Groei
De doellengte wordt aangeduid met de term target height (TH)
wordt bepaald door genetische aanleg.
De lengtemeting
- Tot de leeftijd van 18 maanden wordt de lengte van een kind liggend gemeten. Wordt
gebruik gemaakt van een meetbak. In mm.
De hoofdomtrek
- Het meetlint wordt over de achterhoofdsknobbel, boven de oren en vlak boven de
wenkbrauwen gelegd. In mm.
- Bij een pasgeborene kan de uitslag van de meting onbetrouwbaar zijn in geval van een flink
vochtophoping tijdens de bevalling.
Het gewicht
- Bij baby’s wordt het gewicht naar leeftijd genoteerd, bij oudere kinderen naar lengte.
- Een personenweegschaal met ijkklasse III of hoger.
- Van 0-15 maanden/12,5 kilo worden kinderen ontbloot en op een speciale weegschaal.
Andere metingen
- de dikte van een huidplooi huidplooimeter
- het meten van de midden bovenarm omtrek.
- beide metingen geven een indruk van de voedingstoestand.
Target height en target height range
Eindlengte = TH = schatting
- TH jongen = 44,5 cm + (0,376 x lengte vader in cm) + (0,411 x lengte moeder in cm)
- TH meisje = 47,1 cm + (0,334 x lengte vader in cm) + (0,364 x lengte moeder in cm)
Werkgroep 2 (LP3-KT2-WG02)
Wiechenschema
Grove motoriek: bewegen, staan en lopen
Fijne motoriek: handen en vingers
Adaptie: hoe het kind dingen toepast in de motoriek
Taal- en spraak ontwikkeling
Persoonlijkheid en sociaal gedrag
M invullen in het schema op mededeling van ouder; bij positief resultaat.
- bij ongeveer 3 maanden begint de zuigeling naar de handen te kijken
- als het kind niet goed hoort gaat het zelf minder geluidjes maken
- patroon motorische ontwikkeling: hoofd naar stuit, centraal naar perifeer, grof naar fijn
Sociaal emotionele ontwikkeling: de sociaal emotionele ontwikkeling bestaat uit ontwikkelen
van eigen persoonlijkheid, afgestemd op verwachtingen en gedragingen vanuit de sociale
omgeving.
Op welke manier kan de persoonlijkheidsontwikkeling benaderd worden?
Fornistische benadering, mechanistische benadering, organisatorische benadering en
contextuele benadering.
Fornistische benadering: mensen worden getypeerd in een bepaald gedragspatroon,
waardoor dit herkenbaar is voor anderen.
, Mechanistische benadering: in deze theorie wordt uitgegaan van oorzaak-gevolgrelaties
Context benadering: veelvoud gebeurtenissen in verleden dat leidt naar heden en toekomst
Organisatorische benadering: de mens wordt binnen deze stroming gezien als een wezen
dat groeit en zich ontwikkelt naar een steeds hoger niveau via vaste ontwikkelingsfasen
waarin bepaalde ontwikkelingstaken volbracht moeten worden. Onopgeloste crises
belemmeren de ontwikkeling, terwijl succesvol opgelost4e crises het kind een krachtig
gevoel zal geven.
Twee rollen bij cognitieve ontwikkeling
= het proces van het leren, dat wil zeggen het opnemen, verwerken en weer opnieuw kunnen
gebruiken van kennis en informatie.
1. organisatie: allerlei soorten ervaringen worden tot samengesteld systeem gebundeld.
2. adaptie: vermogen om aan te passen, bv. een kind dat overprikkeld wordt sluit zich af voor
prikkels.
In de sensori-motorische periode (0-2 jaar) ligt de nadruk op de motorische reacties en op
sensorische input.
In de pre-operationele periode (2-7 jaar) kunnen kinderen nog niet logisch nadenken en
daarom moeilijk onderscheid maken tussen werkelijkheid en fantasie. Het kind kan nog geen
logische verbanden leggen.
In de concreet-operationele periode (7-11 jaar) komt concreet operaties uitvoeren en
onjuistheden herkennen.
In de formeel-operationele periode (11 jaar en ouder) komt het logisch denken tot
ontwikkeling. De belangstelling wordt ook meer gericht op de buitenwereld en minder o de
wereld van het eigen gezin.
Werkgroep 3 (LP3-KT2-WG03)
Normaal huilgedrag
Vanaf de geboorte is de totale duur van het huilen langzaam toeneemt. Rond de leeftijd van
6-8 weken wordt een piek bereikt, die in onze samenleving gemiddeld 2-2,5 uur per dag is.
Na deze periode neemt de duur van het huilen af tot vanaf ongeveer 12 weken voor de rest
van het eerste jaar een stabiel niveau wordt bereikt van gemiddeld 1-1,5 uur per dag, met
een accent op de avonduren. Dit vroege patroon van huilen lijkt minder afhankelijk te zijn van
de manier van verzorgen of opvoeden dan het huilen later in het eerste levensjaar.
Excessief huilgedrag
Wanneer een gezond en goed gevoed maar prikkelbaar kind perioden van irritatie, jengelen
of huilen laat zien van tenminste 3 uur per dag en gedurende minimaal 3 dagen per week
voor een periode van ten minste 3 weken achtereen.
- kan leiden tot kindermishandeling
- lichamelijke oorzaak uitsluiten
Interventie: rust, regelmaat en voorspelbaarheid als eenzelfde aanpak aangevuld met
inbakeren is effectief in het doen afnemen van huilen. Babymassage, adviezen geven, video
home training.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noorvandergraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.