100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding in de rechtswetenschap jaar 1 VU $9.83   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding in de rechtswetenschap jaar 1 VU

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting literatuur, hoorcolleges en arresten. week 1 t/m 7. inleiding in de rechtswetenschap jaar 1 periode 1. rechtsgeleerdheid VU

Preview 3 out of 27  pages

  • No
  • Week 1 t/m 7
  • October 30, 2021
  • 27
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Week 1
Basisfuncties van de rechtsorde (driehoekmodel)
1. Rechtszekerheid = positief recht als stabiel juridisch kader voor menselijke
interacties → het normatieve moment
Normatief moment = recht, uitspraken van rechters en verdragen die op een bepaalde tijd
en op een bepaalde plaats gelden, het 'positieve recht'.
2. Rechtvaardigheid = waarden, opvattingen en ideeën die het rechtssysteem
informeren. (juist en eerlijk handelen naar de situatie) → het ideële moment
Ideëel moment = normen en waarden (wat is rechtvaardig?) (wenselijke situatie)
3. Doelmatigheid = wisselwerking tussen het positieve recht en de wijze waarop
mensen zich gedragen in de samenleving. → het actuele moment
Actueel moment = theorie vs. praktijk. De praktijk beïnvloed het recht en andersom. Oftewel
de gevolgen van het positieve recht die te zien zijn in de maatschappij.


Basisindelingen in recht

Privaatrecht Publiekrecht
Tussen burgers onderling Tussen burger(s) en de overheid (of
overheidsorganen)
Objectief recht Subjectief recht
Het geheel van regels, beginselen en Het recht wat aan een rechtssubject
beslissingen die gezamenlijk het toekomt. (individueel) bijvoorbeeld mijn
rechtssysteem vormen recht om te stemmen.
Formeel recht Materieel recht
(procesrecht) wat moet er gebeuren als Gedragsregels/normen
iemand een regel overtreedt? →
handhaving van het materieel recht.
Dwingend recht Aanvullend/regelend recht
Regels waarvan men niet kan afwijken. Regels waarbij de mogelijkheid bestaat
eventueel afwijkende regelingen te treffen.




Contextualisme = de toepassing van een bepaald type rechtsvinding is afhankelijk van de
context van een geval. Er zijn verschillende type rechtsvindingen.

,Type rechtsvindingen
Casuïstische rechtsvinding = wanneer de rechter de betekenis van het geldende recht
uitlegt aan de hand van de omstandigheden van het geval. Gericht op billijkheid
Voordeel = rechtvaardigheid (billijkheid)

Nadeel = rechtszekerheid is in het gedrang

Regelgeleide rechtsvinding = rechtsvinding waarbij wordt gekeken naar de juiste
toepassing van een regel in het licht van de eenheid van het rechtssysteem. Naar de context
wordt niet gekeken → ‘’welke regel moet worden toegepast?’’
Voordeel = rechtszekerheid

Nadeel = niet altijd rechtvaardig



Jus cogens = dwingend recht. Verwijst naar de regels die door (bijna) alle staten aanvaard
worden (en voor de internationale gemeenschap van fundamenteel belang zijn)
Positief recht = rechtsregels die duidelijk gelden op een bepaald moment op een bepaalde
plek (ook wel objectief recht)


Interpretatiemethodes
1) Grammaticale interpretatie
Rechter beroept zich op spraakgebruikelijke letterlijke interpretatie van de woorden.
2) Wetshistorische interpretatie
Rechter beroept zich op de wetsgeschiedenis.
3) Rechtshistorische interpretatie
Rechter beroept zich op de rechtsgeschiedenis.
4) Systematische interpretatie
Rechter beroept zich op het systeem van de wet.
5) Teleologische interpretatie
Rechter beroept zich op de strekking (doel) van de wet.

, Week 2
Rechtsbronnen Nederland
1. Wet
2. Rechtspraak (jurisprudentie)
3. Gewoonte
4. Internationaal verdrag


De rechter vult de wet aan door middel van interpretatie + toetst aan hoger recht. Dit maakt
rechtspraak een rechtsbron.
Voorwaarden gewoonterecht:
1. De regel is langere tijd in gebruik vanwege gebruiken (uit vrije wil) → herhaling feiten
(feitelijke voorwaarde) = Usus
2. Langdurig gebruik van de regel is algemeen geaccepteerd. → ideëel moment
(normatieve voorwaarde) = Opinio necessitatis


Wet in formele zin = wetten afkomstig van de Regering en de Staten-Generaal
Wet in materiële zin = wetten die zich richten op een onbepaalde groep mensen + van
toepassing op meerdere gevallen.
Kaderwet/raamwet = er staat alleen dat er een probleem is wat opgelost moet worden.
Maar in deze wet staan geen gedetailleerde regels.
➔ Bijvoorbeeld: ‘’er moet een beleid komen om het corona-virus te bestrijden’’
Interpretatie rechtsbron
Sociologen: Factoren die bepalend zijn geweest voor de inhoud van het
geldende recht, bijvoorbeeld politieke, religieuze, economische of ecologische factoren
Juristen: wat wel of niet tot het geldende recht behoort. Geldend recht moet te
herleiden zijn tot een erkende rechtsbron.


Algemene maatregel van bestuur (AMvB)= regelgeving die afkomstig is van de regering
en niet van de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.
Toetsingsverbod (Art.120 GW) = wetten in formele zin kunnen niet worden getoetst aan de
grondwet.


Trias politica (machtenscheiding)
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechtsprekende macht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenamariahollander. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.83
  • (0)
  Add to cart