Deze samenvatting is gemaakt met behulp van het boek:
Hele getallen Rekenen-wiskunde didactiek: Petra van en Brom-Snijders, Jos van den Bergh, Ortwin
Hutten en Marc van Zanten.
H2 Ontluikende gecijferdheid
2.1:
Via de getallenlijn leren de kinderen eerst contextgebonden handelen en redeneren, dan
objectgebonden handelen en redeneren en daarna formeel handelen en redeneren.
2.2
Kinderen willen weten hoe dingen in elkaar zitten en hebben van nature een onderzoekende
houding.
Bij de ontwikkeling van elementair getalbegrip speelt het leren tellen een rol. Dit wordt later dan
toegepast in betekenisvolle situaties.
De oriëntatie op de wereld van kinderen bevat veel wiskundige elementen (wiskundige
wereldoriëntatie). Bij deze wiskundige oriëntatie gaat het om het leren van reken-wiskundige
begrippen en het vergroten van handelingsmogelijkheden van kinderen. Kinderen kunnen dit als ze
bijvoorbeeld een rijke leeromgeving hebben.
Een rijke leeromgeving is een omgeving die uitnodigt om activiteiten te ontplooien in betekenisvolle
situaties waaruit een wiskundig probleem op een min of meer natuurlijke situatie ontstaat.
Het is belangrijk dat kinderen hun vaardigheden steeds verder ontwikkelen. De leerkracht zorgt
hierbij dat hij zich aansluit bij de zonde van de naaste ontwikkeling: bij wat de leerling zonder
begeleiding nog niet kan, maar met begeleiding wel al. Zo vraagt de leerkracht steeds vragen die het
kind een stapje verder kunnen brengen in zijn ontwikkeling.
2.2.1
Door veel te tellen krijgen kinderen steeds meer grip op de telrij.
Al van jongs af aan krijgen kinderen steeds meer vat op hoeveelheden en gaan ze die ook met elkaar
vergelijken.
Eén-op-één- relatie: het gaat om de één-op-één-koppeling (Evenveel knopen als gaten in shirt). Dit
wordt vaak gebruikt als de hoeveelheden te groot zijn om te tellen.
Subiteren: het direct of onmiddellijk zien van hoeveelheden. Een gestructureerde vorm kan hieraan
bijdragen.
Akoestisch tellen: de telrij wordt hardop gezegd, bijvoorbeeld in een versje.
Asynchroon tellen: Als ze nog getallen vergeten te noemen, of het aantal niet overeenkomt met het
aantal voorwerpen.
Essentieel hierbij is nummeren: het inzicht dat aan objecten een nummer kan worden toegekend.
, Deze samenvatting is gemaakt met behulp van het boek:
Hele getallen Rekenen-wiskunde didactiek: Petra van en Brom-Snijders, Jos van den Bergh, Ortwin
Hutten en Marc van Zanten.
Synchroon tellen: Het kind kan voorwerpen aanwijzen en het juiste telwoord noemen. Hierbij oefen
je ook het leggen van een één-één-relatie.
Resultatief tellen: het laatstgenoemde getal is ook de hoeveelheid. Als het kind resultatief kan tellen
is het mogelijk om steeds meer op te lossen. Het kind maakt dan een koppeling tussen het telgetal en
het hoeveelheidsgetal, oftewel tussen het ordinale (zoveelste) en kardinale (hoeveelheid).
Uiteindelijk merken kinderen dat je niet altijd één voor één hoeft te tellen, ze gaan dan verkort
tellen, bijvoorbeeld doortellen of doormiddel van tellen met sprongen.
Contextgebonden tellen: betekenisvol tellen (aantal kaarsjes op taart is leeftijd).
Objectgebonden tellen: het tellen van dingen zonder specifieke betekenis (blokken tellen).
Formeel tellen: los van context of objecten tellen (som; 5+5)
2.2.2
Onder de rekenvoorwaarden vallen alle aspecten van de ontluikende gecijferdheid.
Ontwikkelingspsycholoog koppelt getalbegrip aan het vermogen tot logisch denken en
denkontwikkeling van het kind. Er worden vier rekenvoorwaarden onderscheden:
1. Begrip van conservatie: het inzien dat een hoeveelheid hetzelfde blijft, ook al verandert de
vorm van de hoeveelheid.
2. Correspondenties: Het kunnen leggen van één-op-één-relaties. Dit is belangrijk bij synchroon
tellen.
3. Classificatie: het maken van groepen op basis van een of meer gemeenschappelijke
kenmerken.
4. Seriatie: het aanbrengen van een volgorde.
Deze vaardigheden kunnen de ontwikkeling van het kind laten zien.
2.2.3
Niet alle getallen betekenen altijd hetzelfde. Je hebt:
-Een hoeveelheidsgetal of kardinaalgetal geeft een hoeveelheid aan.
-Een telgetal of ordinaalgetal geeft de rangorde in de telrij aan.
-Een meetgetal geeft een maat aan.
-Een naamgetal geeft een aanduiding (snelweg A4)
-Een formeel getal is een rekengetal wat je in een normale som tegenkomt.
2.2.4
Jonge kinderen hebben behoefte aan het symboliseren van een hoeveelheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saravsichem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.88. You're not tied to anything after your purchase.