Collectieve actie-probleem: het probleem waarbij op eigenbelang gerichte keuzes van
individuen leiden tot een collectief resultaat dat in strijd is met het eigenbelang.
Politiek: een situatie waarbij de overheid betrokken is of zou moeten zijn (Van Deth & Vis).
Politiek probleem: een als ongewenst en veranderbaar beschouwde situatie, waarbij de
overheid betrokken is of zou moeten zijn.
Publieke goederen: goederen (ook wel collectieve goederen genoemd) die gekenmerkt
worden door ondeelbaarheid en niet-uitsluitbaarheid. Worden gemaakt door de overheid.
Trias Politica: zuivere theorie van machtenscheiding van De Montesquieu, waarin de
wetgevende functie van de staat opgedragen wordt aan de volksvertegenwoordiging, de
uitvoerende functie aan de regering en de rechtsprekende functie aan onafhankelijke
rechters.
Trickle-downeffect: economische theorie waarin verondersteld is dat een ongelijke
inkomensverdeling als economische prikkel werkt, waardoor de totale welvaart toeneemt.
Verdelingsvraagstuk: de vraag op welke manier waarden verdeeld moeten worden (zoals
geld, rechten en plichten).
Waarden: alles wat mensen belangrijk vinden, zowel materieel (zoals inkomen) als
immaterieel (zoals vrijheid).
De politiek van Easton is erg belangrijk. Het gaat zo: ‘de gezaghebbende toedeling van waarden voor
een samenleving’. Waarden verwijzen naar alles wat mensen belangrijk vinden. 2 soorten waarden:
materiele waarde en immateriële waarde.
Overheid is het uitvoerende orgaan. Iedereen betaald eraan mee, de taak is om te zorgen voor alle
burgers. Geheel van mensen en organisaties.
Politiek is politici en het proces van politiek. Discussies tussen politici bv.
,H2.
Agendavorming: onderdeel van het beleidsproces waarbij problemen de aandacht krijgen van
het publiek of de beleidsbepalers.
Ambtenaren: een persoon die een arbeidsovereenkomst heeft met een overheidswerkgever.
Een ambtenaar kan een gemeenteambtenaar zijn, maar ook medewerkers bij de provincie,
waterschappen en rijksoverheid zijn ambtenaren.
Barrièremodel: model van het hele politieke proces waarin conflicten centraal staan. Politiek is
een opeenvolging van hindernissen.
Beleid: plan waarin het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen in een
bepaalde tijdsvolgorde centraal staat.
Beleidsbepaling: onderdeel van het beleidsproces waarin besluiten genomen worden
(besluitvorming).
Beleidscyclus: de voortzetting van het beleidsproces waarin het beleid wordt beoordeeld
Beleidsevaluatie: onderdeel van het beleidsproces waarin het beleid wordt beoordeeld.
Beleidsprocesmodel: model van het hele beleidsproces waarin verschillende beleidsonderdelen
onderscheiden worden.
Beleidsuitvoering: onderdeel van het beleidsproces waarin besluiten worden uitgevoerd.
Beleidsvoorbereiding: onderdeel van het beleidsproces waarin informatie wordt verzameld en
geanalyseerd om tot een advies te komen over het te voeren beleid.
Conversie: proces waarbij wensen en eisen van actoren in overheidsbesluiten worden omgezet.
Invoer: de wensen en eisen die actoren aan de overheid richten.
Model: een vereenvoudigde weergave van een theorie.
Openbaar bestuur: het geheel van instellingen en structuren waarbinnen de overheidstaak
wordt verricht.
Politieke actoren: deelnemers aan het politieke proces, zoals politici, belangengroepen en
individuele burgers.
Politieke agenda: problemen die de aandacht van het publiek (publieke agenda) en de
beleidsbepalers (officiële agenda) hebben.
Politieksysteemmodel: model van het hele politieke proces waarin de stabiliteit van het
politieke systeem centraal staat (Easton).
Poortwachters: politieke actoren die prioriteiten toekennen aan bepaalde politieke problemen,
bijvoorbeeld politici en de media.
Theorie: een geheel van samenhangende begrippen.
Uitvoer: het daadwerkelijk uitvoeren van overheidsbesluiten.
, 1. Politieke systeem model:
De omgeving levert ‘invoer’ in het systeem (wensen, eisen en politieke problemen). Ook wel de
samenleving.
De ‘poortwachters’ filteren de politieke problemen eruit (media, politici).
Deze worden verwerkt tot politieke problemen (‘conversie’). Die vervolgens leiden tot een beleid,
maatregelen (‘uitvoer’).
Een politiek systeem kan alleen bestaan als er genoeg diffuse steun (loyaliteit aan het politieke
systeem) is/legitimiteit. Hoe zie je dat er genoeg diffuse steun is?
Opkomst bij verkiezingen. Mensen stemmen alleen als ze denken dat hun stem nut heeft om
verandering aan te brengen of juist geen verandering.
Lidmaatschap vakbonden, belangen organisaties. Je wordt deel van het systeem en je
spreekt je vertrouwen er in uit.
Belangrijk voor alle politieke leiders en systemen.
2. Beleidsprocesmodel.
Beleid als keuzeproces of doelgericht plan voornamelijk door het openbaar bestuur.
Agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsuitvoering (door ambtenaren),
beleidsevaluatie.
De media heeft veel inspraak op agenda vorming: welke politieke problemen komen er op het
netvlies van de mensen die beslissingen gaan nemen. Als de media veel aandacht besteed aan een
probleem, komt dat veel in het nieuws en in het oog van politici.
Informatieve functie van de media: wat gebeurt er in de samenleving?
Arena functie van de media: positionering van partij/persoon.
Een minister kan een idee lanceren in het nieuws terwijl ze nog niet weten hoe anderen daar tegen
over staan. Ze brengen het naar de krant en ze wachten tot er veel over gesproken wordt. Als dat
positief is werken ze het idee verder uit. Zo kunnen ze een bepaald idee temperaturen bij anderen.
Beleidsvoorbereiding: het verzamelen en analyseren van informatie. En het formuleren van adviezen
over het te voeren beleid.
Beleidsbepaling: het nemen van besluiten over de beleidsdoelen, de middelen en de tijdsplanning.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmee04br. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.