100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Beginselen Samenvatting Hoorcolleges en Werkgroepen + Jurisprudentie $6.84
Add to cart

Class notes

Beginselen Samenvatting Hoorcolleges en Werkgroepen + Jurisprudentie

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van alle hoorcolleges en werkgroepen van Beginselen van de Democratische Rechtsstaat, plus samenvattingen van alle genoemde Jurisprudentie.

Preview 3 out of 21  pages

  • October 29, 2021
  • 21
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Prof. mr. g. boogaard
  • All classes
avatar-seller
Beginselen van de Democratische Rechtsstaat
Samenvatting van alle hoorcolleges en werkgroepen
Hoorcollege 1
Staatsrecht en staat
- met het staatsrecht wordt bedoeld de regels over de organisatie van de overheid en
fundamentele normen over de verhouding met de overheid, waarbij een afweging wordt
gemaakt tussen wat nodig is en wat effectief is.
- de functies van het staatsrecht zijn:
> constitueren (het creëren van bijvoorbeeld ambten);
> attribueren (de functies doen wat ze moeten doen);
> reguleren (controle houden bij bevoegdheden, door middel van normen en regels).
- de vier kenmerken van een staat zijn:
> territoir (een stuk afgebakende grond);
> natie (een gemeenschap die een eenheid vormt);
> interne soevereiniteit (effectieve uitoefening van gezag);
> externe soevereiniteit (het overleven van confrontatie).
- fragile states hebben geen effectief gezag doordat er geen politiemacht is die gezag kan
afdwingen, of de staat is té machtig.
- dwang is de mogelijkheid om anderen te dwingen, gezag is gelegitimeerde macht (macht die
wordt geaccepteerd door degenen over wie het wordt uitgeoefend).
- traditie, charisma en goede werking maken van machtsuitoefening gezag.
- in een democratische rechtsstaat is er sprake van zo min mogelijk macht en zoveel mogelijk
gezag, waarbij de machtsuitoefening die nodig is door de burgers wordt gekozen.
Grondwet en constitutie
- materiële constitutie wil zeggen alles wat zorgt voor de ordening van de staat.
- formele constitutie wil zeggen alles wat is opgeschreven over de staat.
- een goede grondwet wil dus niet per se zeggen dat er een goede constitutie is, want voor een
goede constitutie telt ook de materiële constitutie mee.
Rechtsstaat
- de vier beginselen van de rechtsstaat zijn:
> legaliteit (uitoefening gebaseerd op wetten volgens procedures);
> machtenscheiding (er is nooit één persoon die alleen macht kan uitoefenen);
> grondrechten (zijn nodig voor het functioneren van een rechtsstaat);
> rechtsbescherming (er is een onafhankelijke en effectieve rechter).
Machtenscheiding
- bij de Trias Politica (machtenscheiding) kan er sprake zijn van drie verschillende soorten
scheidingen:
> scheiding in functies, dus wetgeven, besturen en rechtspreken;
> scheiding in instituties, dus wetgever, bestuur en rechterlijke macht;
> scheiding in personen, dus kamerleden, ministers en rechters.
- er wordt tegenwoordig veel aandacht besteed aan de scheiding in personen.
- de nadruk op de drie verschillende soorten scheidingen kan verschuiven, dit heeft zowel
voordelen als nadelen.
- de Trias Politica werkt door:

, > mensen die de regering noodzakelijk maken, zijn de regering zelf.
> constitutional means en personal motives worden gekoppeld.
> machtswellust werkt machtswellust tegen.
> slechte motieven om iets te doen zorgt voor betrouwbare uitkomsten.
De vier beginselen
- een staat heeft gezag, de maffia heeft macht.
- een mooie Grondwet is nog geen goede constitutie.
- democratische rechtsstaat: maximaal gezag met minimale macht.
- goede motieven zijn mooi, slechte motieven zijn betrouwbaar.


Werkgroep 1
Vraag 1:
a. Het verschil tussen dwang en gezag, is dat dwang de mogelijkheid is om anderen te
dwingen, terwijl gezag de macht is die wordt geaccepteerd. Dwang is dus gelegitimeerd
gezag.
b. Voor het uitoefenen van effectief overheidsgezag is geen geschreven Grondwet nodig. Als
voorbeeld hiervoor kunt u kijken naar het Verenigd Koninkrijk.
c. Soevereiniteit is het effectief gezag uitoefenen binnen een land en naar buiten. Op de vraag
of de lidmaatschappen van de EU en de Raad van Europa de soevereiniteit van Nederland
beperken, kan zowel ja als nee worden geantwoord. Ja, omdat Nederland nu niet meer de
hoogste macht heeft. Nee, omdat Nederland er zelf voor heeft gekozen om lid te worden.
Vraag 2:
a. Om van een rechtsstaat te kunnen spreken, moet er worden voldaan aan het
legaliteitsbeginsel (uitoefening gebaseerd op wetten, anders zou de overheid teveel macht
krijgen en weten de burgers niet wat ze van de staat kunnen verwachten), machtenscheiding
(alle drie de machten werken apart van elkaar en controleren elkaar), grondrechten
(bescherming van de belangrijkste rechten van het individu, zorgt ervoor dat de machtshebber
niet alles naar zijn eigen hand kan zetten) en een onafhankelijke rechterlijke macht
(bescherming van de burger tegen de staat).
c. In het Urganda-arrest besloot de Hoge Raad dat het bevel aan de Nederlandse staat om de
broeikasgassen-uitstoot met 25% te verminderen, rechtvaardig is en de Nederlanders
beschermt. De rechter heeft een beslissing genomen van politieke aard en is dus even op de
stoel van de wetgever gaan zitten.
De ene Montesquieu wordt tegen de ander uitgespeeld, omdat enerzijds de scheiding van de
macht zeer belangrijk voor hem is, maar anderzijds ook het gematigd klimaat, wat volgens
hem goed zou zijn voor de rechtsstaat.
Vraag 3:
a. Artikel 5 RwN.
b. Artikel 6, lid 1, sub g, RwN.
Vraag 4:
a. Hoofdstuk 1.
b. Hoofdstuk 1.
c. Organieke wetten zijn wetten die betrekking hebben op de organen en de organisatie van de

, staat en zijn onderdelen. Organieke wetten staan geregeld in de Grondwet.
d. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelt de staatkundige relatie tussen
Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, terwijl de Grondwet alleen betrekking heeft op
Nederland. Ook staat het Statuut qua hiërarchie hoger dan de Grondwet.


Hoorcollege 2
Het volk regeert!
- er wordt geclaimd dat de institutie niet het volk is, omdat het volk maar weinig inspraak
heeft.
- als het volk volledig zelf zou beslissen, komen er ontelbaar veel referenda. /
- het is onmogelijk dat het volk in juridische zin over zichzelf zou kunnen regeren.
- in een democratische rechtsstaat oefent de bevolking op verschillende manieren invloed uit
op het beleid:
> door verkiezing van de regering;
> en/of van een vertegenwoordigd orgaan;
> en/of door direct zelf beslissingen te nemen.
> bij de bovenste twee manieren is er sprake van representatieve democratie, de
onderste is directe democratie.
- er zijn vier democratische voorwaarden:
> invloed (actief en passief kiesrecht in vrije en geheime verkiezingen);
> deliberatie (politieke grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting, vergadering en
betoging);
> inclusie (gelijke rechten voor iedereen);
> transparantie (openbaarheid van informatie en transparantie).
- de voordelen van een democratie zijn dat er veel gezag is, maar weinig macht en dat het
moreel gezien is zoals het zou moeten zijn.
- de nadelen van een democratie zijn dat het inefficiënt is, doordat er steeds een nieuw beleid
komt, kunnen dingen op lange termijn vaak niet worden vastgesteld, de democratie kost veel
geld en is het volk wel in staat om goede keuzes te maken?
Prinsjesdag en parlementair stelsel
- de volksvertegenwoordiging heeft de inhoud van de koning bemachtigd.
- door de geschiedenis is de macht van de koning sterk gedaald, terwijl de ceremonie op
Prinsjesdag steeds uitbundiger werd.
- in een parlementair stelsel is er sprake van
ministeriële verantwoordelijkheid (de minister is
verantwoordelijk voor de Koning, zichzelf en zijn
ambtenaren) en er is een vertrouwensregel (het
parlement mag de ministers ontslaan, dus de ministers
zijn dienaren van het volk).
- in het presidentieel stelsel is er meer afstand tussen de
uitvoerende macht en de wetgevende macht en is
cohabitation gebruikelijk (twee machten staan naast
elkaar en werken elkaar tegen, waardoor alles stil komt
te staan.)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cloeotten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.84
  • (0)
Add to cart
Added