Globalisering (mondialisering) = het proces waarbij de verwevenheid van gebieden en samenlevingen
toeneemt. -> gemiddelde afstand waarover bijvoorbeeld goederen en mensen zichzelf verplaatsen en hoe gebeurtenissen effect
hebben op mensen aan de andere kant van de wereld.
Heeft op verschillende gebieden effect:
- Economisch: de wereldmarkt, producten komen overal vandaan.
- Sociaal: wereldgemeenschap, mensen staan overal in contant met elkaar (migratie, socialmedia)
- Politiek: vorming van een wereldstaat.
- Cultureel: vorming van wereldcultuur en mengculturen.
Tijd-ruimtecompressie = hoe tijd en ruimte in elkaar worden gedrukt waardoor de wereld ‘kleiner’ wordt.
Hierin spelen drie processen een rol:
- Verandering van ligging. Absolute ligging veranderd NIET, maar de relatieve ligging WEL. Hierin wordt
vooral gekeken naar bereikbaarheid. Dit kan erg snel veranderen (relatieve ligging). Beslissend:
Positie tegenover economische centra. Wanneer een plek ligt bij belangrijke handelsplekken is de
relatieve ligging vaak beter.
Positie tegenover belangrijke vervoersassen. Dus dicht bij bedrijven zodat zij zo snel mogelijk hun
producten kunnen verplaatsen.
- Krimpende afstand. De relatieve afstand, in geld, tijd en moeite, daalt. Toch handelen landen nog
steeds vooral met landen met een kleine absolute afstand vanuit hun (goedkoper). -> Afstandsverval.
- Grenzen vervagen. Grote bedrijven strekken zich steeds minder van grenzen aan en het wordt steeds
makkelijker naar andere landen te reizen/bedrijven daar op te zetten.
1.2. transport
Één van de belangrijkste motoren achter globalisering is de ‘transsporttechnologie’. Kan gaan om goederen,
mensen, informatie, etc. In de afgelopen jaren is de ontwikkeling hiervan in een stroomversnelling geraakt,
door drie ontwikkelingen.
1. Reis/vervoerstijden zijn heel erg gedaald. Alles gaat veel en veel sneller.
2. Het is goedkoper geworden.
3. De infrastructuur is verbeterd.
Er wordt dus veel gehandeld tussen verschillende plaatsen. Dit kan pas gebeuren wanneer er aan 3
basisvoorwaarde van de interactietheorie wordt voldaan.
1. Complementariteit: het ene gebied moet vraag hebben en het andere aanbod.
2. Transporteerbaarheid: het moet tegen een goede prijs in bepaalde tijd vervoerd kunnen worden.
3. Geen tussenliggende mogelijkheden: anders gaat het land daarheen (goedkoper en sneller).
Of het mogelijk is voor landen om te handelen kan in loop van tijd veranderen. Dit kan komen doordat de
infrastructuur verbeterd. Zo kunnen landen van onbereikbaar ineens bereikbaar zijn en hierdoor wel kunnen
handelen. Ook kan het doordat politieke barrières ineens wegvallen, waardoor het land ineens wel handel mag
drijven. Of door innovaties op gebied van transport. Zoals bijvoorbeeld de container.
Transportnetwerk = verschillende transportplaatsen die met elkaar verbonden zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boschellekens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.