Hoofdstuk 1: steden en burgers in de Lage Landen 1050-1700
Paragraaf 1: de opkomst van een stedelijke burgerij (1050-1302)
Beschrijven hoe in Nederlandse gewesten vanaf de 11 e eeuw een agrarisch-urbane samenleving
ontstond
Eerst: moerassen, veengebieden en bossen niet geschikt voor landbouw
Daar kwam verandering in:
1. Meer land bebouwen: bossen gekapt, moerassen + venen droog
Ruimte voor akkers
2. Nieuwe manier van landbouw bedrijven
= drieslagstelsel
- Eerste jaar zomergraan, tweede jaar wintergraan, derde jaar braak
3. Betere technieken voor grond bewerken
- Betere ploeg
Hogere prestatie landbouw bevolkingsgroei
(Niet iedereen werken op land = specialiseren)
Handel!
1. Toename verstedelijking
- Boeren trokken naar toegankelijke plekken zoals kruisingen bij rivieren en wegen
2. Behoefte aan geld als ruilmiddel = monetaire economie
KA: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-
urbane samenleving
Uitleggen welke gevolgen stadsrechten hadden voor de economische, culturele en politieke positie
van een stad
Economisch: een stad met stadsrechten had ook marktrecht. (Recht om een paar keer per jaar een
markt te houden).
- Vorst zorgt voor veilig en vrij verkeer van handelaren naar de markt. Kooplieden en
boeren uit de omgeving kwamen.
Grote steden kregen hierdoor een belangrijke marktfunctie voor het omliggende
verzorgingsgebied.
Cultureel: poorters (bewoners van de nieuwe steden) hadden rechten, zoals:
1. Ambacht mogen uitvoeren
2. Door stadsgenoten worden berecht
3. In aanraking komen voor bestuursfuncties
Om poorter te worden moest je betalen.
Verder kwamen er veel aspirant-poorters naar de stad. (Platteland stad) zij brachten veel kennis
en kapitaal met zich mee.
Steden ontwikkelen en specialiseren
, KA: de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Politiek: stedelingen kregen recht op zelfbestuur, mochten zelf hun rechtspraak regelen en mochten
een verdedigingsmuur rond de stad bouwen.
Voordeel vorsten: zij kregen als ruil belasting en militaire steun van de steden.
Aan de hand van voorbeelden uitleggen hoe Vlaanderen zich in de late middeleeuwen tot een
economisch succesvolle regio ontwikkelde
Het kwam vooral door de stad Atrecht (tegenwoordig Arras):
- Er was een bisschop aanwezig en zijn hele hofhouding zorgde voor veel werkgelegenheid
- Kerken en andere bouwprojecten trokken werklieden uit de omgeving aan
- De regio rond deze stad kende een productieve landbouw
- Gespecialiseerd in schapenhouderij, centrale plaats in lakennijverheid. De motor van de
Vlaamse economie.
Uitleggen waarom de opkomst van steden leidde tot politieke spanningen tussen de adel en de
patriciërs enerzijds en de boeren en ambachtslieden anderzijds
Vorst en patriciërs: kooplieden (patriciërs) gingen met grote geldbedragen werken en kregen een
grote machtspositie. Steden mochten zichzelf besturen dus er ontstonden nieuwe bestuursfuncties,
burgemeester, en de patriciërs verdeelden deze functies onder elkaar. Ze scheden zich af van andere
inwoners. Ze traden op als geldschieters voor de vorsten, deze kregen schulden. De macht van de
vorst brokkelde af. (De patriciërs gingen zich gedragen als leden van adel).
Patriciërs en ambachtslieden + boeren: ambachtslieden en kooplieden verenigden zichzelf. (Gilden).
De kooplieden werden hier nog sterker door. Zij bepaalden de prijzen van de grondstoffen, de hoogte
van de lonen en de werkomstandigheden van de ambachtslieden.
De ambachtslieden vonden dat er machtsmisbruik en corruptie was. Samen met de boeren kwamen
ze in 1302 bij elkaar en vochten ze tegen het Franse leger. (Deze stond de patriciërs bij, de Franse
koning had ze gestuurd). Dit was de Guldensporenslag.
Deze strijd maakte een einde aan het machtsmisbruik van de patriciërs.
Paragraaf 2: de positie van de stedelijke burgerij (1302-1602)
Aan de hand van voorbeelden uitleggen dat elke stad een eigen positie had binnen het stedelijk
netwerk in de Nederlandse gewesten rond 1300
Atrecht verloor economische voorsprong omdat het niet goed kon handelen over water.
Brugge: voor Brugge was dit gemakkelijker. Zij kregen overzee aansluiting op de handel met Spanje,
Italië en de Hanze (handelsnetwerk van Nederland via Duitsland tot Scandinavië). Dit was het
belangrijkste handelscentrum en het centrum van de geldhandel.
Antwerpen: had een goede verbinding met het Europese achterland en toegankelijk voor nieuwe,
grotere zeeschepen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaschimmel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.