Thank you super! I really appreciate it. Hopefully the summary helped:)
Seller
Follow
racmjansen
Reviews received
Content preview
Samenvatting artikelen personen- en familierecht
Blok 1 – Week 1
“Gegeven de betekenis van islamitisch familierecht”
Voor moslims in Nederland geldt dat zij, behalve met de Nederlandse rechtsorde, vaak een band
hebben met ten minste twee andere rechtsordes of normatieve ordes. De eerste is de sociale
rechtsorde van de eigen gemeenschap; islamitische familierechtsnormen en -waarden kunnen
werken als sociale en morele normen. De tweede rechtsorde is de buitenlandse rechtsorde: het in
het land van herkomst geldende islamitische familierecht.
Hierdoor krijgt de Nederlandse rechtsorde met het in het buitenland geldende islamitische
familierecht te maken, als zijnde statelijk recht; en, als niet statelijk ‘recht’, met de sociale
werking van het islamitische familierecht waar dit door mensen wordt gevolgd omdat ze dit recht
als bindend ervaren.
We komen verschillende figuren uit het islamitisch familierecht tegen die we in ons Nederlandse
rechtssysteem niet kennen, namelijk; de bruidsgave, de verstoting, de hadhana-vergoeding, en de
bij de echtscheiding aan de vrouw toegekende schadeloosstelling. Laten we eens kijken hoe deze
onbekende rechtsfiguren in ons recht worden beoordeeld.
Deze vraag wordt in rechtsgeschillen doorgaans beantwoord in het kader van het internationaal
privaatrecht, het IPR. De rechtsvordering moet worden gekwalificeerd om te kunnen worden
ondergebracht in een verwijzingscategorie. Probleem is dat voor niet bekende rechtsfiguren geen
aparte verwijzingscategorie bestaat. Daarom wordt in de praktijk aangesloten bij een wél
bestaande categorie waarin de buitenlandse rechtsfiguur het beste past.
Het overeenkomen van een bruidsgave is een essentieel element van het islamitische huwelijk. Alle
Europese landen met ‘moslim migranten’ krijgen dan ook veelvuldig te maken met rechtsvragen
over de bruidsgave. Er wordt stevig mee geworsteld; er is veel over geschreven, letterlijk zelfs
boeken vol, maar er is nog steeds geen eenduidige bevredigende oplossing.
De bruidsgave betreft een betaling van een geldbedrag of goederen door de man aan de vrouw. In
de regel wordt bij de huwelijkssluiting zelf maar een deel van de bruidsgave betaald en wordt
betaling van het grootste deel uitgesteld.
In Nederland wordt betaling van de nog resterende bruidsgave in de regel in het kader van de
echtscheiding verzocht. Sommige rechters brengen de aanspraak op de resterende bruidsgave onder
bij de alimentatie, anderen bij het huwelijksvermogensrecht en weer anderen zien het als een
zelfstandige op zichzelf staande vordering. De kwalificatie die wordt gegeven, kan echter vergaande
gevolgen hebben en is dus zeer bepalend.
Wordt de bruidsgave aangemerkt als alimentatie, dan wordt het verzoek tot betaling ervan ook
beoordeeld als een verzoek om alimentatie. Rechters gaan dan draagkracht en behoefte
beoordelen. Als de draagkracht bij de man dan ontbreekt, of de vrouw in haar eigen
behoefte kan voorzien, en de man dus niet tot betaling van alimentatie kan worden verplicht, blijkt
hij dus ook de overeengekomen bruidsgave niet te hoeven voldoen.
Als de rechter de bruidsgave kwalificeert als een kwestie van huwelijksvermogensrecht, kan dat
weer tot heel andere merkwaardige gevolgen leiden. Als het huwelijksvermogensregime blijkt te
worden beheerst door Nederlands recht, valt de aanspraak op de bruidsgave plotseling in een
gemeenschap van goederen. Dat is merkwaardig want vanuit het perspectief van het islamitisch
recht gaat het om een exclusieve aanspraak van de vrouw.
De Hoge Raad heeft zich moeten uitlaten over de vraag of een door de man aan zijn ex-vrouw
uitgekeerde bruidsgave als onderhoudsverplichting in mindering moest komen op zijn belastbaar
inkomen. De Hoge Raad (de belastingkamer dus) besliste dat hier geen sprake was van een
afkoopsom in de zin van de Wet Inkomstenbelasting, en dat het als bruidsgave betaalde bedrag
daarom niet aftrekbaar was.
Een kwalificatie als partneralimentatie zou ook relevant kunnen zijn voor de vraag of een vrouw een
nabestaandenuitkering kan krijgen als haar ex-man komt te overlijden. Of voor de vraag of zij
1
Tilburg University 2021-2022 R.A.C.M. Jansen
, ingevolge artikel 108 van boek 6 BW aanspraak kan maken op schadevergoeding jegens degene die
voor het overlijden van de man aansprakelijk is.
Doordat de bruidsgave naar een ander recht wordt beoordeeld dan de alimentatie of de
vermogensdeling, kan dit bovendien leiden tot een cumulatie van aanspraken of juist tot een
beperking ervan. Het resultaat waartoe wordt gekomen kan daarmee een palet vormen van niet
samenhangende aanspraken en verplichtingen. Een resultaat bovendien dat noch door het
buitenlandse islamitische familierecht noch door het Nederlandse recht was beoogd.
De rechtsfiguren die het Nederlandse stelsel niet kent, kunnen ook in hun eigen gedaante worden
erkend, via een kwalificatie sui generis. Andere mogelijkheden zijn om de vreemde rechtsfiguur te
erkennen als een in het buitenland verworven recht (droits acquis) of als een buiten Nederland
ontstaan voldongen feit (fait accompli; artikel 10:9 BW). Het toekennen van rechtsgevolgen aan een
in het buitenland plaatsgevonden feit is volgens artikel 10:9 BW mogelijk als het niet-toekennen van
die gevolgen een onaanvaardbare schending zou opleveren van het bij partijen levende
gerechtvaardigde vertrouwen of van de rechtszekerheid. Dat zal bij een overeengekomen
bruidsgave veelal aan de orde zijn.
De vraag of de verstoting in Egypte en de door de Egyptische rechter getroffen voorzieningen, in
Nederland geldig zijn, wordt beoordeeld met behulp van de Nederlandse erkenningsregels. Een van
de gronden om erkenning te weigeren, en wellicht de belangrijkste weigeringsgrond, wordt gevormd
door de openbare orde: erkenning van een buitenlandse beslissing kan worden geweigerd als de
beslissing zelf of de gevolgen van erkenning hiervan indruisen tegen onze openbare orde omdat
fundamentele beginselen uit de Nederlandse rechtsorde niet worden gerespecteerd.
Bij de vraag wat strijdig is met onze openbare orde, en dus ook wat toelaatbaar is en wat niet,
blijkt tegenwoordig het politieke klimaat een rol van betekenis te spelen.
Ondanks dat bij de traditionele vorm van de verstoting de gelijkheid van vrouw en man niet wordt
geaccepteerd, kan deze in Nederland worden erkend als duidelijk is dat de andere echtgenoot
instemt met deze wijze van huwelijksbeëindiging. Stemt de andere echtgenoot hiermee niet in, dan
zijn we onverbiddelijk en kan de verstoting niet worden erkend.
Als je de verstoting niet erkent, en iemand in het buitenland is gescheiden maar in Nederland nog
als getrouwd wordt beschouwd omdat de echtscheiding niet wordt erkend, dan zou om de situatie
weer gelijk te trekken, een scheiding in beide landen, een dubbele scheiding dus, nodig zijn.
Voor echtscheidingsbeslissingen die door de Nederlandse rechter tot stand worden gebracht, volgt
uit een uitspraak van de Hoge Raad dat de Nederlandse rechter niet steeds ambtshalve hoeft na te
gaan of bij toepassing van het buitenlandse echtscheidingsrecht, de Nederlandse
echtscheidingsbeschikking in het buitenland, in dit geval Marokko, zal worden erkend.
Wat de financiële voorzieningen na scheiding betreft: de erkenning hiervan in Nederland zal niet
gauw afstuiten op de openbare orde-exceptie. Waar je hier tegenaan loopt, is het feit dat beide
systemen de financiële voorzieningen na scheiding heel verschillend regelen. Het IPR dwingt hem
vooralsnog echter eerst na te gaan of de financiële voorzieningen die de Egyptische rechter heeft
getroffen, in Nederland kunnen worden erkend. Dat is met name lastig als elkaars uitspraken niet
worden erkend of door een foute kwalificatie worden verdraaid. Als die afstemming er niet is,
kunnen de echtgenoten trachten in Nederland te halen wat zij in Egypte niet kunnen krijgen, en
wat zij in Nederland niet krijgen, kunnen zij proberen in Egypte te halen.
Zolang er geen Verdragen, Verordeningen of beleidsafspraken bestaan tussen beide landen, bepalen
deze landen ieder hun eigen beleid. Het niet erkennen van elkaars beslissingen kan nopen tot het
voeren van dubbele procedures, die weer kunnen leiden tot niet op elkaar afgestemde resultaten.
Daar waar het gaat om gedragingen uit informele rechtsordes, die zich dus buiten de officiële
rechtsorde afspelen, ontbreekt een juridisch vastgelegd kader waarbinnen deze moeten worden
beoordeeld.
Zolang landen islamitisch familierecht in hun officiële recht hebben verankerd en zolang er mensen
zijn voor wie islamitische familierechtsnormen en gebruiken sociale of religieuze leidraad vormen,
zolang zal islamitisch familierecht in Nederland feitelijk van betekenis zijn. Negeren van islamitisch
familierecht is dan geen optie.
2
Tilburg University 2021-2022 R.A.C.M. Jansen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller racmjansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.