Deze samenvatting bevat alle leerstof voor de 2e deeltoets binnen het uitstroomprofiel Aangepast Sporten in het 4e jaar van Sportkunde.
In de samenvatting vind je de theorie over de onderwerpen Autisme Spectrum Stoornis, Cerebrale Parese en Licht Verstandelijke beperking. Verder bevat de samenvat...
Theorielijn Kind met Beperking - Sportkunde Jaar 4
Beweegdoelstellingen bij kinderen (met een beperking)
Nationaal Sportakkoord
Nationaal Sportakkoord opgesteld door de sport, gemeenten, rijksoverheid, provincies, bedrijfsleven en
maatschappelijke organisaties om zo de kracht van de sport in Nederland nog beter te benutten. Doelstelling:
“Met het Sportakkoord willen we bereiken dat iedereen plezier in sport kan hebben. Nu en in de toekomst.
Ongehinderd, in een veilige en gezonde omgeving. Een leven lang. Als sporter, vrijwilliger of toeschouwer”
Verschillende partijen hebben bijgedragen aan de inhoud en de afspraken van het plan en willen zich
inspannen om het plan tot een succes te maken:
- Ministerie van VWS - NL Actief
- Vereniging Sport en Gemeenten - Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- NOC NSF - Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Rabobank
Binnen het Sportakkoord zijn er verschillende deelakkoorden, een daarvan is het deelakkoord “Inclusief
sporten en bewegen”.
→ de ambitie binnen dit deelakkoord is dat iedere Nederlander een leven lang plezier kan beleven aan
sporten en bewegen. Ongehinderd door leeftijd, lichamelijke of geestelijke gezondheid, etnische achtergrond,
seksuele geaardheid of sociale positie.
• “Meedoen aan sport en plezier in sport is niet voor iedereen vanzelfsprekend, waardoor een deel van
de Nederlanders weinig of niet sport. “
• “Inclusief sport- en beweegaanbod is een mooie en effectieve manier om de maatschappelijke
waarde van sport en bewegen te benutten. Inclusie draagt bij aan het meedoen aan en het genieten
van sport.
→ Inclusief sporten: mensen met een beperking kunnen meedoen met de reguliere sport of met
aanpassingen kunnen meedoen in de maatschappij
Binnen het deelakkoord “Inclusief sporten en bewegen” gaat het erom dat iedereen:
- met plezier mee kan doen
- zich welkom voelt
- erbij hoort
- geaccepteerd wordt
- niet uitgesloten wordt
- eigen sportkeuzes kan maken
Beweegrichtlijnen kinderen 4 tot 18 jaar
• Bewegen is goed, meer bewegen is beter
• Doe minstens elke dag 1 uur matig intensieve
inspanning. Langer, vaker en/of intensiever bewegen
geeft extra gezondheidsvoordeel
• Doe minstens 3x per week spier- en botversterkende
activiteiten
• Voorkom veel stilzitten
→ 55% van de kinderen van 4 tot 11 jaar voldoet aan de
beweegrichtlijnen
→ 28% van de kinderen 12 tot 17 jaar voldoet aan de beweegrichtlijnen
Het is bewezen dat bewegen een positief effect heeft op de gezondheid bij kinderen:
• Depressieve symptomen verminderen
Wanneer kinderen bewegen verminderd dat het risico op depressieve symptomen. Er is namelijk een verband
tussen veel bewegen en een lager risico op deze symptomen, duurtraining bij kinderen met een verhoogd
risico op deze symptomen verkleint de kans dat deze daadwerkelijk optreden.
, Theorielijn Kind met Beperking - Sportkunde Jaar 4
• Aerobe fitheid verbeterd
Duurtraining bij kinderen verbeterd de aerobe fitheid. Dit is een
combinatie van matige en zware intensieve duurtraining.
• Spierkracht verbeterd
Aangetoond dat krachttraining bij kinderen de spierkracht vergroot.
• Insulinegevoeligheid
Combinatie van duur- en krachttraining verbeterd de
insulinegevoeligheid.
• Body Mass Index (gewicht en vetmassa) verbeterd
Aangetoond dat bewegen de BMI en vetmassa verlaagt bij kinderen
met overgewicht en obesitas. Er zijn kleine effecten van duurtraining op
matige en zware
Intensiteit bij deze kinderen.
• Botkwaliteit
Aangetoond dat krachttraining met eigen lichaamsgewicht de botkwaliteit vergroot.
Naast de gezondheidseffecten heeft bewegen nog meer effecten:
- Sociale vaardigheden bij kinderen verbeteren
- Kinderen (met een beperking) integreren in de maatschappij, door bijvoorbeeld G-teams bij de lokale
hockeyclub
- Zelfbeeld/Zelfvertrouwen vergroot
Beschrijving Speciaal onderwijs
De cijfers van sportparticipatie van kinderen met een beperking worden vaak weergegeven naar cluster van
Speciaal Onderwijs (SO). Speciaal onderwijs → onderwijs voor kinderen met een lichamelijke en/of
verstandelijke handicap, langdurige ziekte of stoornis. De kinderen krijgen meer aandacht en ondersteuning.
Het speciaal onderwijs is onder te verdelen in 4 clusters:
• Cluster 1: Scholen voor visueel gehandicapte kinderen of meervoudige gehandicapte kinderen die
slechtziend of blind zijn. De meesten gaan, met speciale begeleiding, naar het reguliere onderwijs. De
overige bezoeken speciale scholen
• Cluster 2: scholen voor dove en slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden of
taalmoeilijkheden en kinderen met communicatieve problemen, zoals bij bepaalde vormen van autisme
• Cluster 3: scholen voor leerlingen met motorische en/of verstandelijke handicaps, langdurig zieke
kinderen en leerlingen met epilepsie;
• Cluster 4: scholen voor kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen en
scholen die verbonden zijn aan pedologische (kinderkundige) instituten.
Cluster Doelgroep
1 Blinde of slechtziende leerlingen
2 Leerlingen die doof of slechthorend zijn en/of spraak-/taalmoeilijkheden hebben
3 Leerlingen met een motorische handicap, een verstandelijke handicap, een meervoudige handicap
of langdurig zieke leerlingen
4 Leerlingen met autisme (ASS, PDD-NOS), leerlingen met hyperactiviteit (ADHD), leerlingen met
gedragsproblemen (ODD, CD) en leerlingen met emotionele problemen (angst, depressie en
somatisch)
• Leerlingen in het speciaal onderwijs (6-12 jaar) gaan meestal na hun twaalfde jaar naar het
voortgezet speciaal onderwijs (vso). Hier kunnen ze blijven tot hun 20e. Het voortgezet speciaal
onderwijs kent dezelfde clusters.
• Naast het speciaal onderwijs is er het speciaal basisonderwijs. Speciale basisscholen zijn bedoeld
voor moeilijk lerende kinderen, kinderen met opvoedingsmoeilijkheden en alle andere kinderen die
speciale ondersteuning en aandacht nodig hebben. Deze scholen hebben dezelfde kerndoelen als
reguliere basisscholen, maar de leerlingen krijgen meer tijd om dit te bereiken. De scholen hebben
kleinere groepen en meer deskundigen. Leerlingen kunnen tot hun veertiende jaar op een school voor
speciaal basisonderwijs terecht. Na het speciaal basisonderwijs gaan leerlingen naar het vmbo, het
praktijkonderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.
, Theorielijn Kind met Beperking - Sportkunde Jaar 4
• Vanaf 1 augustus 2014 is de leerlinggebonden financiering verdwenen, waarmee kinderen naar het
reguliere- of speciale basisonderwijs of het regulier voortgezet onderwijs konden.
Aantal kinderen in (voortgezet) speciaal onderwijs
• 70.000 leerlingen volgen het speciaal onderwijs:
Cluster 1 = 751 kinderen
Cluster 2 = 9184 kinderen met auditief of spraak/taalmoeilijkheden
Cluster 3 = 27.000 kinderen met verstandelijk/motorische handicap, meervoudige handicap of chronische
aandoening
Cluster 4 = 33.000 kinderen met ernstige gedragsproblemen
Aantal kinderen met een beperking
• Aantal kinderen met een 1 of meerdere beperking: 3,5% van alle kinderen (0-17 jr)
→ 60% = verstandelijke beperking
→ 26% = lichamelijk beperking
→ 14% = zintuigelijke beperking
• Van de kinderen met een beperking, is bij 9% sprake van een meervoudige beperking → combinatie van
verstandelijke, lichamelijke en/of zintuigelijke beperking (chronische en psychiatrische aandoeningen niet
meegenomen)
• Jongens (62%) hebben vaker een beperking dan meisjes (38%)
• Totaal 1,7 miljoen kinderen en volwassenen met een matige of ernstige handicap
Sportdeelname kinderen met een beperking in Speciaal Onderwijs
→ Leerlingen in het speciaal onderwijs bewegen minder te bewegen dan de groep
kinderen in het regulier onderwijs.
→ Sportdeelname van Leerlingen in het SO is ook minder dan de kinderen van
het reguliere onderwijs.
Redenen om te sporten
Redenen om niet deel te nemen aan sport (volgens de ouders):
• Gebrek aan tijd/zin
• Onbekendheid mogelijkheden (met name in cluster 1 en 3)
• Kosten (te duur)
• Gebrek aan mogelijkheden (met name in cluster 1)
• Ontbreken deskundige begeleiding (met name in cluster 2 en 4)
• Juiste hulpmiddelen voor sport zijn niet voorhanden
• Door negatieve ervaringen niet meer willen sporten
Wat kan je als sportkundige met deze doelgroep?
• Als sportconsulent:
- Adviseren ouders/kind over de mogelijkheden in de regio
- Subsidies/financiering aanvragen voor tegemoetkoming inkomsten of hulpmiddelen aanvraag
• Als sportmedisch trainer:
- Geven van trainingen aangepast aan de mogelijkheden van het kind
- Creëren van positief pedagogisch klimaat
- Begeleiding ouders/kind door middel van motiverende gespreksvoering
- Uitbreiden aanbod voor kinderen met een beperking
, Theorielijn Kind met Beperking - Sportkunde Jaar 4
Doelstellingen van bewegen
Doelstellingen voor de doelgroep zijn gebaseerd op:
- Plezier
- Lichaamsbeweging
- Sociale contacten
Voor de sportkundige/professional zijn de doelstellingen gericht op zowel het motorische aspect als het
sociaal emotionele aspect.
• Motorische doelstellingen:
- Uithoudingsvermogen
- Kracht
- Balans
- Coördinatie
Elke aandoening heeft een andere focus, problematiek en barrières. Bijvoorbeeld:
• Kind met CP dat spastisch is
• Kind met verstandelijke beperking dat ook balansproblemen heeft
• Kind met Autismespectrumstoornis dat problemen heeft met grove motoriek
Belangrijk is om te kijken naar de inhoud, vorm en uitvoering
Inhoud : beperking/mogelijkheden: wat kan hij wel (of wat kan hij (nog niet), wat willen we bereiken?
Vorm : Hoe benader ik dit kind? (Bijv. gedragsstoornis of verstandelijke beperking)
Uitvoering : Veiligheid, zowel fysiek als mentaal: waar op letten?
• Sociaal emotionele doelstellingen:
Sociaal emotionele vaardigheden die bijdragen aan de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen volgens
Kloosterboer, 2020:
1. Besef van jezelf
Kennis van je eigen lichaam, gevoelens herkennen en benoemen, zelfvertrouwen
2. Zelfmanagement
Heftige emoties controleren, doelgericht gedrag, weten wanneer je hulp moet vragen
3. Besef van de ander
Empathie, inleven in de ander, diversiteit waarderen
4. Relaties met anderen
Contacten leggen en onderhouden, samenwerken, conflicten voorkomen en oplossen
5. Keuzes maken
Eerlijk onderhandelen, goed zijn voor jezelf en de ander, zelfreflectie
, Begeleiding in de Sport (STTEP)
Staat voor Space, Time, Task, Equipment en People. Dit is een manier om je les ‘inclusief’ te
maken. Het zijn handvaten voor het aanpassen en wijzigen van activiteiten. Om
ondersteuning te bieden en uitdaging te bereiken.
Space / Ruimte:
Maak het speelveld groter-kleiner. Varieer in af te leggen afstand.
Time / Tijd:
Duur van de sportactiviteit, presentatie van de tijd en tempowisselingen
Task / Taak:
Opdelen van complexe taken. Eerst individueel oefenen voor spelvorm, geef de
kinderen/sporters een passende taak.
Equipment / Uitrusting:
Bied opties: gooien, rollen door een goot, grote bal, geluid, materiaalgebruik voor afzet
spelregio.
People / Mensen:
Leerstijl: expliciet-impliciet
Brengt teams in evenwicht, match speler met gelijkwaardige vaardigheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MichelleWarta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.