Deze samenvatting bevat alle leerstof voor de 1e deeltoets binnen het uitstroomprofiel Aangepast Sporten in het 4e jaar van Sportkunde.
In de samenvatting vind je stof over coronaire hartziekten, bouw van het hart, cardiovasculair systeem, ICF-PAD model, kinesiofobie, meetinstrumenten CA en het o...
Theorielijn Coronaire Aandoeningen - Sportkunde Jaar 4
PowerPoint Chronische Aandoeningen – Coronaire Hartziekten
Coronaire hartziekten
Coronaire hartziekten vallen onder hart- en vaatziekten → een brede groep ziekten
die zich in het hele lichaam kunnen voordoen, op te delen in 3 groepen:
1) Hart → o.a. coronaire hartziekten vaak als gevolg van vernauwingen van
kransslagaders rondom het hart. Ook aangeboren hartafwijkingen zoals
hartfalen en ontstekingen van het hart vallen in deze groep.
2) Perifeer → aan de buitenkant van het lichaam: in de armen, benen, hals of voeten
o.a. claudicatio intermittens als gevolg van vernauwingen van de
beenslagaders (etalagebenen / perifeer arterieel vaatlijden)
3) Hersenen → o.a. herseninfarct als gevolg van vernauwingen in de vloedvaten
van de hersenen.
o.a. hersenbloeding als gevolg van ruptuur van de bloedvaten.
Beroerte (infarct en bloeding) → gevolg is deel van de hersenen
werkt niet meer
Coronaire hartziekten → aandoeningen die worden veroorzaakt door afwijkingen
in de kransslagaders (coronaire arteriën).
Afwijkingen in de kransslagaders veroorzaakt ischemie → onvoldoende
doorbloeding naar de onderdelen van de hartspier.
Twee vormen Coronaire hartziekten: Angina Pectoris en Myocard Infarct
Bloedvoorzieners van het hart → Kransslagaders
- Linkerkransslagader
- Circumflexskransslagader (vertakking van de linkerkransslagader)
- Rechterkransslagader
- Vertakkingen
Epidemiologie Coronaire hartziekten
o Nationaal 4e doodsoorzaak (2017)
o Mannen 2017 → 3e doodsoorzaak na dementie (1e) en longkanker (2e)
o Vrouwen 2017 → 6e doodsoorzaak na dementie (1e), longkanker (2e), beroerte (3e), hartfalen (4e) en
COPD (5e)
o 2018 → 778.900 mensen met coronaire hartziekten
o 2018 → 8400 doden in NL
o 2017 → 122.900 nieuwe gevallen (incidentie)
o Trend sterfte neemt af door lager risico en betere behandeling
o Incidentie neemt sinds 2000 af door veranderingen in de verdeling van de risicofactoren → positieve
trends in risicofactoren meer invloed hebben op de trends in coronaire hartziekten dan de negatieve
trends in risicofactoren:
- daling percentage rokers (positief)
- daling percentage mensen met hoog cholesterol, vaak door medicatie (positief)
- daling inname transvetzuren, door voedingsmiddelenindustrie (positief)
- toename aantal mensen overgewicht / DM 2 (negatief)
- daling consumptie groente/fruit en vezels (negatief)
o In de periode 2001-2011 is de prevalentie van coronaire hartziekten voor mannen met ruim 25% en voor
vrouwen met ruim 15% gestegen → oorzaak demografische ontwikkelen (groei + vergrijzing bevolking)
o Uitgaande van alleen demografische ontwikkelingen zal het absoluut aantal personen met een coronaire
hartziekte tussen 2011 en 2030 bij mannen met 50% stijgen en bij vrouwen met 41%
o Komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen en stijgt met leeftijd. Dit komt doordat de hogere
oestrogeenconcentratie in het bloed van vrouwen hen tot aan de menopauze tegen coronaire hartziekte
beschermt.
, Theorielijn Coronaire Aandoeningen - Sportkunde Jaar 4
Rol van Cholesterol
Cholesterol → vetachtige (steriod) bouwstof die het menselijk lichaam nodig heeft als bouwsteen voor
lichaamscellen en hormonen. Het menselijk lichaam neem cholesterol op uit voeding en wordt aangemaakt in
de lever.
• Cholesterol wordt gebruikt om hormonen, lichaamscellen, zenuwcellen en galvloeistof te maken
• Totaal Cholesterol (TC) bestaat uit een goed cholesterol (HDL) en een slecht cholesterol (LDL)
• Klein gedeelte cholesterol uit de voeding komt in het bloed
• Cholesterol vooral aangemaakt in de lever
• Consumptie van verzadigd vet heeft meer invloed op het surcumcholesterolgehalte dan cholesterol uit
voeding.
Cholesterol gehalten in het bloed → verhoogd risico op coronaire hartziekten:
- TC > 6 mmol/l
- LDL > 2,5 mmol/l
- Sterk verhoogd risico → TC > 8mmol/l of LDL > 5 mmol/l
Cholesterol wordt in de lever gekoppeld aan een
eiwit/proteïne → koppeling met lipoproteïne (transporteiwit).
Je hebt 2 soorten cholesterol:
• HDL cholesterol → goede cholesterol
Brengt overtollig cholesterol terug naar lever om afgebroken te worden
• LDL cholesterol → slecht cholesterol
Transporteert cholesterol van lever naar lichaam en zorgt dat het makkelijk door de celwand heen kan
Hoog HDL gehalte → kans op slagaderziekte kleiner
Hoog LDL gehalte → kans op slagaderziekte groter
Etiologie (oorzaak) Coronaire hartziekten
Grootste oorzaak van coronaire hartziekte → Atherosclerose
Atherosclerose → aandoening waarbij (middel)grote slagaders
vernauwd zijn als gevolg van plaquevorming en thrombusvorming,
waardoor bloed minder gemakkelijk of zelfs helemaal niet meer door
de slagader heen kan stromen.
Ontstaan artherosclerose
Kleine beschadigingen/ ontstekingen aan de binnenwand van de
slagader (splitsingen) → vetten (lipiden) en ontstekingscellen nestelen zich →
ontstaan atherosclerotische plaques → plaque vult zich geleidelijk met vetten,
ontstekingscellen, bloedplaatjes, gladde spiercellen en kalk → slagader
vernauwd → bloedstroom verminderd
Plaque → verdikking van de bloedvatwand
• ontstaat door ontstekingen in de vaatwand waarin witte-bloedcellen, gladde
spiercellen, bloedplaatjes, bindweefsel, calcium (kalk) en vetten zoals
cholesterol zich gaan nestelen in de cellen → deeltjes uit het afweersysteem
komen in actie om schade te herstellen → dikke verharde plak blijft achter =
plaques.
• het ontstaan van plaque is een proces van jaren
• de aanwezigheid van bepaalde witte bloedcellen (lymfocyten,
monocyten en macrofagen) wijst er op dat ontstekingen
waarschijnlijk een rol spelen bij het ontstaan van artherosclerose.
• over de ophoping van vetten, ontstekingscellen etc
groeit uiteindelijk een spierlaagje overheen
• plaquevorming en beschadigingen in de vaatwand zorgt ervoor dat
de vaatwand brozer wordt. Hierdoor hoger risico op bloedingen en
verminderde dilitatie functie
• brozer worden van plaquevorming niet te zien in hart, wel in hersenen → hersenbloeding
, Theorielijn Coronaire Aandoeningen - Sportkunde Jaar 4
Thrombusvorming
Artherosclerose → vaatwand verzwakt → scheur in plaque → inhoud
komt vrij in het bloedvat → bloedstolsel wordt gevormd (repareren
scheur) → bloedstolsel raakt los → vernauwing kransslagader →
blokkering bloeddoorstroom
• Stolsel kan meegenomen worden met het bloed en ergens anders
het bloedvat blokkeren, hierdoor sterft weefsel af → infarct
Wanneer dit gebeurd in een kransslagader → hartinfarct
Trombose → afsluiting (krans)slagader door een bloedprop (trombus)
Angina Pectoris → pijn of drukkend gevoel achter
het borstbeen als gevolg van tijdelijk zuurstoftekort
in de hartspier
• gebrek aan zuurstof kan optreden bij overgang
koud naar warm, na eten, bij emotionele
opwinding of bij inspanning
→ bij inspanning moet hart harder werken waardoor er meer zuurstof nodig is dan bloedvat kan
aanvoeren
• wordt vrijwel altijd veroorzaakt door een of meerdere vernauwingen in een van de kransslagaders of
verminderde dilitatie functie
• Pijn duurt vaak enkele minuten en kan uitstralen naar rug, keel, schouders of de linkerarm
• Symptomen verdwijnen kort na beëindiging inspanning
• Pijn op de borst kan ook veroorzaakt worden door
- een hartklepaandoening: er stroomt bloed terug naar de andere hartruimten en het hart kan minder goed
druk opbouwen om het bloed rond te pompen
- (ernstige) hartritmestoornissen: de hoeveelheid bloed die wordt rondgepompt, wisselt bij een
onregelmatige of snelle hartslag
• Stabiele Angina Pectoris → pijn treedt op na inspanning (vaakst)
• Onstabiele Angina Pectoris → pijn treedt op volgens een onverwacht patroon
Myocard Infarct (hartinfarct) → totale afsluiting van een van de
kransslagaderen door een bloedstolsel (trombus) of een stuk
atherosclerotische plaque. Hierdoor krijgt een deel van het hart geen bloed
(zuurstof) meer en trekt niet meer samen. Dit deel sterft geleidelijk af en er
ontstaat een litteken.
• Symptomen → plotselinge hevige en lang aanhoudende pijn (typisch
centraal of links op de borst uitstralend naar de arm/kaak/rug),
transpireren, ademnood, misselijkheid
• Pijn gaat niet weg na stoppen inspanning / rust of na het gebruiken
van (nood)medicatie
• Hartinfarct kan ook zonder klachten of symptomen
optreden → stil infarct
• Hoe erg het infarct is geweest hangt af van de plek
→ Pijn bij AP langer dan 5 minuten misschien kans dat
het een hartinfarct is.
Ontstaan hartstilstand
Bij een hartstilstand staat het hart meestal niet helemaal stil maar trillen de kamer heel snel en chaotisch.
Het hart heeft daardoor geen tijd meer om te vullen → hierdoor wordt er geen bloed meer rond gepompt en
staat de bloedsomloop stil. Daarmee stop de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de rest van het
lichaam.
, Theorielijn Coronaire Aandoeningen - Sportkunde Jaar 4
Niet beïnvloedbaar Beïnvloedbaar
*Hogere leeftijd *Hoge CL gehalte in bloed
*Mannelijk geslacht *Hoge BD (≥140mmHg)
*Voorkomen van hartziekte *Roken
bij naast familielid (<50-55 *Hoge inname verzadigd vet
jaar) *Lage groente/fruit consumptie
*Lichamelijke inactiviteit
*Overgewicht/BMI
*Diabetes type 2
*Alcohol
o Diabetes type 2 en atherosclerosis → door overbelasting van compensatoire route die de functie van
insuline overneemt tijdens diabetes 2 wordt er bijgedragen aan progressie van atherosclerose.
De verhoogde concentratie inflammatoire markers, gevonden tijdens diabetes type 2, kan leiden
tot endotheeldisfunctie en schade aan het cardiovasculair systeem
o Verhoogde hyperglycaemie leidt tot proteineglycatie. Dit geeft oxidatieve stress en een prothrombotische
toestand.
o Hoge glucose waarden in het bloed kunnen zorgen voor apoptose van endotheelcellen in het bloed.
Het belang van risicofactoren voor (on)gezondheid
kan zichtbaar gemaakt worden door het eraan toe
te schrijven gezondheidsverlies te schatten.
Hiervoor wordt gebruikgemaakt van het populatie
attributieve risico (PAR). Deze is gebaseerd op:
- de prevalentie van de risicofactor in de populatie
- de kans op het optreden van ziekte gegeven de
risicofactor
- de ernst van de ziekte (wegingsfactor);
- de sterftekans.
PAR = populatie attributieve risico = % gezondheidsverlies a.g.v. risicofactor
→ tabel: factoren die grootste invloed hebben op het ontwikkelen van artherosclerose
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MichelleWarta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.