Jurisprudentie Gezondheidsrecht 2021/2022:
HC 1:
Zaak Evans (E6): zieke vrouw wil met partner kind dus laten embryo invriezen. Relatie loopt spaak,
maar vrouw wil alsnog de embryo laten implementeren. Volgens Engelse wet moeten beide partijen
toestemming geven voor de zwangerschap, maar die was er niet. Vrouw kon verder geen kinderen
krijgen. Alles werd afgewezen tot de hoogste rechter aan toe, is mevrouw naar Strasburg gegaan.
Volgens haar gaat het vernietigen van de embryo in tegen de fundamentele aanspraak op
gezinsvorming (schending art. 8) en stelt schending van art. 14 EVRM (discriminatie, omdat zij een
vrouw is en het voor haar niet meer mogelijk is een kind te krijgen en de man wel). Stelt ook dat er ten
aanzien van de embryo art. 2 en 8 EVRM worden geschonden. EHRM gaat hier niet in mee, embryo
wordt niet geplaatst tegen de wil van de man in. Deze uitspraak symboliseert de ongelijkheid tussen
mannen en vrouwen (voor vrouwen is een eicel afstaan heel moeilijk, voor een man niet, dus mevrouw
vond dat ze meer recht had, maar dat was dus niet zo) en geeft weer dat embryo’s geen grondrechten
hebben.
Winterwerp-arrest (E1): Winterwerp was schizofreen en daardoor gevaarlijk en een huisarts
concludeerde dat hij niet vrij zou mogen rondlopen in de samenleving. Daarop plaatste de
kantonrechter W. tijdelijk in een psychiatrische instelling voor 6 maanden, zonder zich te laten
inlichten door een expert en zonder W. te horen. Dit werd zo een aantal keren verlengt zonder W. te
informeren en alleen gebaseerd op rapportages/documenten (zonder inlichting expert door rechter). Hij
had niet de gelegenheid rapportages over zichzelf aan te vechten en had geen toegang tot
rechtsbijstand. Het EHRM vond dit schending van art. 5 lid 4 en art. 6 lid 1 EVRM. Op grond van art.
5 lid 1 sub e EVRM mag niemand de vrijheid worden ontnomen, tenzij op betrouwbare wijze is
aangetoond dat hij "ontoerekeningsvatbaar" is. Dit moet worden vastgesteld door een objectieve
medische deskundige. Verder volgt uit dat arrest dat niet kan worden volstaan met een eenmalige
beoordeling, waarna de vrijheidsbeneming op deze grond voor onbepaalde tijd zou kunnen worden
voortgezet (periodieke herbeoordeling van de rechtmatigheid van de vrijheidsbeneming is vereist) .
Een in een psychiatrische inrichting opgenomen patiënt heeft in beginsel het recht heeft om (zij het
met redelijke tussenpozen) zelf een gerechtelijke procedure over de rechtmatigheid van de voortzetting
van zijn detentie te beginnen (tenzij dit al periodiek gebeurd door nationale wetgeving). Zo wordt
voorkomen dat opsluiting op deze grond maar eeuwig kan voortduren.
HC 2:
Behandelkeuze bij ontbreken/ niet beschikken over medisch dossier (T13,
ELI:NL:TGZCTG:2016:317): dienstdoende arts in verpleeghuis besloot dat acuut naar het ziekenhuis
gaan niet nodig was voor oudere vrouw (was gewoon kleine ontsteking), zonder haar in het echt te
zien en haar medisch dossier te bekijken. Later bleek er iets ernstigers aan de hand te zijn. De
tuchtrechter vond dat de arts, vanwege het ontbreken van een medisch dossier, meer had moeten
doorvragen teneinde zich een volledig en meer zorgvuldig beeld te kunnen vormen van de medische
context van de vrouw. Dit geldt temeer, omdat een verpleegkundige haar had gebeld uit zorgen over
de toestand van de vrouw. Toch is klacht uiteindelijk ongegrond, omdat er geen tuchtnorm is die
vereist dat er meer moet worden doorgevraagd bij het ontbreken van een medisch dossier, om een
beter beeld te krijgen van de medische voorgeschiedenis. Na aanleiding van deze zaak wordt hier wel
een tuchtrechtelijke norm voor opgesteld.
Doorbreking geheimhoudingsplicht bij patient die rijdt onder invloed (T16,
ELI:NL:TGZCTG:2017:110): man kwam op consult wegens alcoholafhankelijkheid. Gaf aan te
hebben gedronken en dit liet de blaastest ook zien (hij zou niet meer mogen rijden). Arts gaf aan dat
hij niet meer mocht rijden en als hij dat zou doen dat ze de politie zou bellen. Dit gebeurde. Politie
belde op en arts gaf aan dat hij idd alleen alcoholproblemen had (geen drugsproblemen). 1e verbreking
, was juridisch gezien wel gerechtvaardigd. Doorbreken beroepsgeheim mag als daarbij naar alle
waarschijnlijkheid ernstige schade wordt voorkomen en dit niet op een andere manier kan worden
afgewend. Bij de 2e verbreking had de arts geen zorgvuldige afweging van belangen gemaakt (meer
informatie verstrekt dan noodzakelijk). Zij kreeg hiervoor geen maatregel opgelegd.
Behandelen van een buitenlandse hotelgast (T17, ECLI:NL:TGZCTG:2018:139): toerist had pijn,
kreeg kort consult en medicatie. Hier was hij niet tevreden over en heeft super vaak de huisarts gebeld,
zonder resultaat. Huisarts claimt dat zij het medisch rapport en de rekening bij de balie van het hotel
hebben achtergelaten. Klager vindt dat hij onvoldoende lichamelijk is onderzocht, geen waarschuwing
heeft gekregen over zijn medicatie, onvoldoende aantekeningen zijn gemaakt over het consult en er
onvoldoende nazorg is verleent. Huisarts heeft niet zorgvuldig gewerkt. Dit alles past niet bij een
professioneel werkende huisarts, ongeacht of het een toerist was voor eenmalig consult. Nederlandse
wetgeving (Wgbo/BIG) is ook gewoon van toepassing als buitenlandse gasten worden behandeld.
Doorbreken beroepsgeheim na overlijden (C10, ECLI:NL:HR:2001:AB1201): man had geen
erfgenamen en benoemde buurvrouw als enige erfgenaam (hielp hem altijd). Kon testament niet meer
ondertekenen bij notaris vanwege verlammingen. 10 jaar daarvoor had hij een hersenbloeding gehad
en leed hij aan geheugenverlies en kon hij moeilijk communiceren. 11 jaar later (jaar na notaris) kon
erflater volgens zijn broer niet meer praten door verlamming. Paar maanden later overleed hij. Broer
wilde medisch dossier (om wilsonbekwaamheid bij testament te bewijzen). Verstrekking dossier alleen
met toestemming van patiënt (art. 7:457 BW). Rb. en Hof hebben vordering van dossier afgewezen.
Geheimhoudingsplicht kan alleen worden doorbroken wanneer zwaarwegende aanwijzingen bestaan
dat de erflater ten tijde van het overlijden niet over zijn verstandelijke vermogens beschikte en niet
bekwaam was om rechtshandelingen te verrichten en voorts aannemelijk is dat het medisch dossier
daarover opheldering kunnen geven, terwijl deze opheldering niet op een andere wijze verkregen kan
worden. HR: het belang van de geheimhouding is van zodanig gewicht dat daarop slechts inbreuk kan
worden gemaakt indien er voldoende concrete aanwijzingen bestaan dat een ander zwaarwegend
belang geschaad zou kunnen worden.
HC 3:
Zaak Stinissen (C2): patiënt lag 16 jaar in coma, echtgenoot Stinissen wilde dat het stopte, omdat zijn
echtgenoot dit niet had gewild. Behandelaren wilde niet stoppen op grond van deze argumentatie. Zij
kan dit namelijk niet verklaren, de rechter vroeg namelijk ook om bewijs hiervoor (wilsverklaring of
video ofzo). Stinissen had ook als argument dat de behandeling continueren medisch zinloos was. De
behandelaren vonden het niet medisch zinloos, want de arts is er om iemand in leven te houden (niet
het leven te beëindigen). Wie weet wordt de patiënt nog wel wakker (maar aantal die wakker worden
is erg klein, maar lastig in te schatten). Er moet een heersend medisch inzicht in die beroepsgroep zijn
over de behandeling zinloos is, die was er niet. Daarnaast vond het hof dat uithongeren geen actieve
manier is van levensbeëindiging die is toegestaan. Daarnaast kan niet worden veronderstelt dat
mevrouw toestemming heeft gegeven voor levensbeëindiging. Verzoek kan niet worden toegewezen.
Echtgenoot stelt ook dat er geen behandelingsovereenkomst meer bestaat (deze wil hij als
vertegenwoordiger niet meer voortzetten). Voor dit punt verwijst het Hof weer naar het feit dat
mevrouw geen toestemming kan geven.
Arrest Baby Joost (C8): Gezonde baby Joost had liesbreuk, werd geopereerd en door een fout van arts
loopt hij ernstige hersenletsel op, waardoor hij ernstig gehandicapt wordt. Arts geeft toe schadeplichtig
te zijn t.a.v. Joost. Ze komen een bedrag (tegen finale kwijtschelding) overeen en in de overeenkomst
wordt uitgesloten dat ouders nog immateriële schade vorderen aan arts (in hoedanigheid van wettelijk
vertegenwoordiger voor Joost). Ouders eisen daarna materiele schade en smartengeld. Aan hun
vorderingsrecht leggen zij primair ten grondslag dat sprake is van een jegens hun (in eigen
hoedanigheid) gepleegde toerekenbare tekortkoming, subsidiair een jegens hen gepleegde OD. Beide
grondslagen worden afgewezen. HR: ouders zijn pro se geen contractspartij. Als ouders un kind ter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puckvanroosmalen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.