100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van alle colleges en alle literatuur m.u.v. boek 'The securitization of Society' $7.03   Add to cart

Summary

Samenvatting van alle colleges en alle literatuur m.u.v. boek 'The securitization of Society'

1 review
 46 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle colleges en alle literatuur m.u.v. boek 'The securitization of Society'

Preview 4 out of 111  pages

  • November 1, 2021
  • 111
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: andra_diana26 • 1 year ago

avatar-seller
College 1: De politiefunctie en algemene beginselen van
behoorlijke politiezorg (Prof. Dr. E.R. Kleemans)
Dit college geeft een inleiding op de politiefunctie. De Nederlandse politie heeft als één van haar
uitgangspunten dat zij ‘Waakzaam en dienstbaar (is) aan de waarden van de rechtsstaat’. In dit
college wordt politie behandeld in de context van de rechtsstaat. Naast instrumentele doelstellingen
(handhaven openbare orde en handhaving van de rechtsorde) zijn rechtsbeschermende waarden van
belang.

• Rosenthal, U. & E.R. Muller, ‘Politie en staat’, In: Muller, E.R. e.a. Politie. Studies over haar
werking en organisatie, hoofdstuk 1, pp. 29-50.

• Muller, E.R, M.J. Dubelaar & C.P.M. Cleiren, ‘Algemene beginselen van behoorlijke
politiezorg’. In: Muller, E.R. e.a. Politie. Studies over haar werking en organisatie, hoofdstuk 14,
pp. 315-350.

1. Bekijk online: ‘College 1a: De politie en de politiefunctie’.
2. Bekijk de film ‘Integriteit onder druk.’ Deze film duurt 36:26 minuten en is te zien via de volgende
link: https://www.youtube.com/watch?v=HqFZ2VO9RqQ
3. Bekijk online: ‘College 1b: Algemene beginselen van behoorlijke politiezorg’.

Hoofdstuk 1. Politie en staat
1.1 Inleiding

‘Aan de toestand van de gevangenissen, psychiatrische inrichtingen en politie kan men het peil van de
staat aflezen.’

In dit hoofdstuk komt allereerst de relatie tussen politiek, democratie en politie in de democratische
rechtsstaat aan de orde. Daarna wordt ingegaan op de rol van de politie in de moderne
verzorgingsstaat, in het bijzonder de externe en interne controle op de politie. Vervolgens wordt
bezien in hoeverre de gangbare opvattingen over de relatie tussen politie en staat, die terugvoeren
tot het ongedifferentieerde geweldsmonopolie van de politie in de democratische rechtsstaat,
bijstelling behoeven.

1.2 Politie in de democratische rechtsstaat

1.2.1 De rechtsstaat

De rechtsstaat kenmerkt zich door de aanwezigheid van een geschreven of ongeschreven constitutie,
die een scheiding van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke machten waarborgt en die de
grondrechten van de burgers garandeert. De rechtsstaat onderscheidt zich van arbitraire politieke
stelsels door het gegeven dat zowel de overheid als de burger gebonden is aan hetzelfde
rechtsstelsel.

1.2.2 Politie in de democratische rechtsstaat

De politie heeft volgens de democratische staatsleer in beginsel het monopolie van de legitieme
geweldsuitoefening in handen. Zij kan interveniëren in het domein van individuele burgers en
particuliere organisaties. Zo nodig kan zij inbreuk maken op de grondrechten van de burger,
waaronder diens rechten op vrijheid van beweging en fysieke integriteit.

,Het monopolie van de legitieme toepassing van fysiek geweld is één van de onderscheidende
kenmerken van de politie. Het gebruik van fysiek geweld is voor de politie in een democratische
rechtsstaat de ultima ratio, dus het uiterste en laatste middel dat zij pas dient te gebruiken wanneer
andere middelen om haar taak te vervullen uitgeput zijn.

Voor een groot aantal functies van de democratische rechtsstaat geldt dat een groot aantal
dwangmiddelen achter de hand moet worden gehouden, en soms ingezet moet worden, om free
ridership van de kant van individuele burgers tegen te gaan. Voor het afdwingen van die
gedragsbeperkingen, tot en met inperking van hun bewegingsvrijheid (van straat- en
stadionverboden tot vrijheidsstraffen), kan de staat bij elke stap binnen de zogeheten strafrechtelijke
keten voortdurend een beroep doen op de politie.

Zoals voor elke ambtelijke organisatie in de democratische rechtsstaat geldt dat die sturing en
controle langs twee wegen tot stand komen. Ten eerste wordt de politie aangestuurd door
instanties, organen en functionarissen die niet tot de politie behoren. Zo wordt ook de externe
controle op de uitoefening van haar taken zeker gesteld. Ten tweede kent de politieorganisatie, zoals
elke overheidsorganisatie, een interne machts- en invloedsstructuur en wordt ook binnen de
politieorganisatie zelf controle op het eigen functioneren uitgeoefend.

1.3 Externe sturing en controle

1.3.1 De constitutie

Het meest omvattende kader voor de externe sturing van en controle op de politie is de geschreven
of ongeschreven constitutie. De handhaving van de openbare orde en de bijdragen aan de
strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde zijn in principe gebaseerd op wettelijke bepalingen.
Naarmate daarbij van zwaardere middelen gebruikgemaakt wordt, zijn er meer wettelijke vereisten
waaraan bij de aanwending van die middelen voldaan moet worden.

Dit perspectief voert terug tot het algemene beginsel dat zwaardere bevoegdheden om meer
wettelijke waarborgen tegen verkeerd gebruik ervan vragen. Steeds ligt bijvoorbeeld het gevaar op
de loer dat sneller dan gewenst is, naar zware middelen gegrepen wordt.

In ons land is in de wet vastgelegd dat de politie haar taken vervult in overeenstemming met de
geldende rechtsregels. Maar daaraan voegt de wet toe dat de politie die taken ook in
ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag uitoefent. De taken zijn bovendien expliciet omschreven:
de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde (dat wil zeggen de handhaving van de openbare
orde en de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde) en hulpverlening. Deze drie restricties –
overeenstemming met de geldende rechtsregels, ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag en de
expliciete benoeming van de te vervullen taken – maken duidelijk dat de politie door de
democratische rechtsstaat aan banden wordt gelegd.

1.3.2 Grondbeginselen externe sturing en controle

Het eerste beginsel waaraan de externe sturing en controle van de politie in de democratische
rechtsstaat moeten voldoen, is dat zij aansluiten bij de basiskenmerken van het staatsbestel. Ons
staatsbestel is een gedecentraliseerde eenheidsstaat met drie volwaardige bestuurslagen: het Rijk,
de provincies en de gemeenten. Hoe belangrijk de veiligheids- en politiezorg ook is, het behoort tot
de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat dat juist een organisatie als de politie die door
haar geweldsmonopolie een zo bijzondere positie in de staat inneemt, zich voegt in de gekozen opzet
van het staatsbestel.

,Het tweede beginsel is rechtstreeks te herleiden uit een basiskenmerk van de democratische
rechtsstaat zelf: checks and balances tussen de staatsmachten. De democratische rechtsstaat deelt
macht toe, maar beperkt die macht in een en dezelfde beweging. De uitvoerende, wetgevende en
rechtsprekende machten houden elkaar in balans.

Het is om die reden van belang erop toe te zien dat de controle op de politie en, in samenhang
daarmee, de uitoefening van gezag en bevelvoering over de politie niet in één hand worden gelegd.
In ons land komt deze spreiding van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tot uitdrukking in een
diepgeworteld dualisme. Om te beginnen kent het politiebestel een dualistische verhouding tussen
het gezag over de politie en het te voeren beheer. Onder gezag valt te verstaan het stellen van
prioriteiten met betrekking tot de uitvoering van de kerntaken van de politie en het nemen van
beslissingen over de inzet en het optreden van de politie in specifieke omstandigheden. Bij beheer
gaat het om de wijze waarop de politie hieraan uitvoering geeft. Beheer omvat de administratieve en
interne organisatie van de politie, het personeelsbeleid, de materiële en andere voorzieningen, de
informatisering, de verbindingen en de financieel-economische bedrijfsvoering.

Het nationale politiekorps heeft in het huidige politiebestel in de gezagslijn te maken met de
burgemeester en het Openbaar Ministerie, maar werkt het, wanneer het om beheerskwesties gaat,
in ondergeschiktheid aan de minister van Veiligheid en Justitie. Gezag en beheer zijn formeel wel te
onderscheiden maar de samenhang tussen beide is sterk. Gezag zonder enige vorm van invloed op
beheer is moeizaam vorm te geven, beheer beïnvloedt formeel en feitelijk de wijze waarop gezag
uitgeoefend kan worden.

Het bevoegd gezag over de politie wordt in ons land uitgeoefend door de burgemeester, voor zover
het de handhaving van de openbare orde en de politiële hulpverlening betreft, en door het Openbaar
Ministerie bij de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde.

Het gezagsdualisme weerspiegelt en garandeert een evenwichtige oriëntatie op de kerntaken van de
politie. Het voorkomt dat de politie zich alleen maar met de kleine en grote openbare orde
bezighoudt of dat zij zich, zoals in sommige andere landen, tot een zuiver justitiële politie ontwikkelt.

De burgemeester is verantwoording schuldig aan de gemeenteraad en het OM is verantwoording
schuldig aan de minister van V&J, die op zijn beurt in het openbaar verantwoording aflegt.

Deze checks and balances van dit bestel lopen in één opzicht parallel met die van het Nederlandse
staatsbestel. Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. In die opzet ligt een evenwicht
tussen centraal en decentraal bestuur besloten. Het gezag en beheer over de politie kenmerken zich
door dat evenwicht tussen centrale en decentrale aansturing. In het huidige politiebestel is het gezag
verdeeld tussen decentrale en centrale organen en is het beheer in handen gelegd van het centrale
niveau.

Het derde beginsel van externe sturing en controle van de politie in een democratische rechtsstaat is
de bepalende rol van democratische verantwoording voor wat de politie doet en nalaat.
Die democratische verantwoording heeft een vitale, legitimerende functie. Uiteindelijk voert de
overdracht van het binnenlands geweldsmonopolie aan de politie in de democratische rechtsstaat
immers terug tot de bereidheid van de bevolking om een specifieke groep geüniformeerde
functionarissen middelen ter beschikking te stellen die in het ergste geval tegen haar gebruikt
kunnen worden.
Er is alleen al daarom alle reden in de democratische rechtsstaat voortdurend alert te zijn op de
verantwoording die aan de democratisch gekozen volksvertegenwoordiging – het parlement en de
gemeenteraden – wordt afgelegd. Als de democratische verantwoording gebrekkig is georganiseerd

, of in de praktijk te wensen overlaat, ondergraaft dat vroeg of laat de legitimiteit van, en daarmee het
vertrouwen in de politie.

1.3.3 Problemen externe sturing en controle

Voor 2103 sloot de positie van de politie in het staatsbestel niet aan bij de basiskenmerken van het
staatsbestel. Zo kent ons land geen regionale bestuurslaag, maar was de politie desondanks
georganiseerd in regionale korpsen en ligt het zwaartepunt van het beheer van die korpsen op het
regionale niveau.
Met de instelling van de nationale politie in 2013 is dit probleem deels voorbij aangezien het beheer
over de politie op nationaal niveau is vormgegeven. Wat blijft is de bijzondere positie die de
zogenaamde tien regioburgemeesters in het nieuwe bestel innemen. De regioburgemeester vormt
zowel voor de burgemeesters binnen de politie-eenheid als voor de minister van Veiligheid en Justitie
het eerste aanspreekpunt als het gaat om beheer over de politie.

Naarmate de politietaken meer en intensiever in een Europees en globaal kader worden uitgevoerd,
gaat het grondbeginsel dat het politiebestel zich moet voegen in de basiskenmerken van het
staatsbestel, steeds meer wringen. Hier valt op zijn minst een groeiende spanning te verwachten
tussen de nationale verlangens tot behoud van de nationale soevereiniteit over de veiligheids- en
politiezorg en de behoefte aan voortschrijdende Europese en internationale politiesamenwerking.

Het voldoen aan het beginsel van checks and balances en het tegengaan van machtsconcentraties
brengen hun eigen problemen met zich mee. Er is weinig fantasie voor nodig om te begrijpen dat de
spreiding van macht en invloed bij de externe sturing en controle van de politie tot onduidelijkheid
en verwarring kan leiden, en daardoor afbreuk kan doen aan de krachtdadigheid en effectiviteit van
die sturing en controle.

Het is voorstelbaar dat de politie onder dit soort omstandigheden met tegenstrijdige of moeilijk te
verenigen instructies vanuit het bevoegd gezag wordt geconfronteerd. Niet voor niets wordt vaak
over de bevoegde ‘gezagen’ gesproken: twee bazen die het voor de politie mogelijk maken haar
eigen baas te kiezen.
Daarbij komt dat gezags- en beheersbevoegdheden vaak door elkaar lopen. De onduidelijkheid over
de verhouding tussen gezag en beheer vergroot in de werkelijkheid van alledag de beslissingsruimte
voor de politie en bemoeilijkt de externe sturing en controle.
Een derde, hardnekkig probleem is de democratische legitimatie van de politie. In ons land moet
allereerst gewezen worden op specifieke kenmerken van het bevoegd gezag. Zowel de burgemeester
als de officier van justitie ontleent zijn bovengeschikte positie ten opzichte van de politie in ons land
aan de wet, niet aan rechtstreekse of getrapte verkiezingen. In de relatie tussen staat en politie
domineert in ons land het wettelijke kader, niet de democratische verankering.

Tegen een sterkere democratische legitimering van het bevoegd gezag wordt in dit verband meestal
ingebracht dat de politie daarmee overgeleverd wordt aan de grillen van ‘de politiek’ en dat de
politie daardoor ten prooi zal vallen aan nepotisme en corruptie.

Een ander probleem is de gebrekkige democratische verantwoording voor de politiezorg. In het
huidige politiebestel blijkt de verantwoording beperkt te blijven tot gezagskwesties. De
democratische verantwoording aan de gemeenteraden over beheerskwesties is gebrekkig. De
gemeenteraden hebben het gevoel amper invloed te kunnen uitoefenen op de beslissingen over het
beheer die op een ander niveau – nationaal – genomen worden. Omdat tot op heden de veiligheids-
en politiezorg zich voor gemeenteraadsleden van de vele kleine gemeenten in ons land in hoge mate
weerspiegelt in beslissingen over het aantal ‘eigen’ politiemensen en omdat juist daarover op dat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickkuin. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.03  6x  sold
  • (1)
  Add to cart