De student kan informatievaardigheid rubriceren tot zes aspecten:
De student kan het verschil verwoorden tussen populaire literatuur en vakliteratuur:
POPULAIRE LITERATUUR VAKLITERATUUR
Geen rekening gehouden met een bepaalde Bepaald niveau van kennis, gemaakt voor
vooropleiding of een bepaald niveau van beroepsbeoefenaars.
voorkennis.
Doel: toegankelijk maken van nieuwe Doel: mensen in het werkveld op de hoogte
(wetenschappelijke) inzichten. houden en brengen van de laatste inzichten.
Voor (en door) werkveld
Uitgebreide algemene uitleg Praktische benadering van het onderwerp
Breed publiek met interesse in een bepaald Beroepsbeoefenaars, mensen in het werkveld
onderwerp
Weinig of ontbreken van bronvermeldingen Elke beroepssector heeft vakbladen
Voorbeelden: kranten, opiniebladen, Bijdragen aan symposia en congressen
publiekstijdschriften, hobby- en
sporttijdschriften
De student kan met eigen woorden zeggen wat wetenschappelijke bronnen zijn:
- Geschreven door en voor specialisten, voor andere onderzoekers
- Geschreven door wetenschappers om hun onderzoeksresultaten aan andere
wetenschappers kenbaar te maken zodat deze erop verder kunnen bouwen
- Systematische opbouw, gedetailleerde beschrijving van de onderzoeksmethodes en
resultaten, referentielijst
- Aanwezigheid referentielijst
- Peer reviewed
- Ergotherapie bv. ‘The American Journal of Occupational Therapy’
Wetenschappelijke literatuur: opbouw
- Abstract: korte samenvatting, meestal vrij ter beschikking gesteld
- Inleiding: toelichting en probleemstelling
- Methodologie: hoe gebeurde het onderzoek?
- Resultaten: centrale bevindingen
- Discussie: interpretatie en verklaring resultaten
- Conclusie: belangrijkste bevindingen van het onderzoek. Dit onderdeel zit soms vervat in de
discussie.
- Literatuurlijst: alle bronnen die geraadpleegd werden door de auteurs bij het schrijven van
het artikel.
De student kan informatiebronnen classificeren volgens aard en volgens vorm:
, - Aard: populaire literatuur, vakliteratuur en wetenschappelijke literatuur
- Vorm: schriftelijke, mondelinge, audiovisuele, elektronische bronnen en sociale media
De student kan in voorbeelden de aard van de bron herkennen
De student kan de eigenschappen van naslagwerken karakteriseren:
- Woordenboek: algemene en gespecialiseerde woordenboeken en verklarende en
vertaalwoordenboeken
- Encyclopedieën: geeft oriënterende informatie in korte of lange artikels die alfabetische,
maar ook wel eens systematisch gerangschikt zijn. Algemene encyclopedieën of bijzondere
encyclopedieën.
- Lexicon: een lijst van trefwoorden in een welbepaald vakgebied
- Repertorium: verzameling fundamentele gegevens betreffende een wetenschap
- Adresboek of bibliotheekgids
- Vademecum: beknopte leidraad of handleiding
De student kan min. 5 vaktijdschriften voor de eigen opleiding noemen:
- Psyche
- Support magazine
- Ergotherapie magazine
- Participatie en herstel
- AJOT, The American journal of Occupational Therapy
De student kan de mogelijkheden binnen Google opsommen:
- Google Scholar
- Google Books
- Google Advanced search
De student kan verschillende sociale media noemen en karakteriseren:
- LinkedIn: zakelijke netwerksite met strakke vormgeving en duidelijk overzicht
- Twitter: zakelijk medium, met tweets
- Facebook: webpagina met info over diensten, evenementen…
- Youtube: films, maar meer en meer zakelijk gebruikt
- Blog
- Slideshare: applicatie die presentaties openstelt
- Pinterest: afbeeldingen pinnen (prikbord)
De student kan de verschillen tussen een catalogus en databank opsommen:
CATALOGUS DATABANK
Minder ruim Ruimer
In de voertaal van de instelling Engelstalig
Alle onderwerpen Veelal wetenschappelijk
Geeft plaatsaanduiding weer Kan volledige artikels bevatten
De student kan de vorm van informatiebronnen lokaliseren in de indeling van bib.HOGENT.be
De student kan de selectiecriteria opsommen voor betrouwbaarheid van bronnen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisedh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.