100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle lesdoelen blok 1 gezondheid Anatomie En Fysiologie (AFPF) $6.91   Add to cart

Summary

Samenvatting Alle lesdoelen blok 1 gezondheid Anatomie En Fysiologie (AFPF)

 24 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle leerdoelen voor de toetsen voor het eerste blok staan hierin verwerkt, met extra aanvullende tekst wat relevant is voor de tentames

Preview 4 out of 43  pages

  • No
  • 1,3,4,10,13,14,15,17,18
  • November 1, 2021
  • 43
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvattingen blok A alle lessen – Charlotte Feikema

AFPF lesdoelen les 1 casus Sophie
De student kan:
 Een definitie geven van de begrippen (milieu interieur en homeostase)
Milieu interieur betekend; nauwkeurig betekend het ‘’ zonder verandering ‘’.
Een dynamische, voortdurende veranderde situatie waar een veelvoud van
fysiologische mechanismen en metingen steeds binnen nauwe grenzen blijft.
Homeostase betekend; het is de onderhoud van een stabiele interne
omgeving
 Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar vergelijken
 Het proces van osmose vergelijken met dat van diffusie en met behulp
van deze begrippen uitleggen hoe moleculen zich verplaatsen binnen en
tussen compartimenten van het lichaam
Osmose betekend; beweging van water langs de concentratiegradient door
een semipermeabel membraam.
Diffusie betekend; beweging van stoffen langs concentratiegradient, waar
geen energie of aanwezigheid van een membraan voor nodig is.
De vergelijking tussen osmose en diffusie is; dat bij osmose is er een
membraam voor nodig om beweging te krijgen dmv semipermeabel en bij de
diffusie is er geen membraan nodig om de beweging van de stoffen te krijgen
Hoe moleculen zich verplaatsen binnen en tussen compartimenten in het
lichaam gebeurd door;
 Een beschrijving geven van de thermen (intra-en extracellulaire
vloeistof)
Intracellulaire vloeistof betekend; dat de samenstelling van intracellulaire
vloeistof wordt grotendeels gereguleerd door de cellen zelf.
Extracellulaire vloeistof betekend; de extracellulaire vloeistof bestaat
voornamelijk uit bloed, plasma, lymfe, cerebrospinale vloeistof en vloeistof in
de interstitiële ruimte in het lichaam.
 De structuur en functie beschrijven van de plasmamembraan
Een plasmamembraam; bestaat uit twee lagen fosfolipiden met daarin
eiwitten en suikers. Behalve fosfolipiden is ook het lipide cholesterol aanwezig.
De kop heeft een elektrische lading en is hydrofiel (wateraantrekkend); de
staart heeft geen lading en is hydrofiel (waterafstotend)
 De functies beschrijven van de organellen

,De functie van organellen is; ze worden omgeven door hun eigen
specialistische functie.
 De twee stappen van de celcyclus, interfase en mitose
De twee stappen; cellen met een kern hebben 46 chromosomen en delen
zich mitose, een proces waaruit twee nieuwe, genetische identieke,
dochtercellen ontstaan. De enige uitzondering hierop is de vorming van
gameten (geslachtscellen), dus eicellen en zaadcellen, die plaatsvindt door
meiose. De periode tussen twee celdelingen is de celcyclus. Deze bestaat uit
twee fasen die zichtbaar zijn onder de lichtmicroscoop. Mitose en interfase.
Eerste tussenfase; de cel groeit qua maat en volume.
Tweede tussenfase; de cel groeit voort en bereidt zich voor op de celdeling.
 Overeenkomsten en verschillen aangeven van actief, passief en
bulktransport van stoffen door de celmembraan heen
Passief transport; dit treedt op wanneer een stof de semipermeabele
membraan van plasma en organellen kan passeren en zich met de
concentratiegradient mee kan verplaatsen zonder energieverbruik.
Actief transport; dit is het transport van stoffen tegen hun
concentratiegradient in, dus van een lagere naar een hogere concentratie.
Bulktransport; de overdracht van deeltjes die te groot zijn om door de
celmembraan te passeren gebeurt door pinocytose en fagocytose. De deeltjes
worden ingesloten door een instulping van het cytoplasma
Verschillen;
 De structuur en functies beschrijven van epitheel, bindweefsel en
spierweefsel
Epitheel; dit weefseltype bedekt het lichaam en bekleedt lichaamsholten, holle
organen en verschillende kanalen en afvoerbuizen van het lichaam. De
structuur van epitheel wordt in hoge mate bepaald door de functie ervan, die
kan zijn:
1. Bescherming van de onderliggende structuren tegen bijvoorbeeld
uitdroging, of chemische en mechanische schade
2. Secretie
3. Absorptie
Bindweefsel; bindweefsel is van alle weefsels het ruimst aanwezig in het
lichaam, het bevat altijd drie componenten, in wisselende verhouding: cellen,
vezels en een intracellulaire substantie, de matrix. De meeste soorten
bindweefsel worden goed voorzien van bloed. De belangrijkste functies;

, 1. Binding en ondersteuning van de structuur
2. Bescherming
3. Transport
4. Isolatie
Spierweefsel; spierweefsel kan zich samentrekken en weer ontspannen. Dit
maakt beweging mogelijk binnen het lichaam en van het lichaam.
Spiercontractie vereist overvloedige bloedtoevoer die voor genoeg zuurstof,
calcium en voedingstoffen zorgt en afvalstoffen afvoert.
 De structuur en functies van de epitheliale membranen, slijm- en
sereuze vliezen en de synoviale membranen uitleggen
 De richtaanduidingen in de anatomie aflezen van een afbeelding en
toepassen op het lichaam van een patiënt. (sinister/links, dexter/rechts,
mediaal,lateraal,procimaal,distaal,anterior/ventraal,posterior/dorsaal,sup
erior/craniiaal,inferior/candaal)
 De beenderen aanwijzen en benoemen op een afbeelding: cranium,
clavicula, scapula, sternum, cosae, humerus, radius, ulna, pelvis, ossa
carpi, ossa metacarpales, phalanges, femur, patella, tibia, fibula, ossa
tarsi, metatarsal, bones, phalanges, vertebrae cervicale, vertebare
thoracales, vertebrae lumbales, sacrum, coccyx, disci intervertrebrales.
 De vier lichaamsholten benoemen en de inhoud benoemen van de
borstholte en de buikholte
De 4 lichaamsholten zijn; schedelholte, borstholte, buikholte en bekkenholte.
De inhoud van de borstholte; de trachea, 2 bronchi, 2 longen.
Het hart, de aorta, de vena cava superior en inferior, talloze andere
bloedvaten.
De oesophagus (slokdarm)
Lymfevaten en lymfeklieren
Enkele belangrijke zenuwen.
Het mediastinum is de ruimte tussen de longen, inclusief de structuren
die daar liggen, zoals het hart, de slokdarm en de bloedvaten.
De inhoud van de buikholte; het grootste deel van de buikholte wordt
ingenomen door de organen en klieren van het spijsverteringsstelsel.
Het bestaat uit; de maag, dunne darm en het grootste gedeelte van de dikke
darm.
De lever, galblaas, galwegen en de pancreas (alvleesklier)
Andere structuren omvatten;
De milt
2 nieren en het bovenste deel van de ureters

, 2 bijnieren en het bovenste deel van de ureters
Talrijke bloedvaten, lymfevaten, zenuwen en lymfeklieren
 Een definitie geven van belangrijke begrippen in de pathologie
 Een opsomming geven van belangrijke etiologische factoren,
risicofactoren en processen van pathogenese beschrijven


AFPF lesdoelen les 2 Famille Versteeg
Lesdoelen:

 De onderdelen van het aspecifieke (niet specifiek) afweersysteem
beschrijven.

Slijmvliezen en ontstekingsreactie

 De belangrijkste antimicrobiële substanties in de eerste
verdedigingslinie benoemen.

Zoutzuur: maagsap bevat hoge concentraties zoutzuur, zo worden micro-
organismen verdrongen

Lysozym: een klein eiwit met antibacteriële eigenschappen aanwezig in
granulocyten, traanvocht en ander lichaamsvocht, behalve in transpiratievocht,
urine en cerebrospinale vloeistof.

Antilichamen: aanwezig in neusvocht en speeksel. Ze kunnen micro-
organismen inactiveren.

Speeksel: (zuur milieu) spoelt voedselresten weg, zodat kans op bacteriegroei
wordt verkleind.

Interferonen: worden geproduceerd door T-lymfocyten en cellen waar virussen
zijn binnengedrongen. Voorkomen dat virussen zich in de geïnfecteerde cel
vermeerderen en zich verspreiden naar gezonde cellen.

Complement: een systeem van ongeveer 20 eiwitten in bloed en weefsels. Het
systeem wordt geactiveerd door immuuncomplexen (aan elkaar gehechte
antigeen-antilichamen) en door vreemde suikers die voorkomen op celwanden
en bacteriën

 De functies en kenmerken van een ontstekingsreactie en koorts en
de betrokken ontstekingsmediatoren (histamine, prostaglandine)
beschrijven.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottefeikema. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.91  2x  sold
  • (0)
  Add to cart