College 1 het lerende brein
Het mind-body probleem
Aristotelis dacht dat alles vanuit het hart kwam. Tegenwoordig wordt hier anders over gedacht. Je kan
het ook het mind-brain probleem noemen.
Descartes zei dat je de geest hebt en het brein en dat het twee verschillende dingen zijn, de een is
metafysisch en de andere fysisch. In de hypofyse (pijnboompit) communiceren deze. Dit is het
dualisme.
Spinoza zegt dat het twee
aspecten zijn van hetzelfde ding
zijn. Het zijn verklaringen op
verschillende niveaus van
hetzelfde ding dual aspect
theory.
Reductionisme in de toekomst
hebben we een betere verklaring
voor het brein, waardoor de geest
en het fysieke brein niet meer
twee losse dingen zijn.
Uitdaging: verschillende
analyse niveaus
Als je weet hoe neuronen
werken, kan je niet per se zeggen
hoe het brein werkt, of hoe een persoon werkt of hoe deze in het onderwijs functioneert. Er zijn veel
verschillende niveaus om te begrijpen. Er zijn twee manieren om ernaar te kijken:
Kennis kan context bieden om dingen te begrijpen.
Kennis kan nieuwe theorieën vormen.
Oversimplificatie en misinterpretatie
In de media worden studies vaak makkelijker geschreven of verkeerd geïnterpreteerd. Dit zorgt voor
een gebrek aan vertrouwen. Er wordt slecht gecommuniceerd tussen de velden, school en
breinonderzoek.
Neuromyten
Er zijn veel misvattingen over het brein. Zo zijn er wel verschillen tussen de twee hersenhelften, maar
je hebt niet een linker en een rechter brein.
Je gebruikt maar 10% van je brein: je gebruikt je hele brein. Daarom is een zuurstoftekort of
hersenschade zo erg. Het is ook actief als je niks doet, even actief als je wel iets aan het doen
ben. Het brein werkt in netwerken van gebieden.
Als je geboren wordt, zijn je hersenen af, daarna kunnen er geen nieuwe neuronen meer
bijkomen: voor de geboorte worden de meeste cellen al gevormd, maar verbindingen kunnen
worden aangemaakt en weggehaald. In een paar gebieden worden nog nieuwe cellen gemaakt:
hippocampus (herinneringen) en olfactory bulb (verwerken van geur).
Luisteren naar klassieke muziek maakt je slimmer: studenten die naar Mozart luisterden
scoorden kort daarna hoger op hun taak, maar dit hield niet aan (15 minuten) en er zijn geen
volledige IO tests gedaan. Muziek heeft zeker effect, ook langer op cognitieve vaardigheden,
maar je wordt er niet slimmer van. Het is een breintraining, het verbeterd je coördinatie en
concentratie etc.
Hersenbeschadiging is definitief: herstel is soms mogelijk, ligt aan de plaats en de ernst van de
schade. Milde schade heeft alleen tijdelijke klachten. Na grote schade kunnen andere gebieden
bepaalde functies overnemen, herstel hangt af van de leeftijd waarop de hersenbeschadiging
heeft plaatsgevonden. Het kinderbrein is veel plastischer.
, Het drinken van alcoholische dranken kost je hersencellen: matig drinken kost je niet
neuronen, maar jarenlang misbruik of perioden van binge drinken wel. Alcohol is wel
bedreigend voor het goed functioneren van de hersenen omdat het verslavend is en schade aan
hersencellen kan toebrengen.
Spelletjes houden je hersenen jong: spelletjes kunnen je helpen om specifieke vaardigheden te
ontwikkelen, maar je hersenen in geheel gaan er niet beter van functioneren.
Neuromyten komen best wel veel voor, ongeveer
de helft van de leerkrachten in het basis en
voortgezet onderwijs gelooft in neuromytes.
Leerkrachten die extra interesse hadden in dit
soort onderwerpen die geloofden er nog vaker in
dan mensen die het niet zo interessant vonden.
Brein topografie
De achterkant is posterieur, voorkant is anterieur,
onderkant is ventraal en de bovenkant is dorsaal.
Dit is een relatieve positie, afhankelijk van andere
gebieden. Meer naar de buitenkant toe wordt
lateraal genoemd en midden is mediaal. In
artikelen zie je vaak x y z coördinaten, om de
exacte plaats te geven. De cortex bestaat uit
twee helften (hemisferen) die verbonden zijn
door het corpus callosum (dikke baan
zenuwen). De cortex is het buitenste gedeelte
en is grijze stof (neuronen) en de witte stof
(meer in het midden) dat zijn de connecties
(wit myeline). Cel bestaat uit:
Cellichaam
Dendrieten: ontvangen
Axon: zenden
Synaps: elektrische signaal die
informatie van axon naar de
dendrieten van de volgende doorgeeft.
Je kunt ook gebieden van het brein benoemen op basis van het type cellen die erin zitten brodmann
gebieden. Niet alle neuronen zijn namelijk hetzelfde. Cellen die op elkaar lijken die zitten ook dichter
bij elkaar, zijn vaak ook gebieden die met hun functie op elkaar lijken.
Gyrus/ gyri zijn windingen en sulcus / sulci zijn groeven.
Je kunt het brein indelen op basis van gyri en sulci. Het
meeste wordt het brein ingedeeld in 4 kwabben (lobes):
1. Frontal lobe: deze zit aan de voorkant en is relatief
groot in mensen ten opzichte van andere dieren.
Speelt een rol bij executieve functies, beslissen en
redeneren, ophalen van herinneringen en
a. Hierin zit de mortor cortex
b. Gebied van broca: belangrijk bij
spraak
c. Orbitofrontale cortex: maken van
beslissingen en geven van emotionele
waarden
d. Prefrontale cortex: ontwikkelt relatief
langzaam
2. Parietal lobe: die zit overal tussenin, speelt
een belangrijke rol bij allerlei
integratieprocessen (weten waar je lichaam is,
, integreren van informatie (horen en zien), bewustzijn van jezelf in de ruimte en rekenen en
hoeveelheden).
3. Occipital lobe: zit aan de achterkant van het hoofd en die verwerkt visuele informatie op
verschillende niveaus. Voornaamste functie is het verwerken, integreren en interpreteren van
visuele informatie. Dit is ook belangrijk voor lezen. Deze informatie wordt doorgegeven aan
de voorkant van het brein, waardoor je weet dat je ziet.
4. Temporal lobe: zitten aan de zijkant van je hoofd achter je slapen, spelen een belangrijke rol
bij het horen, begrijpen en organiseren van taal en het opslaan en ophalen van geheugen.
Het lokaliseren van functies is niet zo makkelijk. Hoe complexer de vraag (functie) hoe moeilijker het
geven van een antwoord is.
Nu zijn de verschillende gebieden (onderwijs, pedagogiek, psychologie en neurowetenschappen) vaak
losse dingen en die moeten beter gaan communiceren. Dat kan door elkaar beter te leren begrijpen of
interdisciplinair onderzoek te doen. Je kan onderzoek doen op verschillende niveaus, je wilt een
experiment in een gecontroleerde setting doen, maar ook op een school in grotere schaal. Het
uiteindelijke doel is effectievere onderwijsmethodes ontwikkelen die theoretisch onderbouwd zijn,
effectief in empirisch onderzoek en biologische valide.
Hoorcollege 2 – onderzoekstechnieken
Korte geschiedenis
We krijgen een steeds beter beeld over de link tussen hersenen en het brein. In de Romeinse tijd
gingen ze er van uit dat de hersenen wel belangrijk zijn, maar ze focuste ze zich heel erg op de
ventrikelen (holtes) ze dachten dat daar alles gebeurde. Dat idee bleef heel lang bestaan. Na de
middeleeuwen kwam er steeds meer interesse in de anatomie van de hersenen. Vesalius maakte
anatomische tekeningen van het brein. Het duurde tot de 19 e eeuw voordat mensen de cortex
interessant begonnen te vinden. Gall is begonnen met het idee dat het uiterlijk van het mens iets zegt
over het innerlijk (als je aan iemand hoofd voelt kan je zeggen hoe die persoon in elkaar zit), dit wordt
nu frenologie genoemd. Hij dacht dat gebieden in de hersenen verschillende functies hadden. Zijn
theorie was dat als zo’n gebied groter werd heeft dat invloed op het brein en de vorm van het schedel,
dus als je heel goed was in rekenen was dit deel van het brein groter. Het brein kon je volgens hem
organiseren in 27 verschillende faculteiten 19 dierlijke driften en 8 specifiek menselijke faculteiten.
Deze faculteiten zijn aangeboren (kun je een crimineel wel iets kwalijk nemen?). Je kon de delen
trainen, opvoeding en onderwijs waren volgens hem dus heel belangrijk om vooral de intellectuele
faculteiten te ontwikkelen. Dit waren ideeën. Hij heeft het nooit empirisch getoetst.
Broca keek naar beschadigingen in het brein. Hij keek naar een man die taal kon begrijpen maar niet
kon spreken. Deze man had schade aan de linkerkant van de frontaalkwab (inferior frontal gyrus). Hij
kon aantonen dat er een relatie was tussen gedrag en een gebied in het brein. Wernicke onderzocht een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Stuviamail. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.