HOOFDSTUK 6 ENERGIEMETABOLISME
3.1. INLEIDING
Verschillende vormen energie: licht, chemische, elektrische en mechanische
Kunnen volledig in thermische of warmte omgezet worden
Planten, dieren en mensen niet in staat om zelf energie te produceren of te laten verwijderen
Ze kunnen wel energie van de ene vorm uit de andere vorm omzetten
o Opgenomen chemische energie uit voeding na vertering en verbranding omzetten in
biologische bruikbare energie = ATP
FUNCTIES ATP
Spierarbeid
Onderhoud v.d. activiteiten van de organen (fysiologische processen
van het rustmetabolisme
Behoud lichaamstemperatuur
Bevorderen groei voor synthese v. nieuwe weefsels
EIGENSCHAPPEN
SI-eenheid van energie = Joule (J)
Joule = arbeid verricht wanneer het aangrijpingspunt van 1 Newton zich in de richting van de
kracht verplaatst over 1m
1 Newton is de kracht die aan een lichaam met een massa van 1 kg versnelling van 1 m per
seconde kwadraat geeft
In voedingsdomeinen vaak calorieën i.p.v. Joule
Calorie = hoeveelheid energie die nodig is om 1 g zuiver water van 14,5 °C tot 15,5°C te doen
stijgen
1 calorie = 4,184 Joule (4,2)
= 1 kcal = 4,184 kJ
Of 1 kJ/ 1, 184 = 0,239 kcal
WETTEN
1e wet van de thermodynamica = wet van behoud van energie
Globale energiebalans of energiereflux doorheen het menselijk lichaam
Energie-inname (EI) – energieverbruik (EV) = Δ energievoorraad (Δ E)
Energie kan noch gecreëerd worden, noch vernietigd worden, maar enkel van de ene naar de andere
vorm overgaan
Als de energiereserve stabiel blijft (ΔE = 0) is de hoeveelheid energie die als chemische energie in het
voedsel wordt ingenomen gelijk aan de hoeveelheid energie die het lichaam verbruikt en terug aan
de buiten
Energie kan noch gecreëerd worden, noch vernietigd worden, maar enkel van de ene naar de andere
vorm overgaan
,V&I
Als inname en gebruik niet gelijk zijn energievoorraad v.h. lichaam en bijgevolg het
lichaamsgewicht zal veranderen
Negatieve energiebalans = leidt tot gebruik van de lichaamsreserves
Positieve energiebalans = leidt tot toename van vooral vetvoorraad
2e wet van de thermodynamica maakt onderscheid tussen potentiële energie in voedsel, nuttig
werk en warmte
Processen waarbij voedsel i.h. lichaam gebruikt wordt gaan gepaard met warmteverlies = entropie
Oorzaak = inefficiëntie waarmee het intermediaire metabolisme de chemische energie in een
bruikbare vorm zoals ATP omzet
Vanuit standpunt totale energiebalans energie die als chemische energie uit voedsel wordt
opgenomen wordt vooral aan de buitenwereld terug afgegeven in de vorm van warme-energie en
minder in de vorm van onvolledig ‘verbrande’ producten die het lichaam verlaten via de
uitscheidingsorganen
Bij omzetting (verbranding) van voeding
- Wordt biologisch bruikbare energie (ATP) gevormd
- Gaat een deel verloren onder de vorm van warmte
- Gaat een deel als onvolledige verbrande producten het lichaam verlaten via
uitscheidingsorganen (CO2, ureum)
3.2. ENERGIE IN DE VOEDING
Energiebron voor het lichaam = chemische energie die uit de macronutriënten: proteïnen, lipiden,
KH en in alcohol vrijgemaakt kan worden
Kleinere organische stoffen zoals citraat, lactaat, acetaat, malaat… leveren een
verwaarloosbare kleine energie
3.2.1. METEN VAN CHEMISCHE ENERGIE IN VOEDING
Chemische energie in voeding kan gemeten worden met een bomcalorimeter
Bomcalorimeter = toestel meet de hoeveelheid warmte
die vrijkomt bij de verbranding van gedroogd voedsel of
van gezuiverde voedselbestanddelen
, V&I
3.2.2. ENERGIEGEHALTE VAN DE VOEDING
BRUTOVERBRANDINGSENERGIE = energiegehalte van een VS gemeten in de
bomcalorimeter
Deze waarde is groter naarmate de verhouding van de hoeveelheid C plus H tot de
hoeveelheid 0 in de VS hoger is (C+H/ O)
Dit verklaart waarom energiewaarde van lipiden veel hoger zijn dan deze van KH en eiwitten
Naargelang de soort en de herkomst kunnen er tussen macronutriënten van dezelfde klasse
nog kleine verschillen zijn
o Bruto-energiewaarde van lipiden bepaald door de vetzuren in de triglyceriden en in
de fosfolipiden
Lipiden met langere vetzuren iets wat hoger energiegehalte dan lipiden
met korte vetzuren
VERTEERBARE ENERGIEWAARDE VAN VS
Houdt rekening met de verteerbaarheidscoëfficiënt mate waarin een VS wordt verteerd
en geabsorbeerd wordt in de darm
V = (I – E) / I x 100
I = inname
E = excretie
I – E = uit de darm opgenomen
Verteerbare energie energie die beschikbaar is na de vertering
- Voor KH = 97%
- Voor lipiden = 95%
- Voor proteïnen = 95%
- Voor alcohol = 100%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariedeclercq1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.