardoor alle informatie in één document staat.

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • Hoofdstuk 18
  • October 29, 2021
  • 19
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting thema 2, werken in de verslavingszorg.
 Samenvatting hoorcollege 1 (hoofdstuk 18 + link 1):
Competenties die centraal staan in dit thema:
1. Vanuit de contextuele benadering omgaan met personen bij wie er sprake is van
middelengebruik en/of gedragsverslavingen.
2. Werken in en met organisaties.

Preventie (= is het vorkomen van ziekten en het bevorderen van gezondheid door het wegnemen
van risico’s, bevorderen van gezond gedrag en creëren van voorwaarden voor een gezond bestaan,
alsmede het beperken van de gevolgen van ziekte door vroegtijdige opsporing met als doel het
bevorderen van een lang en gezond elven voor zoveel mogelijk mensen).

Verslavingspreventie (= preventie is het bereiken van duurzame effecten die bijdragen aan winst
voor de gezondheid en de kwaliteit van leven teneinde (ernstige) verslavingsproblemen door middel
van beproefde preventiemethoden te voorkomen of tijdig op te sporen. Daarbij richten we ons op
zowel gezondheidsbevordering als ziektepreventie).
- Mrazek & Haggerty, Reducing risks of mental disorder: Frontiers for precentive intervention
research, 1994.

Interventiespectrum voor psychische stoornissen (Mrazek & Haggerty, 1994):




1) Universele preventie (= 1) Gericht op de algemene bevolking of een deelpopulatie die nit
geïdentificeerd is op basis van een individuele risicofactor. 2) Niet geïdentificeerd op basis van
een individuele risicofactor; gehele bevolking (= algemeen)). Zaak van gemeente WPG, WMO.
Voorbeelden: de BOB campagne. De Gezonde school en genotmiddelen.
2) Selectieve preventie (= gericht op individuen of een subgroep van de populatie waarbij het risico
op het ontwikkelen van een verslavingsprobleem aanzienlijk groter dan gemiddeld is). Zaak van
de gemeente WPG, WMO.
Voorbeelden: Unity. Strengthening Families Programm (Kumpfer), testen van pillen via het DIMS-
systeem, voorlichting horeca of coffeeshops, project Uitgaan en drugs, homeparty’s,
Theater2daagse.kinderen van ouders met middelenproblemen, in het speciaal onderwijs of met
risicovolle persoonlijkheidskenmerken.
3) Geïndiceerde preventie (= gericht op individuen die niet voldoen aan diagnostische criteria voor
een psychische stoornis, maar wel symptomen hebben die voorafgaan aan een stoornis. Waar bij
selectieve preventie nog geen problemen aanwezig hoeven te zijn, is dit bij geïndiceerde
preventie wel het geval). Zaak van de huisarts sinds 2014.
Voorbeeld: Moti-4. Watdrinkjij.nl. Watwiljijmetwiet.nl. Minderdrinken.nl. My Mind. Gericht op
jongeren die reeds overmatig dfrinken, maar nog niet voldoen aan de diagnose alcoholmisbruik of -
afhankelijkheid.
4) Zorggerichte preventie (= gericht op mensen die verslaafd zijn volgengs de DSM-IV criteria. De
interventies voor deze groep bestaan uit terugvalpreventies, voorkomen van comorbiditeit en
verminderen van de consequenties van het gedrag voor de directe omgeving). Zaak van huisarts.
Voorbeeld: spuitomruil, gebruikersruimtes en lotgenotencontact.

,Risicofactoren (= factoren die de kans op problematisch middelengebruik vergoten). Bijvoorbeeld
mensen die opgroeien in een wijk met een lage sociaal economische status hebben een groteren kans
op ongezond middelengebruik.
Beschermde factoren (= factoren die kans verkleinen). Bijvoorbeeld strenge ouders met regels.

Effectieve preventie kenmerkt zich door de volgende uitgangspunten:
- Positieve aanpak (= mobiliseren van de kracht van mensen en hun omgeving én het vergroten
van de kans op een gezonde, sociale ontwikkeling).
- Aansluiting bij de doelgroep (= aansluiten bij de leefwereld van de doelgroep; dynamisch).
- Integrale aanpak (= beschermde factoren worden versterkt en risicofactoren gereduceerd).
- Zo vroeg mogelijk ingrijpen (= kinderen experimenteren en komen daardoor in de problemen).
- Onderzoek (= bevolkingsonderzoeken en monitors zijn van belang voor een onderbouwde
interventiekeuze en om de effecten van beleid zichtbaar te maken).

Financiering universele preventie:
1. Wet Publieke Gezondheid (WPG) (= gemeenten verantwoordelijk voor uitvoer. Bevorderen van
algemene gezondheid. Voorkomen van ziekten bij risicogroepen). Beeldvormingsvoorbeelden
kerntaak jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar: 1) monitoring en signalering, 2) inschatten
zorgbehoefte, 3) screeningen en vaccinaties, 4) voorlichting, advies, instructie en begeleiding, 5)
beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen, 6) zorgsysteem, netwerken, overleg en
samenwerking.
2. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) (= gemeenten verantwoordelijk voor uitvoer.
Heeft tot kerntaak het regelen van mogelijkheden voor maatschappelijke participatie voor
mensen met een stoornis of ziekte. Prestatievelden bepalen lokaal beleid).
- Dit richt zich wel op mensen die wel problemen hebben, daar is al iets mee aan de hand!!!
__________________________________________________________________________________

 (L1) GGZ-en verslavingspreventie in het nieuwe zorglandschap.
In de nieuwe ordening van de GGZ is er binnen GGZ-instellingen steeds minder plaats voor aparte
preventieafdelingen en verdwijnt de preventie-expertise in rap tempo.
- GGZ- en verslavingspreventie (= richten zich op het voorkómen van het ontstaan of terugkeren
van psychische stoornissen inclusief verslaving en het bevorderen van psychische gezondheid;
interventies die inspelen op risico- en beschermende factoren).
 Doelgroep (= 1) de gezonde bevolking (= universele preventie), 2) groepen met een
verhoogd risico op een psychische stoornis (= selectieve preventie), 3) individuen met
beginnende psychische klachten (= geïndiceerde preventie), 4) patiënten en cliënten (=
zorggerelateerde preventie).
- Terminologie (= term preventie vooral geassocieerd met het voorkómen van ziekten, stoornissen
en klachten. Geïndiceerde en zorggerelateerde preventie, worden gezien als behandeling).
- Kernboodschap (= het is nodig dat de gemeentelijke zorg- en welzijnssector, huisartsenzorg en
GGZ/verslavingszorg in onderlinge afstemming de uitvoeringspraktijk voor GGZ preventie en
deels ook verslavingspreventie opnieuw vorm geven).
 Systematische introductie en facilitering van de uitvoering van geïndiceerde preventie in
de huisartsenzorg door samenwerking van NHG, LHV, InEen, de Vereniging POH-GGZ, de
GGZ- en verslavingspreventiesector en zorgverzekeraars.
 Deskundigheidsbevordering, aanpassing van opleidingen en ook experimenten met de
inzet van E-health kunnen ervoor zorgen dat de kwaliteit en het bereik van de erkende
preventieve interventies behouden blijft.
 Samenwerking tussen (groepen) huisartsenpraktijken en (preventieafdelingen van) GGZ-
en instellingen voor verslavingszorg essentieel.

,  Samenvatting hoorcollege 2 (hoofdstuk 18 + link 2):
Modellen voor gedragsverandering:
A. Transtheoretisch model (Prochaska & DiClemente, 2002):
1) Voorbeschouwing (= mensen ervaren geen
probleem, ze hebben onvoldoende kennis van
de gevolgen of onterecht positieve
opvattingen, de persoon overweegt geen
verandering van gedrag).
2) Overpeinzing (= voor- en nadelen worden
afgewogen (binnen 6 maanden) gedrag
veranderen).
3) Voorbereiding (= de persoon neemt zich
voor om wat aan het gedrag te doen; binnen
één maand).
4) Actie (= de persoon vertoont het nieuwe gedrag).
5) Gedragsbehoud (= het nieuwe gedrag wordt volgehouden; al 6 maanden).

B. ASE-model (De Vries, Dijkstra & Kuhlman,
1988).
Attitude (= opvatting of houding van een persoon ten
aanzien van het te verklaren gedrag).
Sociale invloed (= invloed van belangrijke mensen uit
de directe omgeving).
Eigen effectiviteit (= gaat erom of iemand zichzelf in staat acht het betreffende gedrag uit te voeren).


C. Persuasieve communicatie (McGuire, 1985).
1) Bron (= betrouwbaarheid is van betekenis.
De geloofwaardigheid wordt bekrachtigd als het
kundig en objectief is. Voorbeeld autoritaire
uitstraling).
2) Bericht (= het communicatiebericht; lengte,
structuur en inhoud van de boodschap
varieert).
3) Kanaal (= medium waarover de boodschap wordt overgedragen. Voorbeeld via massamedia
en of er sprake is van ruis).
4) Ontvanger (= groep waar het bericht voor bedoeld is; mot worden afgestemd. Voorbeeld
onder invloed).

D. Sociaalcognitieve theorie (Bandura, 1986).
Menselijk gedrag wordt bepaald door de
verwachtingen die iemand heeft van het gedrag.
Persoon, gedrag en omgeving beïnvloed elkaar, het
zijn gevolgen van elkaar.




Preventiemethoden, globaal zijn er drie belangrijke methoden van preventie:
- Beschikbaarheid beperken (= wie geen tijd, geld of mogelijkheid heeft om alcohol of drugs te
kopen of te gebruiken, zal minder snel vervallen in een negatief patroon van gebruik).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diekefeenstra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41
  • (0)
  Add to cart