Week 1 - Recapitulatie, het begin van een strafzaak en het gebruik van
dwangmiddelen
Bronnen van strafprocesrecht
- Wetboek van Strafvordering
- Wetboek van Strafrecht
- Bijzondere wetten:
- Politiewet
- Opiumwet
- Wet Wapens en Munitie
- Wegenverkeerswet
- Wet bijzondere opsporingsdiensten
- Internationale rechtsinstrumenten
- Lagere wetgeving en beleidsregels
- Ongeschreven recht: beginselen van een goede procesorde
Uitgangspunten en beginselen
- Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
- Opportuniteitsbeginsel
- Waarborgen positie verdediging
- Onschuldpresumptie
- Beginselen van een goede procesorde
- Proportionaliteit en subsidiariteit
- Geweldsmonopolie politie
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter
- Externe openbaarheid
Aanslag Hoog Catharijne: Een anonieme melding van een anonieme burger kan
voldoende zijn om vooronderzoek te verrichten. Het moet dan gaat om een melding waarin
concreet wordt aangeduid welk strafbaar feit is of wordt begaan.
De verdachte
Materieel criterium: Degene te wiens aanzien een redelijk vermoeden van schuld aan een
strafbaar feit voortvloeit uit feiten en omstandigheden
Niet altijd een concreet persoon ‘degene’, maar andere eisen gelden
Formeel criterium: Degene tegen wie de vervolging is gericht
Vroegverdachte: Degene die ervan verdacht wordt betrokken te zijn bij het beramen of
organiseren van misdrijven in samenwerkingsverband.
,Bij aanwijzing betrokkene: Degene waarvan er aanwijzingen zijn dat hij betrokken is bij een
terroristische organisatie, geen concreet strafbaar feit nodig.
Individualisierbaar? Kan er een persoon worden aangewezen? (Degene)
Concretiseerbaar? Kan er een strafbaar feit worden aangewezen?
Objectiveerbaar? Zijn er voldoende feiten en omstandigheden voor een redelijk vermoeden
van schuld?
Dwangmiddelen
Belangrijk: Dwangmiddelen zijn doelgebonden. Doelen kunnen zijn:
- Waarheidsvinding
- Voortgang procedure
- Samenleving beschermen
Veel discretionaire ruimte
Steunbevoegdheden worden gebruikt om een dwangmiddel te kunnen realiseren
Voor inbreuk op vrijheidsrechten is vaak een machtiging vereist, wel het initiatief bij OM!
De politie
Politie heeft als taak om te zorgen voor daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het
verlenen van hulp aan hen die deze behoeven (art. 3)
Politie heeft een geweldsmonopolie (art. 7), ook voor het bewaren van de openbare orde
Het openbaar ministerie
Gezag over de politie
Art. 124 RO: Strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde
Het opportuniteitsbeginsel: Het OM kan als enige bepalen wat er met een zaak gebeurt
Week 2 - Verhoor verdachte en voorlopige hechtenis
Hennepkwekerij: Er is sprake van verhoor, niet alleen als er een redelijk vermoeden is dat
een verdachte bij een delict is betrokken, maar ook als er een redelijk vermoeden is dat een
delict is begaan.
Plastic Boodschappentasje: ‘Wat zit er in de tas?’ is geen onderdeel van verhoor, want
geen feit geconstateerd. ‘Waar heb je dat vandaan?’ is wel onderdeel van verhoor, omdat er
een redelijk vermoeden van (betrokkenheid bij) een delict is.
Pressieverbod en verklaringsvrijheid
Zaanse verhoormethode: Grenzen aan de methode van ondervraging, zeker bij emotionele
zaken.
Ruisstrategie: Politie mag i.v.m. verklaringsvrijheid geen onwaarheden vertellen. Maar: in
casu: geen verhoor maar afgeluisterde gesprekken. Het speelde geen hoofdrol in het
verhoor.
, EHRM in Beuze: Bij schending recht op bijstand niet zonder meer schending eerlijk proces.
Er moeten dan compelling reasons zijn om geen rechtsbijstand te verlenen. Er moet ook
ondanks de schending sprake zijn van een eerlijk proces, uitvoerige toetsing a.d.h.v.
veelheid aan factoren.
Vrijheidsbenemende dwangmiddelen
In volgorde:
- 53-54 Sv: Aanhouding
- 56a-56b Sv: Ophouden voor onderzoek
- 57-59c Sv: Inverzekeringstelling
Week 3 - Het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
Strafvordering
Strafvordering is:
- de opsporing,
- de vervolging,
- het rechterlijk handelen in strafzaken en
- de tenuitvoerlegging
Opsporing is (art. 132a Sv):
Onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als
doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Teun99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.