TIJDLIJN
1000 v. Chr. = David en Salomon koningen Israël
800 v. Chr. = ontstaan poleis
750 v. Chr. = stichting kolonies
700 v. Chr. = Etrusken
490 – 479 v. Chr. = Perzische Oorlogen
431 – 404 v. Chr. = Peloponnesische Oorlog
336 – 323 v. Chr. = Alexander de Grote
500 – 275 v. Chr. = Rome verovert Italië
146 v. – 500 n. Chr. = Griekenland deel van Romeinse rijk
133 – 63 v. Chr. = Rome verovert Israël
63 v. – 500 n. Chr. = deel Midden-Oosten is deel van het Romeinse rijk
50 v. – 500 n. Chr. = Deel Nederland is deel van het Romeinse rijk
31 v. – 192 n. Chr. = Pax Romana
313 n. Chr. = Christendom is toegestaan
395 = splitsing Romeinse rijk
400 = Nederland geen deel meer van Romeinse rijk
476 = Einde West- Romeinse rijk
KENMERKENDE ASPECTEN 4T/M 8
4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek
in de Griekse stadstaat
Bij het denken over burgerschap en politiek wordt met name gedoeld op de
democratie in Athene. Het gaat hierbij niet om de uitvoerige kennis van alle
instellingen.
5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
Bedoeld worden bouwkunst en beeldhouwkunst
,6. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks- Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde.
Het gaat hierbij om de oorzaken van de groei van het Romeinse Imperium en de
wederzijdse beïnvloeding van de cultuur van de bevolking in de veroverde gebieden
en de Grieks-Romeinse cultuur.
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van
Noordwest-Europa
In de late Oudheid dringen vanuit het noorden Germaans-sprekende groepen door in
het Romeinse Rijk. Op termijn leidt dit tot het uiteenvallen van het westerse deel van
dat rijk.
8. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten
Het christendom kwam uit het jodendom voort en werd uiteindelijk staatsgodsdienst
in het Romeinse Rijk.
PARAGRAAF 1
In Griekenland zijn veel gebieden van elkaar gescheiden door bergen of zee er
ontstonden ong. 200 aparte staatjes (= polis). Het middelpunt hiervan was vaak een
versterkte heuvel: acropolis (hoge stad). Op deze acropolis werd een tempel gebouwd en
hierin werd de belangrijkste god of godin van de polis vereerd. Ook was er een agora.
Om de agora en de acropolis heen ontstonden echte steden: grote nederzettingen waarvan
de meeste bewoners van iets anders leefden dan akkerbouw en veeteelt.
Er ontstonden in het Oude Griekenland verschillende soorten bestuur:
Autocratie
Oligarchie
Democratie
Eerst had de adel in de polis de macht zij hadden veel grondbezit. Nadat er overbevolking
ontstond, trokken mensen weg en stichtten overal in het Midden- Oosten nieuwe
nederzettingen kolonies.
De kolonies bleven goed contact houden met de moederstaat. Hierdoor nam de handel toe.
Veel handelaren werden even rijk of rijker dan de edelen en wilden dus ook een deel van de
macht.
In Athene kwam er een nieuwe bestuursvorm: directe democratie, Kleisthenes was de
‘bedenker’. In de volksvergadering hadden de burgers het recht voorstellen goed- of af te
keuren. Alle Atheense mannen boven de 18 jaar hadden stemrecht.
De vergaderingen werden voorbereid door een Raad van Vijfhonderd d. m. v. een loting
zat je voor één jaar in de Raad (50 leden). Omstreeks 450 kwam Pericles met het idee
vergoedingen te geven aan de leden, zodat niet alleen rijke mensen hierbij konden. Het
dagelijks bestuur lag in handen van de Raad, volksvergaderingen koos tien leiders van leger
en vloot en rechtsspraak was via een loting in handen van alle kiesgerechtigde burgers.
, PARAGRAAF 2
Sparta was de belangrijkste stad van Peloponnes. Ook hier ontstond overbevolking, maar de
Spartanen veroverden het land van hun buren Messeniërs. Zij werden gedwongen
voedsel te leveren aan Sparta. De Spartanen hadden een sterk leger waarmee zij iedereen
in bedwang konden houden.
De kracht van het Spartaanse leger kwam door 4 factoren:
Spartaanse mannen hoefden niet als boer te werken, al op 7-jarige leeftijd begonnen
ze aan een militaire opleiding: ze konden goed met wapens om gaan
Ze leerden dat niets belangrijker was dan de Spartaanse staat
Veel aandacht voor militaire zaken
Minder belangstelling voor kunst en wetenschap
In de volksvergadering konden alle Spartaanse roepen om het voorstel te verwerpen of
aannemen, maar alleen de raad van edelen mocht voorstellen doen.
Het dagelijks bestuur was in handen van vijf ephoren, die jaarlijks door de volksvergadering
werd gekozen. Zij waren voorzitters van de raad, van de volksvergaderingen en bepaalden
buitenlandse politiek. Het leger werd aangevoerd door twee (erfelijke) koningen, ook zij
stonden onder toezicht van de ephoren.
De meeste bewoners van Sparta hadden geen burgerrechten, want ze waren geen ‘ echte’
Spartanen ze stamden af van de oorspronkelijke bevolking. Dit was onderworpen door
Doriërs, de ‘echte’ Spartanen waren afstammelingen van de Doriërs.
PARAGRAAF 3
Het Perzische rijk was heel machtig: van Egypte tot India. Griekse kolonisten hadden zich al
vóór de Perzische veroveringen aan de kust van Klein-Azië gevestigd. Zij wilden zich
onafhankelijk maken van de koning in 500 v. Chr. kwamen zij in opstand tegen koning
Darius. Dit werd de aanleiding tot de Perzische Oorlogen.
Darius besloot als ‘straf’ Griekenland te veroveren. In 490 v. Chr. vielen de Perzen voor het
eerst vanuit zee Griekenland binnen. Veel Griekse staatje besloten op het laatste moment
samen te werken. Maar bij de veldslag bij Marathon kwamen de Spartanen pas nadat de
Atheners de overwinning al hadden behaald.
In 480 v. Chr. vielen de Perzen weer aan, onder leiding van koning Xerxes. De Spartanen
kregen de leiding over het land, Atheners op zee. Bij Thermopylae vond een beroemd
geworden veldslag plaats. Hierna veroverde het Perzische leger heel Griekenland, behalve
de Peloponnesos. De Griekse vloot versloeg wel de Perzische vloot.
Koning Xerxes keerde terug naar Perzië. In 479 werd bij Plataeae ook het Perzische
landleger verslagen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller niekevdmeer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.