Week 1 ‘schuld’
Hoofdstuk IV De subjectieve zijde van een strafbaar feit
5.1 Schuld als bestanddeel
Schuld is onvoorzichtigheid, er is niet ‘gewild’, maar onzorgvuldig gehandeld. Dit zijn meestal
misdrijven en hebben als tegenhanger doleuze variant met zwaarder strafmaximum.
Opzet is een positief begrip: toeval aan ene zijde, en opzet aan ander met schuld er tussenin.
Schuld heeft twee graden:
1. Bewuste schuld
2. Onbewuste schuld
Voor culpa is ‘grove schuld’ vereist.
Sinds 2006 verfijning omdat ‘roekeloosheid’ als strafverzwaring werd geïntroduceerd voor
belangrijkste culpoze delicten (art. 307 en 308 Sr, en art. 6 jo. 175 WVW).
Roekeloosheid gaat om bewustheid van risico van ernstige gevolgen, waarbij op zeer
lichtinnige wijze ervan wordt uitgegaan dat deze risico’s niet zullen realiseren.
Grens tussen roekeloosheid en culpa is lastig, vooral bij bewuste culpa (ook met voorwaardelijke
opzet grens lastig).
Weinig eenduidige lijnen over culpa. Rechtspraak hoofdlijn: er moet sprake zijn van verwijtbare
aanmerkelijke onvoorzichtigheid.
Culpa kent materieelrechtelijk gezien twee kanten:
1. De objectieve component: wederrechtelijkheid en Garantenstellung een rol. Het gaat hier
om de aanmerkelijke onvoorzichtigheid.
Garantenstellung: als men functioneel handelt met bepaalde verantwoordelijkheid, worden
de maatstaven voor (on)voorzichtig gedrag mede daardoor bepaald (dus beroepsfunctie bv).
2. Subjectieve (psychische) component: hier gaat het om de verwijtbaarheid. Deze kan worden
weggenomen door schulduitsluitingsgronden.
5.4 Culpa in de rechtspraak
Hoe hoog de schuld moet zijn hangt af van de omstandigheden van het geval.
Roekeloosheid is de zwaarste vorm van schuld. Consequentie voor strafmaximum in art. 307
Sr en 308 Sr en art. 6 (jo. 175) WVW.
Verpleegster arrest > hier komt de normatieve zijde van culpa sterk naar voren inclusief de
Garantenstellung. De subjectieve kant en de verklaring van de verpleegster waren eigenlijk niet nodig
om schuld bewezen te achten.
Biedt ook de vraag over medeschuld van bv de chirurg. Zou dit consequenties moeten
hebben voor vaststellen van schuld verpleegster?
HR bevestigd dat eigen schuld centraal staat.
Strafuitsluitingsgronden:
AVAS: afwezigheid van alle schuld.
Als culpa wordt vastgesteld is de afwezigheid van deze uitsluitingsgrond een feit.
Is dit bij andere strafuitsluitingsgronden ook het geval?
Schulduitsluitingsgronden > nemen verwijtbaarheid weg.
Rechtvaardigingsgronden > nemen wederrechtelijkheid (dus normatieve component) weg.
Alle strafuitsluitingsgronden zijn bij culpa bewijsveren.
,Art. 6 WVW is een veelgebruikt verkeersdelict. Kan nog zwaarder worden door roekeloosheid.
Veelal staat de vraag centraal of er sprake is van een aanmerkelijke onvoorzichtigheid > dat iemand
voorzien onvoorzichtig was is vaak al gegeven door de overtreding.
Art. 175 lid 3 WVW verzwaringen leveren hierbij vaak strafverzwarende omstandigheden op.
De aanwezigheid van voldoende verwijtbaarheid ziet vooral op de afwezigheid van
schulduitsluitingsgronden.
Of verkeersschuld aanwezig is hangt sterk af van het geval.
Roekeloosheid
Roekeloosheid is zwaarste vorm van culpa, geïntroduceerd voor art. 307-308 Sr en art. 6 jo 175
WVW.
Sprake van zeer onvoorzichtig gedrag waarbij welbewust en met ernstige gevolgen
onaanvaardbare risico’s worden genomen.
Bewustheid en risico van ernstige gevolgen belangrijk.
Maatstaf van de HR: door de buitengewoon onvoorzichtige gedragingen van de verdachte een zeer
ernstig gevaar in het leven is geroepen, alsmede dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans
had moeten zijn.
Van belang is ook dat er meer moet zijn dan in art. 175 lid 3 WVW genoemde gedragingen (deze
leiden zelf al tot strafmaximum).
Roekeloosheid wordt niet snel aangenomen door de HR. Tot nu toe alleen bij: kat en muisspel,
snelheidswedstrijd, vluchten voor de politie en remmen op de snelweg.
Week 2 opzet en voorbedachte rade
Hoofdstuk IV De subjectieve zijde van een strafbaar feit
2.1 Plaatsbepaling van opzet en schuld
In Nederland zowel daadstrafrecht als schuldstrafrecht.
Objectieve en subjectieve zijde zijn ook aspecten.
Bij subjectieve zijde staat persoon van dader centraal.
Straf mag pas als schuld bij verdachte is vastgesteld > schuldbeginsel.
Vooral intentionele gedragingen zijn strafrechtelijk relevant.
Bij misdrijven: of van opzet of van schuld moet bewijs aanwezig zijn.
Staat meestal in delictsomschrijving, anders wijst Hoge Raad dit subjectieve vereiste.
- Bij een bestandsdeel van de delictsomschrijving is niet altijd culpa of opzet vereist.
Bij overtredingen: opzet of schuld is niet vereist. Dit is de leer van het materiële feit.
Geen strafrechtelijke aansprakelijkheid zonder schuld > HR arrest ‘Melk en water’.
Geleidt tot strafuitsluitingsgrond: afwezigheid van alle schuld.
Internationaal gezien: onschuldpresumptie. Iemand is pas onschuldig als dit bewezen is, tot dan altijd
onschuldig (art. 6 EVRM).
2.2 over opzet in het algemeen
Wetboek van 1886 geen algemene bepalingen over opzet.
Wel wordt duidelijk dat het gaat om ‘willen en weten’. Dit is subjectief vereiste van alle
misdrijven.
Soms wordt gekozen voor expliciete uitdrukking van opzet, zoals ‘met het oogmerk dat..’. Maar in
sommige gevallen is dit ook niet nodig.
Voorbeeld: wanneer het woord ‘dwingen’ in de delictsomschrijving zit. Hier zit opzet als het
ware al in. Het volgt al uit de aard van het feit.
, Ook het geval bij mishandeling, openlijk geweld plegen, aanzetting tot haat etc.
Soms is dit ook het geval bij overtredingen > behalve als deze een tegenhanger heeft in de
misdrijven, dan niet in de gedraging opzet lezen.
In NL is het niet zo dat de wetgever ‘slechte motieven’ of ‘specifieke bedoelingen’ als bestanddelen
heeft toegevoegd.
Wel met ‘voorbedachte rade’, ‘terroristisch oogmerk’ etc.
OPZET KENMERKEN:
WILLEN EN WETEN.
Belangrijk is doelgericht handelen.
Betekenis van opzetvereiste oa bepaald door vraag op welke bestanddelen opzet gericht moet zijn.
- Algemene regel: opzet betrekking op alle bestanddelen die na opzetvereiste volgen in de
delictsomschrijving.
- Bestanddelen die hier buiten vallen zijn ‘geobjectiveerde bestanddelen’. Opzet (of schuld)
hoeft niet te worden vastgesteld.
- Dit is dus de ALGEMENE REGEL (dus uitzonderingen).
Bij door gevolg gekwalificeerde delicten is gevolg vaak geobjectiveerd. Zoals bij zware mishandeling,
art. 302 lid 2 Sr > als het feit de dood ten gevolge heeft > opzet of schuld aan dood hoeft hier niet te
worden bewezen.
2.5 het algemene karakter van opzet (dolus generalis)
Een poging doen tot iets (omdat het gevolg dat gewenst is niet intreedt) maakt niet dat opzet niet
meer bewezen kan worden.
> Man die vrouw wilde vermoorden, maar ze overleefden het. Nog wel opzet.
Ook een ander voorbeeld waarbij het gewenste gevolg niet intreedde: caferuzie, omstander ‘per
ongeluk’ geraakt door barkruk, maar opzet was aanwezig.
Kortom: mogelijkheden om vergissingen en onverwachte gebeurtenissen in opzetbegrip te vangen.
Aanvaardt door voorwaardelijke opzet.
2.6 normatieve en objectiverende aspecten van opzet
Schuld heeft over het algemeen een normatieve lading.
Opzet zou ook zo kunnen worden gezien > vaak achten we het willens en wetens omdat elk normaal
mens niet zo zou handelen. Maar discussie weer opgelaaid.
Sterk op de voorgrond staat gebruik van algemene ervaringsregels bij bewijsmotivering en toepassing
van voorwaardelijke opzet.
Relativeren subjectieve kant van opzet.
Het gaat echter bij opzet niet om het toetsen aan normatieve zorgvuldigheidseisen, maar om te
kijken naar verdachte en een normaal mens.
2.7 opzet en gestoord willen en/of weten
Het normatieve aspect blijkt ook uit rechtspraak van zaken waarbij mensen een gestoorde wil en of
weten hadden tijdens plegen van feit.
Vrije, bewuste en volwaardige wil van rechtssubjecten geldt als uitgangspunt in strafrecht.
Volgens vaste rechtspraak kan van opzet geen sprake zijn: indien bij dader ernstige, geestelijke
afwijking is vastgesteld en hij elk inzicht in draagwijdte van gedragingen en mogelijke gevolgen is
verstoord.
De maatstaf ligt heel hoog om dit goed te keuren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorsmith06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.94. You're not tied to anything after your purchase.