Aanpassingen bij - het lichaam is gestroomlijnd
waterdieren (om - bij vissen zijn de schubben bedekt met een laag slijm
weerstand klein te maken)
Aanpassingen bij landieren - stevige poten
(om hun eigen gewicht te - een zwaar skelet
dragen)
landzoogdieren Zoolgangers Lopen op hele voetzool
(ondergrond) (zakken niet snel weg)
Teengangers Lopen op hele tenen
Topgangers Lopen op toppen van tenen
(weinig weerstand, kunnen
alleen lopen op harde grond)
Aanpassingen bij poten van Roofvogels & uilen Scherpe klauwen
vogels, 3 tenen voor 1 Loopvogels Geen teen naar achter
achter. (zo kunnen ze Watervogels Zwemvliezen tussen tenen
vastklemmen aan takken) Steltlopers Lange poten
Aanpassingen snavels van Kegelsnavel Zangvogels die zaden eten
vogels Pincentsnavel Zangvogels die insecten eten
Haaksnavel Bij roofvogels en uilen
Priemsnavel Vogels die bodemdieren eten
Zeefsnavel Vogels die kleine plantjes en
dieren uit het water zeven
Planten
Aanpassingen aan Zonplanten Kleine, dikke bladeren
hoeveelheid licht Schaduwplanten Grote, dunne, donkergroene
bladeren
Voorjaarsbloeiers In het voorjaar de hoeveelheid
licht die de bodem van een bos
bereikt het grootst
Aanpassingen bij - grote platte bladeren
landplanten die in een - een zwak ontwikkeld wortelstelsel
vochtig milieu leven
Aanpassingen bij - kleine, dikke bladeren (bij cactussen stekels)
landplaten die in een droog - soms opslag van water in de stengels
milieu leven - een sterk ontwikkeld wortelstelsel
Aanpassingen bij - de stengels zijn slap
waterplanten - de stengels kunnen luchtkanalen bevatten
, Doelstelling 1
Het milieu levert:
voedsel
zuurstof
water
energie
grondstoffen
geeft plaats voor recreatie
Doelstelling 2
De mens kan het milieu veranderen door:
- stoffen op te maken; uitputting
- stoffen toe te voegen; vervuiling
Oorzaken milieuproblemen:
- enorme bevolkingstoename; steeds meer ruimte nodig
- veranderde manier van leven
Gevolgen milieu problemen:
- door veel energieverbruik raken de energievoorraden uitgeput
- door veel afvalstoffen word het milieu vervuild
- door steeds meer landbouwgrond verdwijnen grote stukken natuur
- de biodiversiteit neemt af; herintroductie is het terugbrengen van een dier of plantensoort in
een land
Doelstelling 3
Fossiele brandstoffen (aardgas, aardolie en steenkool bv.) zijn ontstaan uit dode planten en
dierenresten. De energie komt van de zon. Bij de verbranding komt energie vrij.
- Het winnen is goedkoop
- Ze zijn gemakkelijk te vervoeren en te gebruiken
- Bij de verbranding ontstaan koolstofdioxide en andere afvalstoffen (opwarming vd aarde)
- Ze raken op den duur op
Kernenergie komt vrij bij het splitsen van atoomkernen van uranium. Het word gebruikt om
elektriciteit op te wekken.
- Er kan veel elektriciteit opgewekt worden
- Er ontstaat geen luchtverontreiniging
- Er ontstaat geen koolstofdioxide
- Er ontstaat radioactief afval
- Bij een ongeluk kan er radioactieve straling vrijkomen
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nynke06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.