Zaak Benno L. om vak te introduceren. Zwemleraar waarvan op computerbeelden van meisjes (93)
staan aan wie hij zwemles heeft gegeven. 3 meisjes gedwongen ontucht en met 37 meisjes andere
vormen van ontucht.
Hij krijgt opgelegd 7 jaar ZONDER tbs (volkomen rationeel geacht door rechtbank dus). Hof oordeelt
jaar minder straf: 6 jaar (vanwege extreme aandacht en publiciteit).
Publieke woede alleen maar erger als Benno L. in 2014 met enkelband vervroegd vrijkomt. Dit is 3
jaar na het Hof. Media komt erachter dat hij zich met enkelband heeft gevestigd in Leiden. Mensen
gaan demonstreren, bedreigingen. De burgermeester is vervolgens verantwoordelijk voor de
veiligheid voor Benno L.
Dit zijn zaken die in dit vak voorbijkomen en op meerdere niveaus spelen. De woede van de mensen
(cultureel niveau), maar ook politiek niveau (woede politieke partijen over straf) en ook bestuurlijk
niveau (burgermeester belangrijkste persoon veiligheidshandhaving van Benno L.).
Onderwerpen HC 1:
- Vraag 1: Wat is een veiligheidsmaatschappij?
- culturele, politieke, bestuurlijke achtergrond?
- Vraag 2: Hoe werkt een veiligheidsmaatschappij?
- welke mensbeelden liggen hieraan ten grondslag?
Het strafrechtelijk klimaat tot de jaren 1970
je ziet in alle landen in Europa dat het idee van preventie en bestraffing dan veranderd.
- Klassiek strafrecht: repressief (college 6) de daad moet gepleegd zijn en dan pas komt de hele
rechtsketen op gang. (Komen we nog uitgebreid op terug). Tot aan de jaren 70 was het klassiek
strafrecht, omdat de daad eerst gepleegd moest worden voordat de politie op gang kwam; het was
achteraf, het was repressief.
- Resocialisatie van dader stond tot de jaren 70 centraal.
Aan de hand van een sociaaldemocratisch politiek denken. Het idee na de oorlog bestond dat
opsluiten niet de meest humane manier was om mensen te straffen (alle zigeuners en joden die
opgesloten en vergast waren). Hierdoor kwam de resocialisatie van de dader in de maatschappij
centraal te staan. Dit ging ook gepaard met de nog groter wordende steden en bijv. de opkomst van
verzekeringen en andere instanties om mensen ‘omhoog’ te trekken.
Deze tijd wordt ook wel ‘penal welfarism’ genoemd (1890-1970). Moet het ongeveer zo vertalen
dat het strafrechtelijk systeem van politie tot aan OM tot aan rechters, ondanks meningsverschillen
en ruzies, het er wel over eens waren dat het uiteindelijke doel was om te investeren in die
verdachte persoon en die persoon volwaardig terug te laten keren in de samenleving.
Het strafrechtelijk klimaat na de jaren 1970: waarom en hoe vindt die verandering plaats?
1. Verloren geloof in resocialisatie (college 2): voorbeeld wordt gegeven a.d.h.v. van rapport
van een Amerikaan 1974 (gaan we in college 2 uitgebreid op in). In dat rapport worden
honderden vormen van resocialisatie geanalyseerd en er is 1 conclusie: ‘het werkt niet’
(recidive blijft hoog).
Er komt dus langzaam het geloof in de politiek dat het effect van al die jaren investeren niets
oplevert en dus komt de resocialisatie zwaar onder vuur te staan.
,2. Emotionele toon in politieke besluitvorming (‘punitief populisme’): je ziet dat politiek
langzaam maar zeker een emotionele fabriek wordt en politieke personen de eerste zijn om
afschuw uit te spreken als er een vorm van criminaliteit is gepleegd in Nederland. Je ziet dat
de politiek niet meer op achtergrond blijft en zaak bij politie en justitie laat, maar zelf gaat
roepen: moet harder worden aangepakt en meer blauw op straat!
Veiligheid lijkt prioriteit 1 te worden in Nederland (niet milieu, niet onderwijs). Hij hamert
erop dat het best bijzonder is dat er in Nederland HELEMAAL niets gebeurd, en meest veilige
land ter wereld, en toch veiligheid prioriteit 1 en aanwas criminologie studenten blijft maar
stijgen.
Alle populistische leuzen worden steeds populairder.
3. Opkomst van het slachtoffer (bescherming publiek); voorheen was belangrijkste factor de
dader en dus stond resocialisatie centraal. Slachtoffers mogen nu aanwezig op zitting zijn, in
België heb je bijv. juryuitspraken, je hebt bijv. slachtofferenquêtes. De bescherming van het
slachtoffer heeft een steeds belangrijkere rol.
4. Terugkeer van de gevangenis (college 3): wederom een merkwaardige paradox: 7 of 8
gevangenissen in NL staan leeg en al een paar opgedoekt. Dus aan de ene kant door dalen
criminaliteit in NL, maar ook door andere sancties dan gevangenisstraf de gevangenissen leeg
komen te staan, aan de andere kant nog steeds de populistische punitieve roep die groter is
dan ooit tevoren om de gevangenis ‘vol’ te gooien.
Dus de roep om gevangenisstraf is heel groot, terwijl deze leegstaan.
5. Criminaliteit wordt een ‘normaal’ maatschappelijk verschijnsel (high crime culture): wordt
niet mee bedoeld dat we het goedkeuren onder het motto van: ‘dat is toch normaal’. Wordt
mee bedoeld dat als er ongeveer 1,2 mln geregistreerde criminaliteiten zijn, dat men daar
niet meer raar van opkijkt. Het wordt geaccepteerd dat het een verschijnsel is dat een rol
heeft in onze samenleving en maatschappij (voor de jaren 70 was bijv. een bankoverval een
heel bizar voorval, nu wordt het is normaler).
6. Nieuwe veiligheidsstructuur (college 4): verandert radicaal. Tot jaren 70 politie de
belangrijkste organisatie tegen criminaliteit. Nu worden ze omringd door heel veel
verscheidene organisaties: BOA’s, stadswachten, private bewakers, winkeliers allemaal
verantwoordelijk geworden voor criminaliteit, allemaal! Worden allemaal verantwoordelijk
voor onze veiligheid. Zowel boven (internationaal niveau), naast (particuliere beveiligers) als
onder de politie (burgers die deelnemen aan burgernet).
Veiligheid lijkt een taak te zijn geworden voor ons allemaal.
Leidt natuurlijk tot veel technische en bestuurlijke problemen.
Politie is niet meer het voornaamste orgaan in de bescherming van de veiligheid, daarvoor
zijn de andere instanties te groot zijn geworden.
7. Continue crisissfeer (‘liquid policy’): We hebben constant het gevoel dat er een crisis is in ons
veiligheidsdenken. Kijk de media: gaat bijna alleen maar over veiligheidszaken.
‘Liquid policy’: als je gaat kijken naar het aantal veiligheidsmaatregelen die de afgelopen
jaren over ons zijn neergedaald, kun je dat bijna vergelijken met een soort van diarree van
, het ministerie van veiligheid en justitie. Voortdurend nieuwe maatregelen en regels om
‘’voor nu en altijd een einde te brengen aan de criminaliteit’.
8. Politiek: neoliberalisme (vanaf college 4) en neoconservatisme (tot college 4) (i.p.v.
sociaaldemocratisch): deze twee stromingen gaan op een bepaalde manier naadloos samen,
maar sluiten elkaar ook uit. Eigenlijk spiegelen ze elkaar, maar ze gaan wel samen.
Neoliberalisme: responsabilisering, vormen van collectiviteit, samen verantwoordelijk.
Neoconservatisme: law & order (soevereine staat) sterkst terug bij PVV. Punitief denken
gericht op Amerikaans denken van ‘law & order’. Als wetten duidelijk zijn en sterk
gehandhaafd worden, moet er minder criminaliteit zijn. Nadruk ligt op een soevereine staat
zonder enige invloeden van buitenaf (denk aan EU etc.), waarin NL zelf kan handelen zoals ze
dat willen. Dit vormt een rare paradox met de tijd van nu, de huidige globalisering met de EU,
Unicef, VN etc.
Het zo sterk denken over de soevereine staat, wordt zo anders door een drietal factoren:
1. In het neoconservatieve denken is het taalgebruik zeer expressief en instrumenteel.
Instrumenteel omdat het een denken is van Law & Order: ‘meer blauw op straat, hogere
straffen werken’. Praten niet over de rechtsbeschermende kant van bijv. Benno L, terwijl
instrumentaliteit en rechtsbescherming niet los van elkaar kan worden gezien.
Uit zich in tal van varianten:
- pleidooi voor nog hogere gevangenisstraffen op allerlei delicten.
- roep om strafbaar stellen van kleine vormen van criminaliteit (illegalisme (mensen die hier
illegaal verblijven bijv.)). Beseffen dat dit echt niet alleen Wilders is, maar echt een breed
politiek effect. Dat veiligheidsdenken en symboolpolitiek zit heel breed in dat politie
spectrum, niet alleen PVV, maar ook in de veiligheidsagenda van CDA, VVD, PVDA.
Veiligheidsparagrafen van de politieke partijen lijken daardoor bijna allemaal op elkaar
(zowel Groenlinks, als CDA, als PVV) veiligheid is dus helemaal geen punt meer van
discussie: het is alleen maar allemaal harder, langer straffen.
- Verkiezingsposter VVD: ‘We betalen ons blauw. Daar willen we op straat meer van terug
zien.’ zie je niks in terug van rechtsbescherming en rechten van verdachte.
- In Curacao doen ze bijv. bootcamps. Probleemjongeren die onder militair bijna Spartaans
regime opnieuw moeten worden opgevoed (‘eindelijk worden ze normen en discipline
geleerd’). Letterlijk alle onderzoeken hebben uitgewezen dat dit nul effect heeft op recidive
en toch blijft dat idee terugkeren.
- Vormen van naming & shaming: zoals bijv. op social media. Waar mensen zonder
veroordeling al met naam en gezicht op komen staan en je komt niet makkelijk van het
internet af. Je bent eigenlijk voor eens en altijd al veroordeeld, zonder dat er een rechter aan
te pas is gekomen. Dit laat ook zien hoe dat veiligheidsdenken zich heeft ontwikkeld. We
geven er blijkbaar niks meer om dat bijv. de kopschoppers met naam en toenaam op het
internet verschijnen, voordat ze überhaupt zijn veroordeeld en een straf toegewezen hebben
gekregen.
- In Amerika heb je bijv. sites waarop je kunt zien of een pedofiel bij jou in de buurt woont.
Op zo’n manier kan zo’n iemand nooit meer normaal resocialiseren in de samenleving. Laat
alleen maar zien hoe er wordt gedacht over veiligheid.
, 2. Populistisch politiek: slogans:
- ‘nothing works’ (niks werkt, dus gooi de sleutel maar weg en ‘let them rot away’)
- ‘three strikes you’re out’ (drie keer een kauwgombal stelen en je zit levenslang)
- ‘minder, minder, minder’
- ‘aanpakken, beboeten, bestraffen’.
Geeft vb. van veiligheidsplan van Amsterdam: document van 30 pagina’s waar 212x
‘aanpakken’ in staat en nog legio voorbeelden van dat soort woorden (afschrikken, afbreken,
bestraffen, bestrijden, voorkomen, verstoren, verbieden etc.). Punt duidelijk: als dit het
veiligheidsplan is van Amsterdam voor de komende jaren dan is dat alleen maar bestraffen,
beboeten en verbieden. Leidt dat dan tot succesvolle resultaten? Nee, dat valt ook wel mee:
vertrouwen in politie blijft heel lang, terwijl criminaliteit al jaren daalt. We voelen ons nog
steeds onveilig. Dus of dit nu het remedium is? Maar dit is wel de taal van de
beleidsambtenaren. Deze taal lijkt niks op te lossen, maar levert alleen maar een boodschap
af.
3. Uitdrukkelijke nadruk op het slachtoffer: ‘ik kom op voor dat willoze slachtoffer’. Komt
terug in:
- Spreekrecht op zitting of dit nu goed is of slecht; alleen laten zien hoe duidelijk die
verschuiving is naar het slachtoffer.
- Enquêtes
- Megan’s law na pedofilieschandaal in VS deze wet aangenomen. Deze wet refereert in
zijn naam al naar een van de slachtoffers (laat zien hoe groot die positie is). Dit is die wet die
ervoor zorgde dat er sites zijn waar vrijgekomen pedofielen leven en wonen worden opgezet
(California), zodat de gemeente daarvan op de hoogte is.
Slachtoffer komt centraal te staan.
Het hele neoconservatieve komt eigenlijk samen in twee frases (rare paradox, maar dat hoort bij
wetenschap):
- Aan de ene kant het optreden, de expressiviteit, punitieve populisme, hogere straffen: onder
het mom van ‘stem op mij, dan los ik uw veiligheidsprobleem op’.
- Tegelijkertijd aan de andere kant het ontkennen: Garland noemde dat al het ‘denail’. Het
ontkennen van het probleem. Want aan de ene kant zeggen ze met die leuzen zoals hierboven
van: er is mogelijk een oplossing voor criminaliteit. Terwijl we dondersgoed weten (al sinds de
tijd van Durkheim), dat criminaliteit er altijd en overal zal zijn. Zij ontkennen dus het gegeven dat
zolang er mensen zijn, er altijd criminaliteit zal zijn. Dit ontkennen gaat gepaard met dat keiharde
straffen.
Waar stoelt dit denken nou op? Qua mensbeeld? En waarin is dat mensbeeld zoveel anders dan
in de sociaaldemocratie?
Het is het mensbeeld van de crimineel is een ‘alien’, de ander, a predator, een roofdier, het
kwaad.
Je kunt alles scharen onder het kwaad afhankelijk van je definitie, dat maakt het nog
schadelijker.
(Ook in Nederlands politiebeleid staat dat zij: ‘het kwaad bestrijden’) Zeer gevaarlijk voor
rechtsbescherming. Kwaad zit nooit in ons, maar altijd in de ander en die doet het fout. En met
een woord als kwaad kun je hier iedereen onder scharen, net wat en wanneer het je uitkomt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickkuin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.