Test Bank Complete_ BIOLOGY CAMPBELL 12TH EDITION 2024 (URRY) CHAPTERS WITH MULTIPLE CHOICES, TRUE/FALSE AND SELF QUIZ| QUESTIONS ( Chapter 1-56)
BSC1010 GEN BIO I (34089) PEARSON CHAPTER 1-8 QUESTIONS AND 100% VERIFIED ANSWERS eText: Campbell Biology, 12e Vol. 1 (Valencia version Ch. 1-20)
All for this textbook (2)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Biologie
Moleculaire Biologie (MOLBIO)
All documents for this subject (95)
Seller
Follow
jandehoov
Content preview
Kennisfilmpjes les 1:
Hoofdstuk 2 vragen
Wat is orbitaal? : een driedimensionale ruimte waarin 90% kans zit dat je elektron daarin zit. Elk
elektron is 1 pijltje.
Promotie: 2s elektron naar 2p.
Hybridisatie: ???
Sp minder energie dan p
Hoofdstuk 2
Elektronen negativiteit is afhankelijk van aantal protonen en afstand van schil tot kern.
Niet-polaire covalente binding
• Elektronen zijn gelijk verdeeld
• en verschil elektronen negativiteit minder dan 0,5
Polaire covalente binding
• elektronen liggen dichter bij 1 van de atomen.
• Verschil elektronen negativiteit 0,5 tot 1,6
• Zorgt voor partiële ladingen in het molecuul
Zwakke chemische interacties
• Zorgen dat veel grote biologische moleculen in vorm blijven.
• Interactie is reversibel
Waterstofbruggen
• Covalent gekoppeld aan sterk elektronegatief atoom
• Aangetrokken tot ander elektronegatief atoom.
Van der Waals krachten
• Door toeval elektronen niet gelijkmatig verdeeld over molecuul
• Daardoor aantrekkingskrachten tussen moleculen die erg dicht bij elkaar zijn.
• Vorm van molecuul wordt bepaald door positie orbitalen
,• En de interactie van moleculen worden dus heel erg bepaald door de vorm van allerlei
biomoleculen
Hoofdstuk 3
Waterstofbruggen
• Zwak
• Kort durend
• Wisselende contacten
Cohesie Moleculen van dezelfde soort trekken elkaar aan. (Bv. Door waterstofbruggen blijven
watermoleculen bij elkaar)
Adhesie Aantrekking tussen verschillende stoffen (bv. Water en glas)
Thermische energie Kinetische energie van de moleculen.
• Willekeurige bewegingen van moleculen en atomen.
• Als 2 objecten met elkaar in aanraking komen, gaat er thermische energie van warme object naar
koelere object.
Water werkt als buffer in de wereld. Door waterstofbruggen wordt er hitte geabsorbeerd (H-bruggen
breken) en afgegeven( H-bruggen vormen).
Verdamping Als enkele moleculen snel genoeg bewegen om vloeistof te verlaten.
Zuur stof die H+ laat stijgen. Staat H+ af
Base stof die H+ laat dalen. Neemt H+ op
Buffer Houdt pH stabiel.
• Bufferoplossing bestaat uit:
Zwak zuur en geconjugeerde base.
,Ph verandert nauwelijks bij toevoegen van kleine hoeveelheden zuur of base.
Evenwichtsreactie: h2co3>> hco3 + h+
Reactie naar rechts als sterke base wordt gevoegd
Reactie links als zuur wordt toegevoegd, want h+ wordt meer dus snellere reactie die naar links
verloopt.
Hoofdstuk 4
• Enkele binding heeft een etrahedron vorm.
Enantiomeren= Isomeren die elkaars spiegelbeeld zijn. Verschillende werking.
Functionele groepen
• Hydroxyl groep -OH > Alcohol
• Carbonyl groep C=O > Keton of aldehyde
• Carboxyl groep -COOH > Carbonzuur
• Amino groep -NH2 > Amine
• Sulfhydryl groep -SH > Thiol
• Fosfaat groep -OPO3^2- > Organisch fosfaat
• Methyl groep -CH3 > Gemethyleerd molecuul
Polair of apolaire binding= kijken naar elektronegativiteit. C2,55 en H2,2.
< 0,5 polaire covalente
Tussen 0,5 en 1,6 polaire covalente binding.
1,6> ion
Tussen zuurstof en waterstof veel verschil elektronnegativiteit dus waterstofbrugje worden gevormd.
Polymeer: Lang molecuul bestaande uit repeterende bouwstenen, monomeren.
Dehydratatie/ condensatiereactie: Monomeren toevoegen aan polymeer
Hydrolyse: Monomeren van polymeer afsplitsen
Suikers
Monosachariden: (CH2O)n
• Ketose : dubbel gebonden zuurstof middenin koolstofketen
• Aldose: dubbel gebonden zuurstof aan het einde van de keten
- Lengte van de koolstofketen kan ook variëren:
• 3C; Triose
• 5C; Pentose
• 6C; Hexose
- In een oplossing gaan suikers meestal over naar een ringstructuur.
Hoe die ringstructuur vormt kan op een alpha of delta manier.
- Alpha vorm: Als OH naar beneden vormt
- Delta vorm: als OH naar boven vormt
Disachariden:
• 2 monosachariden
• Verbonden door dehydratatie reactie: Glycoside binding
• Naam is welke C’s verbonden zijn. Bv. 1-4glycoside
• Alpha of Delta vorm bepaalt ook type binding.
- Bij alpha zitten C4 en C1 in hetzelfde vlak.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jandehoov. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.