100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biomedisch hoofdstuk 10 endocrinologie samenvatting, leerjaar 2 periode 1 $8.62   Add to cart

Summary

Biomedisch hoofdstuk 10 endocrinologie samenvatting, leerjaar 2 periode 1

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting biomedisch endocrinologie en bloedvaten stelsel + aantekeningen van weblectures. Periode 1 leerjaar 2.

Preview 4 out of 31  pages

  • No
  • Hoofdstuk 10
  • October 29, 2021
  • 31
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 12 het cardiovasculaire stelsel; hart
Voor de aanvoer van zuurstof en voedingstoffen en de afvoer van afvalstoffen zijn onze
lichaamscellen afhankelijk van de omringen interstitiële vloeistof (weefselvloeistof). Het hart
slaat op een dag ongeveer 100.000 maal waarbij ongeveer 8000 liter bloed wordt rondgepompt.

Er bestaat een pulmonaire circulatie (klein bloedsomloop), deze vervoert bloed van en naar de
gaswisselingsoppervlakken van de longen en een systeemcirculatie (grote bloedsomloop), die
bloed van en naar de rest van het lichaam vervoert. Elke bloedsomloop begint en eindigt bij het
hart.




Het hart ligt nabij de ventrale borstwand (buikzijde) direct achter het borstbeen. Het hart bevindt
zich in het mediastinum (ruimte die de borstholte in twee longholten verdeelt). De hartwand
bestaat uit de pericardiale holte. De bekleding hiervan is het pericardium (hartzakje). Het
hartzakje bestaat uit het:

- Viscerale pericardium (epicardium): De buitenste laag van het hart. Bestaat uit epitheel
en bindweefsel die met myocardium is verbonden.
- Pariëtale pericardium (endocardium): De buitenste laag van het sereuze membraam.
Bestaat uit bindweefsel en epitheel.
- Myocard (myocardium): Binnenste laag van het hart. Bestaat uit spierweefsel,
bloedvaten en zenuwen.

Tussen het epicardium en endocardium bevindt zich pericardiale vloeistof die ervoor zorgt dat er
wrijving wordt voorkomen.

Het bindweefsel van het hart heeft 3 functies:

1) Verstevigen de hartspiervezels, bloedvaten en zenuwen van het myocardium.
2) Verstevigen van het hart en voorkomen dat het uitrekt.
3) Helpen het hart na het pompen terug te keren na oorspronkelijke vorm.

> Rechteratrium (rechterboezem): ontvangt bloed uit de grote bloedsomloop.
> Rechterventrikel (rechterkamer): ontvangt bloed uit rechteratrium, stuwt het bloed de
kleine bloedsomloop in.
> Linkeratrium (linkerboezem): ontvangt bloed uit de kleine bloedsomloop.

, > Linkerventrikel (linkerkamer): ontvangt bloed uit het linkeratrium, stuwt het bloed de
grote bloedsomloop in.

De uitwendige anatomie van het hart:
> Atrioventriculaire groeve: Markeert de grens tussen de boezems en de kamers. Is met
veel vet gevuld.
> Ventrale/dorsale interventriculaire groeve: markeren de grens tussen de ventrikels.
Bevat vet en arteriën en venen.
> Apex: Het onderste puntige deel van het hart. 12,5cm lang.

De inwendige anatomie van het hart:
> Septum interatriale (septum wand): De wand tussen de atriums.
> Septum interventriculaire: De wand tussen de ventrikels.
> Atrioventriculaire klep (AV-klep): De kleppen tussen de atriums en ventrikels. Zorgen
dat bloed niet terugstroomt naar atria.
- Valvula tricuspidalis klep: tussen rechteratrium en rechterventrikel.
Hebben drie slippen vezelig weefsel.
- Vavula bicuspidalis (mitralisklep): tussen linkeratrium en linkerventrikel. Hebben
twee slippen bindweefsel.
> Vena cava superior (bovenste holle ader): voert bloed van uit hoofd, hals, armen en de
borst naar het rechteratrium.
> Vena cava inferior (onderste holle ader): voert bloed van uit de romp, ingewanden en
benen naar rechteratrium.
> Coronaire venen (kransslagaders): Hier is de druk het hoogst. Voorziet hart van zuurstof.
- Rechter arterie coronaria:
o Marginale en dorsale interventriculaire tak.
- Linker arterie coronaria:
o Ramus circumflexus: vormen anastomosen (kleine vertakkingen).
o Ventrale interventriculaire tak.
> Sinus coronarius: mondt uit in het rechteratrium iets onder v. cava inferior.
> Foramen ovale: Een opening die bij de foetus zorgt voor het vervoer van bloed van
rechteratrium naar het linkeratrium.
> Truncus pulmonalis: het begin van de pulmonaire circulatie.
> Pulmonaliskleppen (halvemaanvormige kleppen): Voorkomt dat bloed terugstroomt
vanuit a. pulmonalis naar rechter- en linkerventrikel. Aortasinussen (uitstulpingen)
zorgen ervoor dat de kleppen niet blijven vastplakken aan de wand van de a. pulmonalis.
> Linker en rechter a. pulmonalis (longslagader): Vanuit truncus pulmonalis komt het hier
terecht. Naar de longen toe.
> Linker en rechter v. pulmonalis (longader): Bloed vervoeren naar linkeratrium.
> Vena cordis Magna en vena cordis media: voeren bloed weg uit de coronaire
capillairen. Mondt uit in de sinus coronarius.

Hartspiercellen bevatten myofibrillen (lange eiwitketens). Samentrekkingen van een hartspiercel
gaan gepaard met een verkorting van afzonderlijke sarcomeren (een dwarsgestreepte spier).
Doordat hartspiercellen veel energie nodig hebben voor het samentrekken van het hart hebben
ze mitochondriën en een myoglobinereserve (zuurtstofopslag).

- De intercalaire schijven: is waar de hartspiercellen met elkaar in contact zijn.
- Desmosomen: houden cellen bij elkaar. Brengen de pompkracht over van de ene naar
de andere cel.
- Gap junctions: houden cellen aan elkaar gekoppeld. Zorgen voor het snel verplaatsen
van een elektrische lading.
- Contractiele cellen: 99% van het hart. Een actiepotentiaal (golf van elektrische lading) in
een contractiele cel is lang. Hierbij speelt niet alleen natrium en kalium een rol maar ook
calcium. Er bestaan verschillende ion kanalen (zorgt voor transport ionen (een elektrisch
geladen molecuul)) die een bijdrage leveren aan een actiepotentiaal.

3

, - Snelle depolarisatie: Een verandering in membraampotentiaal van een cel waardoor
deze potentiaal meer positief dan wel minder negatief wordt. Natriumionen
- Het plateau: kaliumionen en calciumionen gaan stromen. De contractie wordt op
gang gebracht.
- Repolarisatie: Het terugkeren naar de rustpotentiaal, na doortocht van een impuls
doorheen de celmembraan van een zenuwcel.

Geleiding van de hartprikkel, het start in de
sinusknoop (SA-knoop). Er bevinden zich
speciale cellen die de prikkel met regelmaat
produceren. De prikkel verspreid zich vanuit
de SA-knoop over de atriums waardoor deze
aanspannen. Vervolgens komt de prikkel in de
atrioventriculaire-knoop (AV-knoop). Hier
wordt de prikkel vertraagd zodat de atriums
tijd hebben om aan te spannen. Van de AV-
knoop gaat de prikkel naar de bundel van His
en dan naar beide bundeltakken. Vanaf daar
naar de Purkinjevezels. Hierna trekken de
ventrikels samen.


Elektrodiagram (ECG) is een registratie van
prikkels die worden waargenomen door
elektroden. Je kan hiermee zien of iemand
hartritmestoornissen heeft.

- P-top: gaat gepaard met de
prikkeling van de atriums.
- QRS-complex: gaat gepaard met
de prikkeling van de ventrikels.
- T-golf: Is de repolarisatie van de
ventrikels en atriums. Herstelfase.

De namen van een ECG kunnen misleidend
zijn:

- Het PR-interval: duurt van het begin van de prikkeling van de atriums tot het begin van
de prikkeling van de ventrikels.
- QT-interval: geeft de tijd aan die nodig is voor de ventrikels om 1 cyclus van
depolarisatie en repolarisatie te ondergaan. Gemeten vanaf het eind van PR-interval.

A. De elektrische prikkel begint in de sinusknoop die zich bevindt in het plafond van de
rechterboezem. Duur: ongeveer 0.11 seconden of minder. Naam: P-top.
B. Daarna wordt de elektrische prikkel even opgehouden in de AV-knoop. Duur: 0.2
seconde. Naam: PR-segment.
C. De elektrische prikkel verspreidt zich over de spierwand van de kamers, die daardoor
krachtig samenknijpen. Duur: 0.08-0.10 seconde. Naam: QRS-complex.
D. Herstelfase. Naam: T-top.




4

, Elke hartcyclus bestaat uit de periode vanaf het begin van de ene hartslag tot het begin van de
daaropvolgende hartslag.

- Systole: het wegstuwen van bloed. Samenknijpen hart. Bovendruk.
- Diastole: het vullen met bloed. Ontspanningsfase hart. Onderdruk




Harttonen worden beluisterd door een arts met een stethoscoop:
- 1e harttoon: AV-kleppen sluiten en halvemaanvormige kleppen openen.
- 2e harttoon: halvemaanvormige kleppen sluiten.
- 3e en 4e harttoon: samentrekking van atria en door bloed die door ventrikels stromen.

De hoeveelheid bloed die de ventrikels wegstuwen wordt slagvolume genoemd. De cardiac
output (hartminuutvolume) is de hoeveelheid bloed die door het linkerventrikel in een minuut
weggepompt wordt.




5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mies275. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.62
  • (0)
  Add to cart